Lenteriten - Modris Eksteins

Lenteriten - Modris Eksteins

De 20ste eeuw, die zo hoopvol begon met de wereldtentoonstelling in Parijs, ontspoorde in een van de meest gruwelijke van de menselijke geschiedenis. Daarvoor staan Ieper, Neurenberg, Guernica, Kolyma, Auschwitz, Dresden, Hirosjima, Tjernobyl en Sarajevo symbool. Wie de oorzaken hiertoe beter wil begrijpen kan niet voorbij aan de Eerste Wereldoorlog. Over het ontstaan van de nieuwe tijd schreef de Canadese historicus Modris Eksteins het indrukwekkende boek Lenteriten. Anders dan bijvoorbeeld Eric Hobsbawn in zijn boek Een eeuw van uitersten concentreert Eksteins zich hierbij niet zozeer op de economische en politieke factoren maar wel op culturele en technologische gebeurtenissen die een grote indruk maakten op de westerse mens. De auteur zoomt daarbij in op historische evenementen zoals de opvoering van Stavinsky’s ballet Le Sacre du Pintemps in 1913, de legendarische transatlantische vlucht van Charles Lindbergh in 1927 en de publicatie van het boek Van het westelijk front van Erich Remarque in 1929. Elk van deze schijnbaar los van elkaar staande gebeurtenissen zorgde voor grote opwinding bij het publiek. Intellectuelen en kunstenaars uit het begin van de vorige eeuw riepen op tot vernieuwing en tot een zuivering van de wereld. Het rationalisme van de 19de eeuw moest plaats maken voor alles wat snel, nieuw en vluchtig was en voor de drang naar risico, schepping en vernietiging. De Eerste Wereldoorlog vormde de belangrijkste gebeurtenis binnen deze ontwikkeling en was in die zin beslissend voor het verdere verloop van de 20ste eeuw.

Modris Eksteins beschrijft op indringende wijze de gemoedsstemming onder het Duitse volk aan het begin van de vorige eeuw. In tegenstelling tot Engeland en Frankrijk ontwikkelde Duitsland zich pas diep in de 19de eeuw tot een territoriale eenheid. Particularisme en provincialisme hadden in die tijd nog een grote impact. Alhoewel veel later gestart verliep de industrialisatie en de toegankelijkheid tot het onderwijs in Duitsland evenwel sneller dan in andere landen. Er ontstond een cultus van de Technik en een sterk geloof in de wetenschap. Dit alles droeg er toe bij dat Duitsland tegen 1914 zowel op industrieel als militair vlak boven alle andere landen uitstak. Berlijn werd ook het culturele centrum waarin avant-garde, futurisme en modernisme bloeiden. Deze enorme ontwikkeling in enkele decennia droeg bij tot de toenemende zucht naar oorlog als uiting van een superieure cultuur en de bevrijding van de burgerlijke bekrompenheid en onbeduidendheid waarin de Duitsers zich zagen opgesloten. Tegenover het activistische Duitsland stond Groot-Brittaninië als symbool van het conservatisme. Het wereldrijk dat zich beriep op orde en gezag. Op die manier groeide een spanning tussen de Duitsers die via de oorlog de wereld wilden veranderen en de Engelsen die via de oorlog hun wereld intact wilden houden.

Het enthousiasme om oorlog te voeren was in 1914 in zowat alle landen bijzonder groot. Zelfs traditioneel pacifistische partijen als de Duitse socialisten keurden in de algemene roes de oorlogskredieten goed. Tevens bestond de overtuiging dat de oorlog van korte duur zou zijn. Maar al snel verzandde de Grote Oorlog in een Stellungskrieg waarbij miljoenen slachtoffers vielen in de veldslagen bij Verdun, de Somme en Ieper. Stilaan groeide bij de soldaten het besef van de zinloosheid van gevechten waarbij ondanks enorme verliezen nauwelijks terreinwinst werd geboekt. Dat uitte zich opvallend tijdens de kerstdagen van 1914 toen soldaten uit beide partijen met elkaar verbroederden. Modris Eksteins beschrijft deze bijna sprookjesachtige gebeurtenis met tal van ontroerende voorbeelden die een van de weinige lichtpuntjes vormen in die afschuwelijke oorlog. De legerleidingen zagen het evenwel anders en zochten hun heil in nieuwe wapens zoals tanks, vliegtuigen, onderzeeërs en gifgas. Het ondermijnde nog meer de moraal van de soldaten die zich vrijwillig hadden aangemeld in de naïeve veronderstelling dat ze door hun heroïsch gedrag bijdroegen tot de glorie van de natie. Desondanks blijft het merkwaardig hoezeer na de wapenstilstand in 1918 grote groepen ‘oudstrijders’ zo oorlogszuchtig bleven. Typerend is daarbij alvast de houding van korporaal Adolf Hitler die in tranen uitbarstte toen de Duitse nederlaag bekend werd gemaakt en de schuld hiervoor bij de verraders in de regering zocht. De diepe ontgoocheling, het gevoel van zinloosheid en vernedering (ondermeer door de opgelegde herstelbetalingen en andere bepalingen in het Verdrag van Versailles) maakte de verslagen Duitse soldaten gemakkelijk vatbaar voor het politieke extremisme dat in de jaren twintig opgang maakte.

De Eerste Wereldoorlog kostte het leven aan negen miljoen mensen met daarnaast 21 miljoen gewonden. Wat volgde was berusting, vertwijfeling en zelfs gevoelens van wraak. “Het oude morele gezag en de traditionele waarden bezaten geen geloofwaardigheid meer”, schrijft Eksteins. Hij verwijst ook naar Paul Valéry die reeds in 1922 een profetische uitspraak deed. “De storm is geluwd en toch zijn we nog steeds rusteloos, voelen ons niet op ons gemak, alsof de storm ieder ogenblik kan losbarsten.” Vooral jongeren wezen de conventionele politiek met minachting van de hand en neigden naar radicalisme en onverschilligheid. Toen in 1929 het boek Van het westelijk front van Erich Remarque verscheen, zorgde dit meteen voor grote consternatie. Het was het eerste boek waarin de oorlogservaringen op een realistische manier werden beschreven. In zijn inleiding schreef de auteur dat ‘hij verslag wou uitbrengen over een generatie die door de oorlog is vernietigd, ook als ze aan zijn granaten wist te ontkomen’. Het was een aanklacht tegen de samenleving die alle menselijkheid, schoonheid, liefde en individualiteit had vernietigd. Het boek kreeg tegenwind van conservatieve krachten omdat het ‘de idee van geestelijke wedergeboorte, gebaseerd op traditionele waarden’ aantastte. Maar de felste kritiek kwam van de fascisten die zich verzetten tegen elke zinspeling op de zinloosheid van de oorlog. Een jaar later liet nazi-minister van Binnenlandse zaken van de staat Thüringen het boek uit de bibliotheken verwijderen wegens ‘pascifistisch-marxistische propaganda’. Nog later werden de boeken van Remarque verbrand.

Modris Eksteins voert aan dat Duitsland de modernistische natie par excellence van de 20ste eeuw is geweest. In dat plaatje past zelfs het nationaal-socialisme dat zijn irrationalisme koppelde aan een gebruik van de moderne techniek en streefde naar de creatie van een nieuw type mens. Opmerkelijk is daarbij dat de Duitsers niet tot het nazisme werden gedwongen (wat veel mensen nog steeds geloven) maar zich aangetrokken voelden door de kracht en vitaliteit van de beweging, en door het op antisemitisme gebaseerde programma. De nazi’s gebruikten inderdaad ‘moderne’ technieken om Europa te veroveren en later de joden uit te roeien. In die zin kan men de stelling van de auteur dat Duitsland een ‘modernistische natie’ was onderschrijven. Hieruit mag evenwel niet geconcludeerd worden dat Duitsland voor de ‘moderniteit’ was. Integendeel, juist in het Duitsland van de eerste helft van de 20ste eeuw werden zowat alle waarden van de moderniteit met de voeten getreden. Het individu werd ondergeschikt gemaakt aan de gemeenschap, persoonlijke vrijheid en meningsuiting moesten plaats maken voor een nationalistisch fanatisme. Toen de romantiek, het nationalisme en het extremisme de twintigste eeuw binnenmarcheerden lieten mensen het individualisme massaal los en lieten ze zich meeslepen op het ritme van de militaire marsen. Even belangrijk lijkt me ook de vaststelling dat de Eerste Wereldoorlog het keerpunt betekende in de relatie tussen individu en staat. Door de oorlog kreeg de staat een belangrijke greep op het individu maar ook op de economie. “De Leviathan van Hobbes werd realiteit”, zo schrijft Eksteins. Het is een realiteit die nog doorwerkt tot de dag van vandaag. In die zin is het boek Lenteriten een aanrader voor al wie het verdere verloop van de geschiedenis wil begrijpen.

 

Modris Eksteins, Lenteriten, Manteau/Anthos, 2003, 446 blz.

Recensie door Dirk Verhofstadt

mailto:verhofstadt.dirk@pandora.be

Print Friendly and PDF
Lopen tegen de wind - Darya Safai

Lopen tegen de wind - Darya Safai

Lof van de geesteswetenschappen - Fareed Zakaria

Lof van de geesteswetenschappen - Fareed Zakaria