Het Voorpost-vonnis: verontrustend maar niet verbazend
Een jaar geleden, op zaterdag 30 mei 2020, hielden vijf personen van de Vlaams-nationalistische vereniging Voorpost een betoging tegen de islamisering. Daarbij droegen ze borden met ‘Is dit de toekomst van Vlaanderen!? Nee bedankt!’ en een spandoek met ‘Stop islamisering’. Op het spandoek was de ‘O’ van ‘Stop’ een verkeersbord met de afbeelding van een moskee. Ook stonden er twee rijen vrouwen afgebeeld: een rij in een nikab en een rij in een boerka.
De actie van Voorpost was naar eigen zeggen een reactie op de bijeenkomst een week voordien van twintig tot dertig moslims op dezelfde plaats. Zij hadden het Suikerfeest gevierd en zouden daarbij ongestoord de coronaregels aan hun laars gelapt hebben.
Wat Voorpost deed met zijn actie, was dus een mening verkondigen. En aangezien de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens de vrije meningsuiting waarborgen, lijkt hier dus geen probleem te zijn.
De correctionele rechtbank van Mechelen bekeek de zaken echter heel anders. Op woensdagochtend 26 mei veroordeelde de rechter vier van de vijf activisten voor het ‘aanzetten tot haat of geweld jegens een groep’. De argumentatie in het vonnis is als volgt:
Door dergelijke borden en spandoeken te dragen hebben de beklaagden tot doel om angst te zaaien en haat te scheppen in de samenleving door de toekijkers te overtuigen van het denkbeeld dat in de toekomst mogelijks de islam in Vlaanderen zal overheersen. Zij schetsen een denkbeeldig gevaar waarbij elke vrouw als gevolg van deze zogenaamde islamisering verplicht zou worden een boerka of een nikab te dragen (…).
De uitspraak deed heel wat stof opwaaien in Vlaanderen. Dezelfde avond nog voerden enkele Vlaams Belang-parlementsleden actie op de Grote Markt van Mechelen tegen de veroordeling. ‘Dit is zonder twijfel een van de meest zorgwekkende dingen die ik tijdens mijn politieke loopbaan heb mogen meemaken’, zei Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken. ‘We waarschuwen al jaren voor wat er nu is gebeurd: dat de racisme- en haatwetgeving zou misbruikt worden om legitiem politiek verzet te vervolgen en te bekampen.’
Ook bij veel juristen deed het vonnis de wenkbrauwen fronsen. Zo noemde professor emeritus Dirk Voorhoof, verbonden aan het Centrum voor Mensenrechten van de Universiteit Gent, de uitspraak ‘problematisch’. Hij zag verschillende knelpunten. In het vonnis is er bijvoorbeeld sprake van ‘angst zaaien’. Maar angst is een subjectief gevoel en het creëren van angst is niet strafbaar volgens de wet, aldus Voorhoof.
Het vonnis is zeker verontrustend, maar verbazend is het niet echt. Het is kenmerkend voor een samenleving waarin bepaalde drukkingsgroepen steeds meer gaan bepalen hoe we moeten handelen, welke meningen we mogen uiten en – zelfs – wat we mogen denken.
Neem bijvoorbeeld Stad Gent. Recent besliste die dat er ‘gedekoloniseerd’ moest worden. Daarom nam de stad enkele omstreden initiatieven zoals het weghalen van het borstbeeld van Leopold II uit het Zuidpark. Ook de Koning Leopold II-laan krijgt weldra een nieuwe naam. En zo is de geschiedenis niet meer wat ze was, maar wat ze in de ogen van sommigen zou moeten zijn: ‘Wie het verleden controleert, controleert de toekomst: wie het heden controleert, controleert het verleden’, was de partijslogan uit George Orwells 1984.
De jeugd – die we in theorie moeten opleiden tot kritische burgers met een eigen mening – moet uiteraard duchtig mee dekoloniseren. De stad reikt daartoe een lespakket aan. Er wordt bewust niet over ‘blanke mensen’, maar over ‘witte mensen’ gesproken. ‘Blank is een term ingevoerd door de kolonisatoren. Die term heeft een sterk koloniale bijklank en heeft een connotatie van zuiverheid’, lezen we in de handleiding. Los van het feit dat die bewering feitelijk onjuist is – zowel ‘wit’ als ‘blank’ worden al eeuwenlang gebruikt om iemands huidskleur aan te duiden – is ook het taalgebruik dus onderhevig aan censuur.
Laten we even bij het onderwijs blijven. In 2019 waren de klimaatspijbelaars al wat de klok sloeg in de actualiteit. Waar scholen eerst niet wisten hoe de spijbelaars aan te pakken, werd later het roer helemaal omgegooid: verschillende scholen maakten van de klimaatmarsen een verplichte schooluitstap. Het klinkt enigszins bevreemdend. Klimaatmarsen zijn namelijk demonstraties. In België (en Europa) worden de rechten van de demonstrant door verschillende wetten beschermd, onder andere door het recht op vrije meningsuiting. Want dat is wat een demonstratie is: een manier om een mening te uiten. Een ‘verplichte’ deelname aan een demonstratie is dus een contradictio in terminis. Het zou een verbod zijn op de vrije meningsuiting. Nochtans juichten de onderwijskoepels het idee toe. En ook toenmalig minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) zag er geen graten in, niettegenstaande het protest van heel wat ouders.
Tot slot een voorbeeld uit een heel andere hoek. Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid, introduceerde recent een vlaggensysteem om seksueel grensoverschrijdend gedrag onder volwassenen te herkennen en aan te pakken. In een test kan je vijftien situaties beoordelen. Via een vlag in een bepaalde kleur, kan je aangeven hoe grensoverschrijdend ze zijn, van aanvaardbaar tot zeer ernstig grensoverschrijdend. Vervolgens kan je je resultaat vergelijken met het oordeel van Sensoa. Voor de aardigheid heb ik de test zelf eens gedaan: ik had 5/15. Het is dus droevig gesteld met mijn seksuele moraal, want ik zit nog lang niet op dezelfde golflengte als Sensoa. Maar wees gerust, Sensoa. Dat komt wel in orde. Binnen enkele jaren handelen, praten en denken we allemaal hetzelfde. Daar wordt tenslotte hard genoeg aan gewerkt.
Astrid Elbers is doctor in de geschiedenis en toegepast taalkundige