Verbied geen aparte rookruimtes, maar gebied ze
Op levensbeschouwelijk vlak is de houding van liberalen te bestempelen als progressief. Critici noemen het soms veeleer permissief (of zelfs libertijns). Een liberaal is doorgaans voor het recht op abortus, het recht op euthanasie, het homohuwelijk en de vrije keuze roesmiddelen, zoals (soft) drugs, alcohol en tabak te gebruiken.
Roken is in België evenwel geen absolute vrijheid. Het mag niet overal plaatsvinden. Zo is het nu verboden te roken in een auto met min-zestienjarigen, naast het eerdere verbod op roken in café of op restaurant, uitgezonderd in apart voorziene rookruimtes. Deze laatste inperking werd destijds reeds vanuit liberale hoek gezien als een inperking van de handelsvrijheid van de horeca-uitbaters.
Kom op tegen Kanker wilt de aparte rookruimtes nu ook doen verbieden. Zo treedt ze in de voetsporen van de Nederlandse Antirookvereniging Clean Air Nederland (CAN). CAN heeft succesvol tot bij de Hoge Raad aangeklaagd dat de rookruimtes in strijd zouden zijn met artikel 8 van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging van de Wereldgezondheidsorganisatie, een verdrag waartoe ook België partij is. Dit artikel stelt dat de Verdragspartijen effectieve maatregelen moeten nemen ter bescherming tegen de blootstelling aan tabaksrook in ‘indoor public spaces’.
Los van de vraag of dit oordeel ook in België gevolgd zal worden, kunnen bedenkingen geformuleerd worden bij de wenselijkheid van een dergelijke uitsluiting van aparte rookruimtes. Het dreigt immers het beleidsdoel voorbij te schieten, namelijk de blootstelling aan tabaksrook te beperken. Door te stellen dat er binnen in een openbare ruimte, zoals een café of een restaurant, ook al betreft het een afgeschermde rookruimte, niet meer gerookt mag worden, forceer je de rokers naar buiten op de stoep van het etablissement, waardoor alle andere klanten zich door een walm van rook dienen te begeven bij het binnen- of buitengaan.
Dit stuk is niet bedoeld om roken goed te praten. De nadelige effecten zijn legio. Het is o.m. ongezond (kanker, ademhalingsproblemen, etc.), verslavend, onaangenaam (penetrante geur), en tast het milieu aan (de helft (!) van al het zwerfvuil bestaat uit sigarettenpeuken).
Roken totaal verbieden durft men evenwel niet aan omdat men dan waarschijnlijk een zwarte markt creëert met de daarmee gepaard gaande criminaliteit, zoals de ‘prohibition’ in het Amerika van de jaren ’20-30 de weg effende voor Al Capone.
Roken hoeft echter niet verboden te worden op voorwaarde dat men enkel maar zichzelf schaadt, en niet anderen onderwerpt aan passief meeroken. Het maakt onderdeel uit van in een vrije samenleving te leven “foute” keuzes te kunnen maken, zolang men ook maar bereid is er zelf de negatieve gevolgen van te dragen. Snoepen is ook niet gezond, maar met een stukje chocolade is het leven toch wat zoeter. Het extra lichaamsgewicht moet je er maar bij nemen of aftrainen in de sportschool. In het geval van roken zijn het de gezondheidsrisico’s die je voor lief moet nemen.
Aparte rookruimtes lijken zodoende niet het probleem, maar – in tegendeel – de oplossing. Laat roken juist enkel toe in hermetisch afgesloten rookruimtes zodat alleen maar rokers de last ondervinden. Sta het niet meer toe daarbuiten, zodat niet-rokers (andere klanten op een terras, passanten in de openbare ruimte, de kinderen van rokers thuis) er niet langer ongewild aan blootgesteld worden.
Je kan zelfs verder gaan.
Stel sigaretten enkel maar te koop in dergelijke rookruimtes (zoals in Nederland cannabis officieel enkel te koop is in coffee shops) en voor consumptie ter plaatse. Zo verhinder je dat niet-rokers erdoor aangetast worden én dat de giftige stoffen uit de peuken in het leefmilieu terecht komen.
Je kan het bestaan van de sigaret misschien niet uitdoven, maar je kan er ten minste wel voor zorgen dat ze de voorziene rookruimte niet verlaat. Zo gaat de vrijheid van de roker hand in hand met het recht van de niet-roker op een gezonde leefomgeving.
Olivier Dinet