De natuurlijke historie van de verwoesting - W.G. Sebald
De omvang van de verwoesting van de Duitse steden in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog was gigantisch. Opvallend genoeg is er in de Duitse literatuur over de bombardementen van de geallieerden vrijwel niets terug te vinden. De Duitse hoogleraar W.G. Sebald die geboren werd in 1944 in Zuid Duitsland, heeft zelf de catastrofe van de verwoesting van het Derde Rijk niet meegemaakt maar ergert zich over het collectieve stilzwijgen erover. Blijkbaar rust er een soort taboe over dit onderwerp en wordt de verwoesting van Duitsland niet zozeer gezien als het einde van een collectieve aberratie maar als een voorwaarde en het begin van de succesvolle wederopbouw, het zogenaamde Wirtschaftswunder. In zijn boek De natuurlijke historie van de verwoesting verwijt Sebald de literatoren van die tijd dat het blijkbaar belangrijker was om hun eigen positie te herdefiniëren dan de werkelijke omstandigheden weer te geven. Sebalds analyse van het gebrek aan aandacht in de literatuur voor deze catastrofe leidde in Duitsland tot felle discussies. Zijn harde aanval op het politiek correcte geweten van de literatoren fungeerde als knuppel in het hoenderhok. Sebald had het over ‘het onvermogen van een hele generatie Duitse schrijvers om dat wat ze hadden gezien op te tekenen en een plaats te geven in ons geheugen’, en raakte daarmee een tere plek.
De essentiële vraag is of de luchtbombardementen op Duitsland die begonnen in februari 1942 zowel strategisch als moreel te rechtvaardigen waren. Sebald stelt daar vraagtekens bij en wijst erop dat in het voorjaar 1944 de Duitse industriële productie nauwelijks schade had opgelopen en dat de moraal van de Duitsers ongebroken was. Het feit dat de Britten en Amerikanen daarna nog intensiever de Duitse steden, vaak zonder enig militair belang, plat bombardeerden was eerder het gevolg van de eigen dynamiek van de geallieerde wapenproductie en belangrijk voor het opkrikken van het Britse moreel. Het is een betwistbare stelling, maar het gaat Sebald eigenlijk om de vraag waarom hierover niet werd gerapporteerd en aldus geen publiek debat werd gevoerd. Nochtans waren miljoenen mensen hierbij betrokken. Bij de vernietiging van Hamburg, in de zomer van 1943, werden tienduizenden burgers gedood en sloegen één en een kwart miljoen mensen op de vlucht. En hetzelfde gebeurde nadien bij de vernietiging van andere Duitse steden. Via speciale technieken werden steden letterlijk in brand gebombardeerd met als doel zoveel mogelijk te vernietigen en burgers te doden. Met tijd-ontstekingsbommen trachtte men ook de brandweerlieden en andere hulpverleners doelbewust te treffen. Miljoenen Duitsers hebben het direct of indirect meegemaakt. En toch was de natuurlijke reflex van al die ‘getuigen’: zwijgen en zich afwenden.
Er waren enkele uitzonderingen op de regel. Zoals Hans Nossack een Duitse schrijver die onder de nazi’s een publicatieverbod kreeg. Bij het bombardement van Hamburg, waar hij leefde, verloor hij al zijn bezittingen waaronder zijn onuitgegeven manuscripten. In 1947 publiceerde hij Nekyia, een soort reis naar het dodenrijk. En Hermann Kasack die in zijn boek Die Stadt hinter dem Strom een in puin geschoten stad beschreef en definitief afrekende met de waanzin van het nationaal socialisme. Maar ook in die werken zat als ondertoon een soort van onafwendbare noodlottigheid. De enige die op zoek ging naar de realiteit was de historicus Jörg Friedrich in zijn boek Das Gesetz des Krieges maar die kreeg volgens Sebald niet de aandacht die hij verdiende. Dat is de voorbije jaren veranderd. Sebald overleed in 2001 en kon dus niet bevroeden dat het laatste werk van Friedrich onder de titel De Brand. De geallieerde bombardementen op Duitsland van 1940 tot 1945 - dat verscheen in 2003 - thans wel heel wat aandacht krijgt.
Sebald wil met zijn uitlatingen de waanzin van het nationaal-socialisme niet wegmoffelen of reduceren. In een naschrift stelt hij duidelijk dat Hitler en Göring, indien ze over voldoende middelen hadden beschikt, Londen en andere Britse steden van de kaart hadden geveegd. De eerste steden die via luchtbombardementen vernietigd werden, waren trouwens Guernica, Warschau, Belgrado en Rotterdam. En ook Stalingrad werd in augustus 1942 bestookt door 1.200 Duitse bommenwerpers wat leidde tot 40.000 doden. Dat neemt niet weg dat we net zoals Sebald en Friedrich de grotendeels zinloze vernietiging van honderden Duitse steden, waarbij ongeveer een half miljoen doden vielen, moreel ter discussie moeten stellen. Het boek van Sebald vormt hiertoe een belangrijke bijdrage en is tegelijk een aansporing tot verder onderzoek voor al wie bereid is lessen te trekken uit de geschiedenis.
W.G. Sebald, De natuurlijke historie van de verwoesting, De Bezige Bij, 2004
Recensie door Dirk Verhofstadt