Door het oog van de naald - Helga Herzberg

Door het oog van de naald - Helga Herzberg

In januari 1945 werd het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau bevrijd. Later in dat jaar werden ook de andere SS-kampen bevrijd. Om dit historische feit te herdenken startte Uitgeverij Verbum in 2005 met een de reeks: Verbum Holocaust Bibliotheek. De uitgeverij kwam toen niet met één boek op de markt maar kondigde in één slag meer dan tien nieuwe publicaties aan over dit onderwerp. Het gaat om een gevarieerde reeks monografieën, memoires, biografieën en Holocaust klassiekers waarin zowat alle vaak gruwelijke facetten van de Endlösung aan bod komen. Sommigen zullen zeggen dat er over dit thema al genoeg is verschenen en dat de lezers ‘verzadigd’ zouden zijn. Dit klopt niet. Op een ogenblik dat de laatste directe getuigen van dit vreselijke drama van de twintigste eeuw wegvallen, is het meer dan ooit nodig om hier aandacht voor te hebben. Zoals de uitgever zelf zegt behoren het onmenselijke karakter en de omvang van de Holocaust tot de grootste raadsels uit de wereldgeschiedenis. Er blijven nog heel wat vragen over het hoe en het waarom. Daarbij komt dat we vandaag opnieuw geconfronteerd worden met religieus fanatisme, een toenemende onverdraagzaamheid en een groeiend antisemitisme.

Een van de meest aangrijpende boeken is de getuigenis van Helga Herzberg onder de titel Door het oog van de naald. Helga werd geboren in Duitsland en haar vader Max Ziversmit werkte toen in Düsseldorf bij de Dresden Bank. Toen hij ontslagen werd, keerde de familie Zilversmit terug naar Nederland en vestigde zich in Maastricht met een modezaak. Medio 1940 begonnen de Jodenwetten met hun discriminerende werking. Vanaf dan mochten joden niet meer naar school of op parkbanken zitten. Op een dag kwam een lid van de Nationaal Socialistische Beweging en die eiste de zaak op. Haar ouders sloegen op de vlucht naar Luik in België waar ze werden opgevangen door mensen van het verzet. Maar eind 1943 werden ze verraden en kwam Helga terecht in de citadel van Luik. Vandaar werd ze overgeplaatst naar de Dossinkazerne in Mechelen en in april 1944 op transport gezet naar Auschwitz. Daar werd ze ingedeeld bij de ‘levenden’, kaalgeschoren en het nummer 76.738 ingebrand in haar arm. ‘We waren geen mens meer, maar een nummer’, zo getuigt Helga Herzberg waarna haar helletocht begon doorheen de diverse nazikampen en later de dodenmarsen.

Helga geloofde in een God, maar daar begon ze nu sterk aan te twijfelen. ‘Hoe kon God dit toelaten’, zo dacht ze. Het was dezelfde prangende vraag die jarenlang de Nobelprijswinnaar voor de Vrede Elie Wiesel bleef kwellen: hoe kon God gedurende de Holocaust lijdzaam toekijken hoe zes miljoen onschuldige mensen gedood werden? In Blok 7 in Birkenau vroeg ze aan een Duitse non wat ze in hemelsnaam misdaan had om hier gevangen te zitten. ‘Ik was onderwijzeres en ik zei dat Hitler niet deugde’, antwoordde de non. Helga werd tewerkgesteld in de Weichsel Metall Union dat handgranaten produceerde en dat was haar redding. Later kreeg ze te horen dat het bedrijf daar vier mark per week per werkende gevangene voor betaalde. Later werd ze overgeplaatst naar het Stammlager Auschwitz, het hoofdkamp tot dit op het punt stond om door de Russen ingenomen te worden. Vanaf dan begon een nieuwe lijdensweg, een dodenmars die hen naar het centrum van Duitsland dreef en waarbij talloze gevangenen werden doodgeschoten omdat ze te traag vooruit gingen.

Die dodenmars en opjagen naar andere kampen zijn de meest gruwelijke uit het boek. Zo kwamen Helga en haar medegevangenen toe in Loslau waar ze in open veewagons werden gestopt. Ze kwamen toe in Oraniënburg, doorgestuurd naar Sachsenhausen en tenslotte overgebracht naar Ravensbruck. Overal zaten de kampen overvol. Uiteindelijk werden ze naar het station naar Leipzig gevoerd richting Dresden, maar de spoorwegen waren gebombardeerd en onberijdbaar. Uiteindelijk wisten de Duitsers geen blijf meer de gevangenen en stonden ze plots alleen en vrij in Wernsdorf waar ze bevrijd werden door de Amerikanen. Ze hadden honger en zwierven ronden naar de omliggende hoeves. ‘Zo belden we aan bij een dominee. We durfden niet te zeggen dat we joods waren. Maar hij wilde geen mensen uit concentratiekampen in huis hebben; Die waren vies en vuil’, zo schrijft Helga Herzberg.

Uiteindelijk kon ze naar huis trekken en moest ze een half jaar op bed liggen om te genezen. Helga had geluk, want haar gezin was min of meer ongeschonden uit de oorlog gekomen, maar zowat alle andere joodse families misten familieleden. Bijna zestig jaar lang heeft Helga niets verteld over haar ervaringen. Al die tijd plakte ze een pleister over haar tatoeage om niemand te storen. Maar nu heeft ze gesproken. Het boek is dan ook een authentieke getuigenis van iemand die de gruwel van dichtbij meemaakte. Die ervaring drukt nog steeds op haar. Zo kan ze niet begrijpen wat die Amerikaanse militaire bezielde om enkele Iraakse gevangenen in Abu Ghraib te vernederen tot beesten. Het boek van Helga Herzberg vormt de zoveelste waarschuwing tot wat een totalitair regime kan leiden.

 

Helga Herzberg, Door het oog van de naald, Verbum, 2006

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
Het Belgisch labyrint - Geert Van Istendael

Het Belgisch labyrint - Geert Van Istendael

Eerste John Stuart Mill lezing door Nick Clegg