Het Arabische kruitvat - Mark Heirman
Dit indrukwekkende boek kan het best in één korte maar krachtige zin van de auteur zelf worden samengevat: “terroristische organisaties zijn oorlogskinderen”. Want dat is precies wat de auteur in dit boek probeert te achterhalen: waar liggen de ware oorzaken van het recente terrorisme zoals we dat niet alleen hier in het Westen, maar vooral in het Midden-Oosten hebben gekend en, jammer genoeg, nog steeds kennen. Zijn vertrekpunt is dat “de Islam” niet (of toch zeker niet alleen) als schuldige kan worden aangewezen. Dat blijkt uit zijn indrukwekkend en heel gedetailleerd overzicht. Het gros van het terroristisch geweld van de voorbije 50 jaar zit vooral geconcentreerd in de Arabische wereld en dat terwijl die Arabische wereld met moeite een kwart van de totale islampopulatie uitmaakt. Dus als er al een schuldige moet worden aangeduid, is het eerder de “Arabische” factor dan de islamitische factor.
Om deze stelling te illustreren, of beter gezegd grondig te documenteren, geeft de auteur een uiterst gedetailleerd en boeiend overzicht van wat zich de voorbije eeuwen binnen de Arabische Wereld en vooral in het Midden-Oosten heeft afgespeeld. Van de zevende tot de twaalfde eeuw kunnen we inderdaad spreken van een Arabisch-Islamitisch Gouden Tijdperk, waar cultuur, wetenschap, …ver vooruit waren op hun tijdsgenoten. De inval van de Mongolen deed deze evolutie stilvallen en zelfs grotendeels wegvallen. Ook de Turks-Ottomaanse overheersing tot het einde van de 19de eeuw kan niet direct als een “Verlichte” periode worden omschreven. Het is pas toen de Franse en Britse kolonisators einde 19de, begin 20ste eeuw de regio, en dus hun macht en invloed, onder elkaar wilden “verkavelen” dat de kaarten opnieuw grondig dooreen werden geschud, maar daarom niet altijd ten goede.
Hoewel in deze regio de Arabische voorgeschiedenis als bindmiddel had kunnen dienen, is achteraf gebleken dat het eng nationalisme – en misschien even zeer het belang van de eigen lokale clan of volksstam – veel zwaarder doorwoog. De religieuze factor (de islam) was steeds aanwezig, maar zeker niet dominant, vooral omdat er binnen dé islam minstens even zoveel verschillende en vaak onverzoenbare strekkingen zijn als er etnische, nationalistische strekkingen waren in die regio. Als er een grote, externe “vijand” was – eerst de Franse en Britse kolonisators, later de Amerikaanse “kapitalisten” – probeerde de Arabische Wereld via de Arabische Liga nog als één homogeen blok op te treden, maar van zodra lokale en interne kwesties aan bod kwamen, stond de Arabische Liga machteloos aan de zijkant toe te kijken.
Aan de hand van een overzicht van wat er zich precies de laatste honderd jaar heeft afgespeeld in de respectieve afzonderlijke landen Algerije, Libië, Egypte, Libanon, Syrië, Jemen, Ethiopië, Iran, Irak, Afghanistan, enz… toont de auteur aan hoe uiteenlopende evoluties uiteindelijk altijd tot quasi hetzelfde eindresultaat leidden: in de meeste landen werd de democratie (voor zover die er al was) uitgehold en omgezet in een al dan niet gewelddadige dictatuur. Deze dictaturen werden van binnenuit, maar vaak ook met inmenging van “externe” gelijkgestemden, bevochten, wat leidde tot geweld en onderdrukking van bepaalde delen van de bevolking al dan niet gepaard gaande met etnische zuiveringen of erger. Dit alles met als eindresultaat dat heel wat van die landen onbestuurbaar werden, met alle verdere nefaste sociale en economische gevolgen vandien voor de lokale bevolking.
Telkens verloren grote groepen van de bevolking hun territorium, hun broodwinning en/of hun veiligheid en gingen op de vlucht op zoek naar veiligheid en voorspoed, eerst binnen de Arabische regio, later naar het Westen. Dat deze groep van ontheemden – de “oorlogskinderen” uit het citaat hierboven – een gemakkelijke en zelfs dankbare groep was voor haatpredikers en op wraak beluste radicalen hoeft dan ook geen verwondering te wekken. Deze op zich reeds explosieve cocktail van vooral lokale spanningen werd verder aangewakkerd door destabiliserende factoren zoals de Koerdische invloed die zich over meerdere van die Arabische landen uitstrekt, de Israëlisch/Palestijnse kwestie over het zoeken naar een “eigen” land, de verstorende invloed van enkele landen die letterlijk en figuurlijk zwemmen in hun petrodollars (en zich gewoon met geld proberen in te kopen in andere landen.
Kortom deze regio is geëvolueerd naar een totaal instabiel kluwen van vooral lokale potentaten en clanoversten die hun eigen macht en invloed proberen te bestendigen en uit te breiden. De islam is meestal een “mooie” saus die over het gerecht wordt gegoten om de echte onderliggende en rauwe realiteit te verbergen. En ook de nefaste invloed van de grote mogendheden, zowel van het Westen als van Rusland, mag niet over het hoofd worden gezien. Dat in deze regio, waar iedereen op zichzelf is aangewezen om te kunnen overleven, de meeste broeinesten voor terroristen te vinden zijn hoeft het dan ook niet te verwonderen.
Dit uiterst boeiende boek verplicht ons om met de nodige nederigheid, want wij zijn met zijn allen zeker geen onschuldige toeschouwers in dit groteske drama, en nuance (er is niet één schuldige in dit verhaal) naar dit Arabisch Kruitvat én de gevolgen ervan te kijken. Een aanrader dus.
Mark Heirman, Het Arabisch kruitvat, Houtekiet, 2017
Recensie door Mark Bienstman