Een sociale overlappende consensus - Johannes Derboven
Hoe samenleven wanneer er steeds vaker in wij-zij termen wordt gedacht? Hoe een draagvlak creëren voor solidariteit wanneer er verschillende breuklijnen aanwezig zijn in de samenleving? Deze problematiek is een van de aspecten die Patrick Loobuyck behandelt in zijn nieuwe boek Samenleven met gezond verstand. De kern van zijn betoog bestaat eruit dat alle burgers zouden moeten instemmen met een overlappende consensus om samenleven in diversiteit mogelijk te maken.
Om te bepalen wat deze consensus allemaal zou moeten omvatten baseert hij zich op het gedachte-experiment van Rawls. Hierbij verplaatst men zich in de originele positie, waar mensen bepalen in welke samenleving ze willen leven. Een sluier van onwetendheid zorgt er in dit gedachte-experiment voor dat men niet weet wie men zal zijn in de samenleving en welke talenten, voorkeuren, geslacht, religie, enzovoort, men zal hebben. Wie zich in deze positie plaatst, zal een liberale democratie verkiezen, waarin er fundamentele grondrechten zijn die buiten de normale democratische besluitvorming blijven. Men zal er namelijk zeker van willen zijn dat men als vrouw niet benadeeld zal kunnen worden, dat men het recht zal hebben om van religie te veranderen, dat men vrijuit meningen zal kunnen uiten, enzovoort.
Deze liberale democratie gaat gepaard met staatsneutraliteit. Vaak wordt dit neergezet als een vorm van relativisme waarbij het morele kompas volledig is doorgeslagen. Maar Loobuyck geeft hen ongelijk: ‘De liberale democratie en het politiek liberalisme hebben wel degelijk een moreel uitgangspunt: respect voor de mens als inrichter van het eigen leven’. Dit uitgangspunt kan ook gebruikt worden ter verdediging van een gelijkekansenbeleid en voor sociale rechtvaardigheid. Want hoe kan iemand zijn eigen leven vorm geven als hij daarvoor de middelen niet heeft? De neutraliteit van de staat en de solidariteit via sociale zekerheid zijn natuurlijk verschillend van karakter. Terwijl het eerste dient ter bescherming tegen de staat, vereist het twee juist inmenging door de staat.
De welvaartstaat en onze economie, gebaseerd op vrijhandel en globalisering, hebben ervoor gezorgd dat we maatschappelijke kwesties vaak vanuit utilitaristisch oogpunt bekijken. Hierbij trachten we de (publieke) middelen zo efficiënt mogelijk aan te wenden, vaak zonder hierbij inhoudelijke morele keuzes te maken. Zo verdedigen we de vrije markt omdat deze voor optimale welvaartscreatie zorgt. Maar een maatschappij die het hierbij zou laten wordt vaak als immoreel ervaren. Er zijn namelijk steeds winnaars en verliezers in de markt.
Volgens libertariërs die voor de nachtwakersstaat pleiten, is dit echter voldoende. De staat moet voor hen enkel de fundamentele rechten en het eigendom verdedigen. Herverdeling zou namelijk een te grote inbreuk plegen op het eigendom van mensen. Als men dit toepast, zal de factor toeval een zeer grote rol gaan spelen in mensen hun leven. Kansarmen worden dan dubbel gestraft. Deze vorm van samenleven stuit bij velen dan ook terecht tegen de borst.
Het gedachte-experiment van Rawls zorgt er daarentegen voor dat men voor een maatschappij kiest waarin er een sterke sociale zekerheid is met onder meer: algemeen toegankelijk en degelijk onderwijs en voldoende hoge uitkeringen. Men zou namelijk zelf in een situatie van werkloosheid terecht kunnen komen of opgroeien in een gezin waar weinig middelen zijn om te studeren. Een samenleving gericht op gelijke kansen voor alle burgers heeft dus een sterke sociale zekerheid nodig.
Deze solidariteit via de sociale zekerheid is door Loobuyck eveneens behandeld in zijn boek. Volgens hem is er een gemeenschapsverhaal nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende draagvlak is voor deze sociale rechten. Dit draagvlak moet volgens hem actief door de overheid worden gecreëerd. Hierbij voert hij een pleidooi voor liberaal-nationalisme, wat echter overkomt als een contradictio in terminis. Natuurlijk is de solidariteit via de sociale zekerheid nationaal bepaald. Maar is het echt nodig om bijvoorbeeld met een Belgisch verhaal te komen, wanneer men een sociale zekerheid op Belgische schaal wil verdedigen? Is het niet mogelijk om, net zoals bij de overige aspecten van de overlappende consensus, dit te promoten via onderwijs? Of door ervoor te zorgen dat de sociale zekerheid zo optimaal mogelijk werkt? Ongeveer iedereen moet op een gegeven moment wel eens beroep doen op de sociale zekerheid: bij werkloosheid, bij een ernstig ongeval, voor zijn pensioen,...
Een goed werkende sociale zekerheid, waarvoor de middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, en waar iedereen aanspraak op kan maken wanneer het nodig is, lijkt mij een betere manieren om draagvlak te creëren. De sociale zekerheid zou als het ware zichzelf moeten kunnen verkopen. De mate en omvang van de sociale rechten vormen daarentegen een steeds blijvende discussie.
In een liberale democratie zijn er fundamentele grondrechten waar men niet zomaar aan kan tornen. Hoewel de focus hierbij vaak (en terecht) ligt op de fundamentele vrijheden, zijn sociale rechten ook zeer belangrijk om het draagvlak van de liberale democratie te behouden. Wanneer mensen in een achtergestelde positie geraken is de lokroep van populisten en extremisten des te aanlokkelijk. Daarom is het belangrijk dat de overlappende consensus niet enkel gaat over onze samenlevingsvorm die gebaseerd is op fundamentele rechten en een neutrale overheid, maar dat het belang van solidariteit en gelijke kansen hierin ook aanwezig is.
Johannes Derboven
De auteur is kernlid van Liberales