Over het dempen van ideologische beerputten - Maarten Boudry
Hoe weet je of een partij heeft gebroken met haar ranzige verleden? De voorloper van het Vlaams Belang, het Vlaams Blok, heeft diepe wortels in de collaboratiebeweging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verschillende kopstukken hebben in hun jeugd geflirt of gedweept met het neo-Nazisme. De videobeelden uit 1991 waarop Filip Dewinter schreeuwt om een “blank Europa”, zijn wijd en zijd bekend. Sinds enige tijd doet de partij veel moeite om zich een salonfähig imago aan te meten. Maar is de beerput gedempt, of is er enkel een slordig deksel over gelegd? Wat vaststaat, is dat er geregeld onwelriekende walmen uit opstijgen. Dan brengen VB-kopstukken hulde aan het graf van Vlaamse SS-collaborateurs, of duiken er getuigenissen op van partijbijeenkomsten waarop het Horst Wessel lied – de officiële hymne van de NSDAP – wordt aangeheven, of de superioriteit van het blanke ras te bezingen. Dat soort voorvallen gebeurt net iets te vaak om toevallig te zijn.
Enkele weken geleden nog was de beerputlucht weer eens niet te harden. Kopman Filip Dewinter gaf een toespraak voor het Griekse Gouden Dageraad, een neo-nazistische partij die openlijk pronkt met swastika-symbolen. De Winter en zijn gevolg werden uiteindelijk terechtgewezen door hun partijbestuur, maar anderzijds mochten de kwajongens en -meisjes gewoon in de partij blijven. Dat is het politieke equivalent van wat sproeien met de luchtverfrisser: de beerput blijft walmen, maar de geur is wat minder doordringend. Die ambivalente houding met het verleden wijst op een delicate evenwichtsoefening. Aan de ene kant wil het Vlaams Belang beschaafd en salonfähig overkomen, maar aan de andere kant wil ze de achterban van het eerste uur niet teveel tegen de haren in strijken. Naar wat de partijtop écht denkt, blijft het gissen. Vond Tom Van Grieken het bezoek aan de neo-nazi’s van de Gouden Dageraad echt over de schreef, of zat hij enkel verveeld met de media-aandacht, die hem noopte tot een symbolische vingertik? Wat zou hij tegen Filip De Winter onder vier ogen gezegd hebben: “Met neo-Nazi’s wil ik niets te maken hebben”, of eerder “Ik zing ook wel eens het Horst Wessel lied, maar doe dat toch discreet.”
Wat soms wel eens vergeten wordt, is dat de communistische PVDA, aan het andere uiterste van ons politieke landschap, eveneens worstelt met haar aangebrande verleden. De partij werd dertig jaar lang geleid door Ludo Martens, een man die twee andere massamoordenaars van de twintigste eeuw verheerlijkte: Stalin en Mao. Onder zijn leiding stond de Belgische PVDA bekend als één van de meest beginselvaste communistische partijen wereldwijd. Martens’ boek Een andere kijk op Stalin uit 1994, uitgegeven door de PVDA-uitgeverij EPO, is een onversneden apologie van vadertje Stalin, waarin hij al diens misdaden ofwel vergoelijkt ofwel als “reactionaire” leugens van de bourgeoisie afdoet. Martens stak ook de loftrompetten van het communistische terreurbewind in Noord-Korea en bezocht de grote leider Kim Il-sung in 1994, als laatste buitenlandse gast voor de dictator overleed. Heeft de PVDA haar eigen beerputten gedempt? De nieuwe voorzitter Peter Mertens, die de zieke Ludo Martens opvolgde in 2008, beweert van wel. Na de vernieuwingsoperatie in 2008 zou er niet langer plaats zijn voor mensen die met massamoordenaars dwepen. De PVDA vindt nog steeds haar inspiratie in Marx, maar pleit nu voor een Socialisme 2.0. In een publieke verklaring van de partij, te raadplegen op haar website, neemt ze officieel afstand van Mao en Stalin, en beweert ze dat ze “elk contact met de regerende Arbeidspartij van Korea of met welke vertegenwoordiger van het Noord-Koreaanse regime” kordaat heeft verbroken.
Maar net zoals bij het Vlaams Belang stijgen er geregeld walmen op uit de zogezegd gedempte beerput. In 2011, drie jaar na de vernieuwings¬operatie, diende de PVDA een ontwerp¬tekst voor een resolutie in op het door haarzelf georganiseerde International Communist Seminar in Brussel, over het “Amerikaanse imperialisme op het Koreaanse schier¬eiland”. Die tekst, te vinden op het communistische solidnet.org, veroordeelt de “agressieve en provocerende manoeuvres van de Amerikaanse imperialisten tegen de Democratische Volks¬republiek Korea”. In de slotzin lezen we: “Wij betuigen onze trouwe solidariteit (firm solidarity) aan de Arbeids¬partij van Korea en het Koreaanse volk in hun belangrijke strijd voor vrede”. Bemerk de steun aan de Arbeids¬partij, het totalitaire regime van Noord-Korea dus, waarvan Peter Mertens beweerde dat alle banden sinds 2008 compleet werden verbroken. En bedenk dat dit nog publieke uitlatingen zijn, in principe voor iedereen toegankelijk. De internationale bijeenkomsten van de PVDA vinden achter gesloten deuren plaats, afgeschermd van pottenkijkers. Wat zou daar zoal over de lippen gaan? Tom De Meester van PVDA beweert op Twitter dat de verwijzing dat de expliciete steun aan de Arbeidspartij uit de finale versie van de resolutie is geschrapt.
De Arbeids¬partij waaraan de ontwerptekst solidariteit betuigt, is verantwoordelijk voor miljoenen doden, door georganiseerde ‘straf¬uithongering’ en executies van verraders en dissidenten. Sinds zijn aantreden in 2011 heeft dictator Kim Jong-un naar schatting 300 mensen laten executeren. Naar goede stalinistische traditie waren bijna de helft van de slachtoffers militaire en politieke bestuurs¬leden uit de eigen rangen. Onder dat partij¬¬bewind is Noord-Korea niets minder dan een openluchtgevangenis, waarin 99 procent van de bevolking in erbarmelijke omstandigheden leeft, onder de knoet van de knettergekke Kim-dynastie. Naar schatting tienduizenden mensen leven in concentratiekampen voor politieke dissidenten, waar ze levens¬lang dwang¬arbeid verrichten en worden gefolterd. De Nederlandse socioloog Abram de Swaan schrijft in zijn boek Compartimenten van vernietiging dat Noord-Korea “het enige regime is dat tot op de dag van vandaag zijn beleid van vernietiging van de eigen bevolking voortzet”.
Dat de PVDA haar oude demonen nog niet heeft uitgebannen, blijkt ook uit andere incidenten en uitspraken. In de congresverslagen van het internationaal communistisch congres in Hanoi dit jaar lezen we dat de PVDA opnieuw present was, ondanks beloften om dat soort bijeenkomsten niet langer bij te wonen (De Morgen 08/12). Opnieuw staat ze samen op een lijst met vertegenwoordigers uit Noord-Korea. In de gezamenlijke congresverklaring spreken de aanwezige delegaties hun inzet uit voor de viering van de 100e verjaardag van de Oktoberrevolutie, die het begin inluidde van het terreurbewind door de Bolsjevieken. Na de dood van Fidel Castro stak Raoul Hedebouw de loftrompetten voor Fidel Castro. In een interview met Dag Allemaal wou hij de executie van duizenden dissidenten en opsluiting van homoseksuelen niet per se “misdadig” noemen. Natuurlijk was niet alles “rozengeur en maneschijn” in Cuba, zo wou hij nog net toegeven, maar je moet begrijpen dat het land in staat van oorlog was “door de druk van de V.S.”.
En kameraad Ludo Martens? In zijn Afscheid van een kameraad uit 2011 rept Han Soete, mediaspecialist van PVDA, met geen woord over de Stalin-verheerlijking van zijn leermeester. De trouwe PVDA-militant Jan Blommaert, professor psycholinguïstiek aan de universiteit van Tilburg, neemt zelfs de verdediging op voor Martens apologie van Stalin. Blommaert looft de “grondigheid van het feitenonderzoek” en de “objectiviteit” van kameraad Martens. Natuurlijk was hij niet “neutraal”, zo geeft Blommaert toe, maar dat zijn andere wetenschappers ook niet die “vooral de negatieve kanten” van Mao en Stalin belichten. U weet wel, die miljoenen doden in de Goelag, de massa-executies van de Grote Zuivering en de georkestreerde strafuithongering in de Oekraïne.
De politicoloog Pascal Delwit van de ULB schrijft in zijn boek PTB, nouvelle gauche, vieille recettes dat de PVDA/PTB op twee benen hinkt. Naar de buitenwereld toe heeft ze een gematigd imago, maar binnen de eigen partijrangen wordt de strikte Marxistisch-leninistische lijn aangehouden. De spreidstand van Peter Mertens is vergelijkbaar met de spreidstand van het Vlaams Belang. De “vernieuwers” willen breken met het verleden, althans openlijk, maar de oude garde betreurt dat ze hun principes verloochenen en zwichten voor “politieke correctheid” (geen Oostfront-nostalgie meer, geen gore racistische praat). Ook de oude garde bij PVDA heeft heimwee naar Mertens’ voorganger. Verstokte communisten betreuren dat Mertens niet langer de moed heeft om de erfenis van Stalin en Mao te verdedigen. In een artikel op de website van de Russische Communistische Arbeiderspartij wordt Mertens een “revisionist” en “opportunist” genoemd, die het kapitalisme niet langer wil ten gronde richten, maar eerder bijsturen en hervormen, geheel tegen de geest in van het dialectisch materialisme. Een verloochening van de zuivere leer dus.
De ideologische spreidstand van Vlaams Belang en PVDA is gelijkaardig, maar in de perceptie is er een merkwaardig verschil. Meeheulen met linkse dictators en totalitaire regimes wordt doorgaans minder zwaar aangerekend dan gelijkaardige sympathieën aan de rechterflank. Raoul Hedebouw mag de toffe peer uithangen bij De Slimste Mens, Gerolf Annemans niet. Hoe komt dat? De voornaamste reden daarvoor is dat het communisme, ondanks de tientallen miljoenen doden die het op haar geweten heeft, nog steeds een aaibaarder imago heeft. Marx en Lenin worden gezien als idealisten die droomden van een betere wereld, mensen die het eigenlijk goed bedoelden maar wat te hard van stapel liepen. Fidel Castro heeft al bij al toch voor gratis gezondheidszorg gezorgd in Cuba. En wie kan weerstaan aan het iconische charisma van de slecht geschoren vrijheidsstrijder Che Guevera (in werkelijkheid een genadeloze massamoordenaar)?
Het perverse effect van die vermeende “goede bedoelingen” is dat ze als een soort morele vrijgeleide dienen om massamoord en dictatuur te verschonen. De weg naar hel ligt geplaveid met goede bedoelingen, en zelfs Hitler was een idealist. Bovendien is het onduidelijk of de PVDA, vergeleken bij het Vlaams Belang, er op alle vlakken als de betere partij uitkomt. De ideologische en historische afstand tussen de PVDA en Stalin of Mao is anno 2016 minder groot dan die tussen het Vlaams Belang en Hitler, zoals blijkt uit de directe of indirecte banden met Noord-Korea, Venezuela en Cuba. Het nationaalsocialisme is politiek zo goed als dood, maar het communisme maakt tot op vandaag slachtoffers. Moet de PVDA dan ook achter een cordon sanitaire geplaatst worden, zoals het Vlaams Belang? (het kan gezellig worden daar achter de schutskring). Voor mij niet, want ik vind een cordon sanitaire om strategische redenen onverstandig. Maar de vergoelijking van massamoordenaars en steun voor totalitaire regimes is geen trivialiteit. Het is moreel compleet verwerpelijk.
De Antwerpse SP-A kopman Tom Meeuws kondigde eind december zijn plannen aan om bij de volgende verkiezingen een progressief front te vormen met PVDA+ en Groen. Ook nationaal voorzitter John Crombez liet begin dit jaar verstaan dat hij samenwerking met PVDA+ niet uitsluit. Voor mij is het duidelijk: als van die plannen iets terecht komt, dan is dat voor mij voldoende reden om zeker niet op de SP-A te stemmen. Idem voor de N-VA en haar bereidheid om een coalitie met het Vlaams Belang te vormen. Een cordon sanitaire hoeft niet, maar mag de kiezer een beetje intellectuele hygiëne verwachten, aan weerszijden van het politieke spectrum?
Maarten Boudry
Deze tekst verscheen eerst in De Morgen van 31 december 2016.