Waarom ik optimistisch blijf, ook over de VS - Mathias De Clercq
Als Schepen van de stad Gent was ik met een economische delegatie aan de Amerikaanse Oostkust. Dat was enigszins met een wrang gevoel. ‘The land of the free’ lijkt met de beslissingen van haar nieuwe president elke dag wat minder vrij. Van het aan banden leggen van vrijhandelsakkoorden, het negeren van de klimaatopwarming, de depreciatie voor internationale samenwerkingsverbanden en het optrekken van een grensmuur, tot het bannen van mensen op basis van hun nationaliteit en geloof. De lijst is indrukwekkend en dikt aan.
Duidelijk is dat Washington de liberaal-democratische samenlevingsvisie, gebaseerd op het scheppen van vrede door samenwerking en economische interdependentie uitdaagt. Ironisch, omdat net de VS als dominante wereldmacht de op dat principe gebaseerde naoorlogse liberale wereldorde naar eigen hand schiep. Net door toedoen van de VS kon de door Kant beschreven “spirit of commerce” opbloeien. Maar vandaag waart een spook van angst door het Westen. Angst voor andere culturen en voor een veranderende economie. Die angst strookt doorgaans niet met de realiteit. De overgrote meerderheid van de nieuwkomers past zich vlot aan, de economie veert op en de werkloosheidscijfers dalen.
Toch nestelde het doemdenken zich in vele geesten. Door het oppoken van gevoelens als vervreemding en misnoegdheid om het verval van Main Street America wist Trump verkiezingen te winnen. Ondertussen hopen valse profeten in Europa op succes met soortgelijke recepten. Maar angst is doorgaans een slechte raadgever. Franklin Roosevelt wist dat al in 1933: “the only thing we have to fear is fear itself.” Ook toen beleefde het Westen een woelige periode. De VS kregen toen evenwel een president die angst niet uitbuitte, maar een boodschap van positivisme, hoop en vertrouwen bracht. Een groot verschil met 2017.
Vandaag zien we dan ook een nieuwe ideologische breuklijn tussen de liberale open samenleving en de nationalistische gesloten samenleving. Een breuklijn tussen hoop en angst, tussen internationale samenwerking en gesloten grenzen, tussen science-based beleid en post-truth beleid. Een breuklijn tussen bruggen- en muurbouwers, zoals The Economist treffend beschreef. De aanhangers van de open samenleving bepleiten vrijheid, vrijhandel, vooruitgang, internationale samenwerking en globale welvaart, de politieke doctrine die de Koude Oorlog won. “The End of History”, zoals toen door Francis Fukuyama voorspeld kwam er echter niet. Na de val van de USSR claimde de Harvardprofessor dat het eindpunt van de ideologische evolutie was bereikt en de westerse liberale democratie de ultieme vorm van politieke ordening geworden was. Een periode van zorgeloos optimisme en menselijke en economische vooruitgang leek ingezet.
Dat de geschiedenis niet stopte werd snel duidelijk. Dat de Amerikaanse president in 2017 de open samenleving zou verwerpen, kon niemand voorspellen. Ondertussen regeert Donald Trump, niet gehinderd door veel historisch besef, als een rattenvanger van Hamelen en propageert hij een gesloten, op zero-sum-games, gebaseerde wereldvisie, waarbij eigen winst het verlies van de andere is en medespelers, tegenspelers worden. Overtuigd dat protectionisme en het sluiten van grenzen leidt tot meer welvaart, meent hij ook dat het weren van mensen omwille van nationaliteit of geloof, leidt tot meer veiligheid. Ieder voor zichzelf denkt hij. Ver weg is de tijd van JFK met zijn “a rising tide lifts all boats.”
Betekent die nieuwe realiteit het einde van onze democratie en welvaart? Geenszins. De welvaart en samenwerking die we vandaag kennen zijn uniek in de geschiedenis. Dat is de erfenis van de liberaal-democratische wereld. Zij die de open samenleving willen beschermen, moeten evenwel assertiever worden in het verdedigen van die erfenis. Daarbij mogen we de ogen niet sluiten voor de oorzaken van het succes van murenbouwers. Veel burgers zoeken naar houvast. De globalisering heeft weliswaar de welvaart globaal versterkt, maar is niet steeds voor iedereen positief geweest.
Willen we ons maatschappijmodel veiligstellen dan mogen we dat niet negeren. Dan moeten we mensen op een veranderende arbeidsmarkt weerbaarder maken, investeren in onderwijs, ons sociaal vangnet en veiligheid. Evengoed moet het Europese project op haar zestigste verjaardag dringend aantonen dat het nog niet op pensioen gaat, maar antwoorden kan geven aan deze uitdagingen. Burgers willen een Europa dat perspectief biedt, vrijheid hoog in het vaandel draagt en deze garandeert. Vele burgers willen niet af van internationale samenwerking, maar vragen een meer democratisch gecontroleerde en kwaliteitsvollere globalisering. Zie daar, meteen een belangrijke werf waarmee Europa het verloren vertrouwen kan herstellen. De ogen sluiten kan niet. Ten minste als we niet wakker willen worden in een Hobbesiaanse wereld waarin we vanachter eigen grenzen, welvaart en vrede moeten trachten te behouden. Daarom is het meer dan ooit tijd voor een strijdbaardere open samenleving. Ook in ons eigen land liggen immers haar doodgravers in verschillende gedaanten op de loer.
Net omwille van wat de westerse liberale democratie bereikte blijf ik optimistisch, ook over de VS. Het Obama-optimisme is niet vervlogen, het systeem robuust. Nu al blijken tal van rechters, gouverneurs, burgemeesters, congresleden, senatoren en burgers niet akkoord. Laten we de miljoenen Amerikanen de hand reiken, die net als miljoenen Europeanen geloven in de kracht van de open samenleving. Laten we het signaal geven dat we allen in de eerste plaats wereldburgers zijn.
Mathias De Clercq
De auteur is Eerste Schepen in de stad Gent en Vlaams Volksvertegenwoordiger voor Open VLD.
Links