De harde wet van de creatieve destructie - Paul De Grauwe

De harde wet van de creatieve destructie - Paul De Grauwe

“Bloedbad” titelde een krant verleden week toen bekend geraakte dat Carrefour, in het kader van een herstructurering, meer dan duizend banen zou schrappen. Je had kunnen denken dat een tabloid dergelijke titels zou bedenken, maar neen het was een Vlaamse kwaliteitskrant die het deed. Alsof er zich een terroristische aanslag had voorgedaan in een Carrefour winkel.

De reacties op het nieuws  van de Carrefour afdankingen waren extreem. Aan de ene kant was er de “bloedbad”-reactie; aan de andere kant had je nogal wat analisten, vooral economen, die het als een onvermijdelijke ontwikkeling beschouwden die in de huidige conjunctuur niet eens dramatisch was omdat het afgedankte personeel toch vlot een nieuwe baan zou vinden.  Zoals de 4000 Ford-werknemers dat hadden gedaan zoveel jaar geleden toen de Ford fabrieken in Genk hun deuren sloten.

Wie heeft er gelijk? Allebei natuurlijk (behalve de bedenkers van de “bloedbad” titel die duidelijk overmand waren door hun emoties). Het is en blijft een drama voor zovele mensen die hun baan verliezen. Niet alleen het verlies van de job zelf is pijnlijk, maar ook het feit dat dit verlies het gevolg lijkt van blinde krachten waar werknemers geen enkele invloed op uitoefenen. En wat het nog erger maakt is de perceptie dat achter die blinde krachten een hard mechanisme schuilt van het kapitalisme waarin de arbeiders boeten en de kapitalisten met meer winst naar huis trekken.  

Maar tegelijk hebben de economen die de wet van de “creatieve destructie” inroepen ook gelijk. Vooruitgang is alleen mogelijk door nieuwe dingen te creëren op het puin van het oude. Het eerste kan niet zonder het tweede. Digitalisering en e-commerce leiden onvermijdelijk tot afbraak van traditionele methoden om goederen en diensten te verkopen. Vandaag blijkt dat we  door het handhaven van een verouderde Belgische arbeidswetgeving veel van de e-commerce hebben zien ontstaan niet bij ons, maar in de buurlanden. En nu krijgen wij veel afbraak en relatief weinig creatie in de traditionele sector van de kleinhandel.

De economen hebben ook gelijk wanneer ze erop wijzen dat in de huidige conjunctuur met een sterke groei van de tewerkstelling het menselijk leed van de personeelsleden van Carrefour die hun baan kwijt zijn dragelijker zal zijn dan in vroegere tijden toen dergelijke afdankingen vele levens verwoestten.

De uitdaging van het beleid blijft dezelfde als vroeger. Eén: niet bezwijken aan de verleiding om oude jobs kost wat kost te willen behouden. Twee: systemen versterken die het gemakkelijker maken voor mensen die hun baan verliezen om andere en gelijkwaardige banen te vinden. En dat laatste kan alleen maar door stelsels van herscholing van mensen te subsidiëren. Ja subsidiëren omdat het marktsysteem dit niet vanzelf doet. 

Niet doen zoals in de VS bij voorbeeld waar arbeiders die hun baan kwijt raken in de staalsector verplicht worden, willen ze overleven, om schotels te wassen in McDonald restaurants. Die arbeiders zien hun loon terugvallen tot minder dan de helft. De internationale economische instellingen hemelen dan de grote flexibiliteit van de Amerikaanse economie op en dringen aan tot meer loonflexibiliteit in andere landen. Ondertussen stemmen die Amerikaanse arbeiders wel voor Trump, en wil die laatste de geldkraan naar internationale instellingen toedraaien.

Het beleid moet dus gebaseerd worden op het principe dat er een recht op arbeid is, maar niet een recht op dezelfde baan. Om dat principe te kunnen realiseren moet er een klimaat van vertrouwen heersen tussen arbeiders (vakbonden) en patroons. Dan wordt het mogelijk voor de vakbonden om te aanvaarden dat een job in dit of dat bedrijf soms moet losgelaten worden wetende dat de arbeiders en bedienden elders in het economisch systeem vlot aan de bak zullen komen.

Dat vertrouwen is moeilijk tot stand te brengen als de ongelijkheid te groot wordt. Dan worden de kapitalisten gezien als diegenen die profiteren van het banenverlies en van het leed van de arbeiders.  Conflict wordt dan de hoofdtoon. En dat verhoogt de destructie en vermindert de creatie in de harde wet van de creatieve destructie.  

 

Paul De Grauwe

De auteur is professor economie aan London School of Economics

Deze tekst verscheen eerst in de opiniebladzijden van De Morgen

Print Friendly and PDF
Laten we over migratie praten (en kalm blijven) - Patrick Loobuyck

Laten we over migratie praten (en kalm blijven) - Patrick Loobuyck

Naar een kosmopolitisch liberalisme - Lawrence Vanhove en Maarten De Bousser

Naar een kosmopolitisch liberalisme - Lawrence Vanhove en Maarten De Bousser