Over het kanaal - Annelies Beck

Over het kanaal - Annelies Beck

In de zomer van 1914 trokken soldaten uit zowat alle Europese landen juichend ten oorlog. Ze waren ervan overtuigd dat ze de vijand in enkele weken tijd, hooguit tegen kerstdag, zouden kunnen verslagen. De realiteit was echter anders. Miljoenen soldaten en burgers lieten het leven in een van de meest zinloze oorlogen die ooit gevoerd werd. Dat de Grote Oorlog nog steeds zoveel aandacht krijgt, komt ongetwijfeld door het feit dat ze indirect de aanleiding vormde tot de Tweede Wereldoorlog en later de opdeling van Europa in een communistisch en een kapitalistisch blok. De strijd die toen tot in het absurde gevoerd werd – denk aan de veldslagen waarbij men op enkele dagen tienduizenden mensenlevens opofferde om enkele kilometers terrein te winnen – heeft tot vandaag sporen en littekens nagelaten. Elk jaar bezoeken vele duizenden Britse jongeren de graven rond Ieper en Diksmuide en het museum Flanders Fields. Daar liggen immers hun grootouders of overgrootouders begraven.

In zijn meesterwerk Godenslaap beschrijft Erwin Mortier dat de Grote Oorlog niet alleen een impact had op de vechtende partijen die verschanst zaten in de loopgrachten van Nieuwpoort aan de Belgische kust tot aan de Zwitserse grens. Ook daarbuiten voelde men de effecten ervan. Talloze Belgische vluchtelingen zochten een onderkomen achter het front, diep in Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië. In de Franse en Britse steden en dorpen verdwenen stilaan maar zeker de lokale jongvolwassen mannen die werden aangespoord om als dienstplichtige of ‘vrijwilliger’ het leger te vervoegen, en die als kanonnenvlees werden ingezet tijdens de oorlogsacties die steevast eindigden in massale aantallen gesneuvelden op ‘het veld van eer’.

Tegen deze achtergrond schreef VRT-journaliste Annelies Beck haar debuutroman Over het kanaal dat gebaseerd is op een waargebeurde familiegeschiedenis. Ze verhaalt over de meer dan tienduizend Belgen die na de inval van de Duitsers in België een onderkomen zochten in Glasgow, de grootste stad van Schotland. Een van hen was haar overgrootvader August Keppens, maar centraal in haar boek staat de vijftienjarige Marie Claes. Zij denkt dat ze in de zomer van 1914 naar Glasgow op vakantie gaat, maar na het uitbreken van de oorlog komen er heel wat gevluchte Belgen toe. Die worden eerst warm ontvangen door de Schotse inwoners, maar naarmate de oorlog duurt en ook hun soldaten sneuvelen slaat de stemming om. Ook haar broer Charles vecht mee aan het front en Marie stuurt hem regelmatig brieven toe in de (ijdele) hoop zo meer te vernemen over wat de oorlog nu echt betekent.

Intussen raakt Marie bevriend met Edithe, een suffragette en lid van de Women’s Social and Political Union, die zich verzet tegen elke vorm van onrecht. Zo protesteert ze samen met anderen tegen de huurprijzen die door oorlogsspeculanten de hoogte in worden gejaagd. Maar dan ontdekt Marie dat er ook in de Belgische gemeenschap mensen zijn die de ellende van hun landgenoten uitbuiten ten voordele van zichzelf. Als Marie het onrecht aan de kaak wil stellen, dreigt ze het slachtoffer te worden van een machtsstrijd op het hoogste niveau. Tegelijk dringt het steeds meer tot haar door hoe gruwelijk de oorlog is, iets waarover ze in de brieven die ze van Charles aan het front ontvangt weinig of niets verneemt. Het wordt haar dan ook duidelijk dat haar broer en haar ouders haar willen ontzien.

Annelies Beck beschrijft met veel inlevingsvermogen de bewustwording van de jonge Marie die zich langzaam maar zeker ontpopt van een naïeve puber tot een rebelse jonge vrouw die het niet langer neemt dat men haar de waarheid verbloemt en die opkomt tegen onrecht. Als een Vlaamse zwangere vrouw wordt opgelicht gaat ze in het verweer tegen de baas van haar vader. Dit persoonlijke drama schetst Beck tegen de achtergrond van een stad waarvan de inwoners zich naarmate de maanden voorbijgaan afvragen wat ze met ‘hun’ Belgen moeten aanvangen. ‘Kerstmis was al even voorbij en de eerste golf van solidariteit was over zijn hoogtepunt heen’, schrijft ze. In die context zien de Schotten de stijging van de huurprijzen steeds meer als een gevolg van de grote Belgische kolonie. Op een feest loopt het uit de hand en gaan Schotten en Belgen met elkaar op de vuist.

Soms mist het verhaal wat vaart en blijft het haperen aan enkele uitwijdingen die Beck beter als ballast overboord had gegooid. Maar geleidelijk ontstaat een literair kantwerk waarin de bekommernis van de ouders voor hun dochter Marie centraal staat, en met stil verdriet de dood van hun zoon verwerken. Dat staat mooi beschreven in een fragment waarin de dochter de doos met briefwisseling tussen haar overleden broer en haar ouders doorneemt. In haar epiloog wordt duidelijk dat de hele roman gebaseerd is op echt gebeurde feiten en wat er met de personages die werkelijk bestonden later gebeurd is. De meeste Belgen zijn na de oorlog naar hun land teruggekeerd, slechts een handvol bleef in Glasgow. Beck schreef niet alleen een knap verhaal, maar haalde ook het stof weg van een interessant stuk van onze geschiedenis.

 

Annelies Beck, Over het kanaal, De Geus, 2011

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
Effectief altruïsme - Peter Singer

Effectief altruïsme - Peter Singer

De ogen van de Panda - Etienne Vermeersch

De ogen van de Panda - Etienne Vermeersch