Overbevolking, nog steeds de olifant in de kamer? - Maxim Landweer
Overbevolking leidt tot een steeds groter wordende vraag naar natuurlijke hulpbronnen, met een groeiende uitstoot van broeikasgassen tot gevolg. Bevolkingsgroei draagt bij aan ontbossing, waterschaarste en afname van biodiversiteit. Dit is een logische gevolgtrekking van het feit dat we simpelweg met een steeds grotere hoeveelheid mensen moeten leven op een planeet die niet meegroeit. Ook in Nederland, een van de dichtstbevolkte landen ter wereld, is de bevolking aan het groeien en de verwachting is dat dit nog wel even doorgaat, tot een verwachtte 19 miljoen in 2039, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen leek er hier en daar iets meer aandacht te komen voor overbevolking. Opvallend is dat hierbij vaak vermeld wordt dat overbevolking nog steeds een taboe zou zijn, een olifant in de kamer, een onderwerp waar de overheid haar vingers niet aan zou willen branden. Ook de coronacrisis lijkt er voor te zorgen dat het overbevolkingsvraagstuk tegenwoordig wat vaker aangekaart wordt. Immers, meer drukte = meer besmetting, zo weten we inmiddels allemaal. De problemen die in verband worden gebracht met overbevolking zijn echter omvangrijker dan de pandemie, denk aan klimaatverandering, armoede en honger.
Moet de Nederlandse overheid deze groei indammen en is zij daartoe bereid? Of is het overbevolkingsprobleem inderdaad een taboe dat opengebroken moet worden zoals nu vaak beweerd wordt? En wil de overheid dan alleen de overbevolking binnen de eigen landsgrenzen aanpakken of ook wereldwijd? Het antwoord op deze vragen kan gegeven worden door een analyse van de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart. Door de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen te analyseren wordt duidelijk in welke mate zij het overbevolkingsprobleem erkennen en benoemen.
Het resultaat:
Een kleine meerderheid van de partijen benoemt het overbevolkingsprobleem en de gevolgen van een groeiende bevolking. Ze erkennen dus wel degelijk dat er zoiets is als overbevolking. Valt wel mee met dat taboe, zou je kunnen denken. Echter, als de partijen vervolgens hun oplossingen presenteren om met deze gevolgen om te gaan, lijkt overbevolking onmiddellijk weer vergeten. De oplossingen zijn namelijk gericht op de gevolgen in plaats van op de oorzaak: de landbouw moet opgeschaald worden, afval moet duurzaam verwerkt worden. Geen van de oplossingen is gericht op het direct terugdringen van de bevolkingsgroei. De enige situatie waarin overbevolking direct wordt geadresseerd is wanneer het gepresenteerd wordt als een immigratieprobleem. Simpel gezegd komt overbevolking dus op twee manieren terug in de verkiezingsprogramma’s. Ten eerste als een gegeven waar de overheid niet zo veel aan kan of wil veranderen en ten tweede als een immigratieprobleem.
Onlangs had ik een gesprek met een vertegenwoordiger van de Club van Tien Miljoen over de verschillende politieke benaderingen van overbevolking. De Club van Tien Miljoen is een Nederlandse non-profitorganisatie, met als voornaamste doel het aankaarten van bevolkingsgroei en de gevolgen ervan op het klimaat en de maatschappij. De persoon met wie ik sprak gaf als verklaring voor de hierboven geschetste verschillende benaderingen van het overbevolkingsprobleem, dat er gewoonweg niet veel politieke winst behaald kan worden met maatregelen om bevolkingsgroei tegen te gaan: de christelijke partijen zien een (groot) gezin als de hoeksteen van de samenleving. Een voorbeeld is de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) die een babybonus van 1000 euro wil geven aan ouders wanneer ze een vierde (!) kind krijgen, om hen tegemoet te komen in de extra kosten. Voor linkse partijen is het krijgen van kinderen een fundamenteel recht en vanuit het neoliberale perspectief worden mensen beschouwd als consumenten en arbeidskrachten die goed zijn voor de economie. Alleen extreemrechts lijkt zich bezig te houden met bevolkingsgroei, maar dan is het dus in de vorm van immigratie.
De bijdrage van immigratie aan de milieuproblemen van overbevolking is natuurlijk behoorlijk beperkt. Immigratie is namelijk een zero-sum game: mensen die in Nederland komen wonen en bijdragen aan lokale bevolkingsgroei, vertrekken ergens anders en zorgen daar juist weer voor bevolkingskrimp, op mondiaal niveau verandert er niets. Wat betreft het specifieke geval van vluchtelingen zou hier tegen ingebracht kunnen worden dat immigratie kan leiden tot een groei van de ecologische voetafdruk en hierdoor alsnog bijdraagt aan klimaatverandering. Gezien het grote verschil in omvang van de voetafdruk van de gemiddelde westerling ten opzichte van die van de gemiddelde vluchteling, lijkt me dit vanuit een notie van rechtvaardigheid geen sterk argument tegen immigratie.
Volgens sommigen kan immigratie juist de oplossing zijn voor een ander bevolkingsprobleem, namelijk de vergrijzing. Volgens de prognoses neemt het aantal ouderen de komende jaren toe. In 2050 is een kwart van de Nederlandse bevolking AOW-gerechtigd en dat terwijl de Nederlandse beroepsbevolking afneemt. Arbeidsmigratie blijkt dan de ideale oplossing. De verwachte bevolkingstoename, berekend door het CBS, is dan ook voor het merendeel te verklaren door immigratie. Echter, met een afnemende autochtone Nederlandse bevolking en een toenemend aantal immigranten, ligt angst voor cultuurbedreiging op de loer.
En dan is er nog iets:
Is overbevolking door mensen eigenlijk wel het enige probleem? In de Volkskrant (18-01-2021) verwonderde Remco Meijer zich erover dat er in het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren met geen woord gerept wordt over het tegengaan van bevolkingsgroei. Het tegendeel is echter waar, de Partij voor de Dieren houdt zich al sinds de oprichting van de partij bezig met de negatieve gevolgen van overbevolking en presenteert zelfs directe maatregelen om overbevolking tegen te gaan. Het gaat hier dan om overbevolking van dieren, meer specifiek dieren uit de bio-industrie.
Dierlijke overbevolking kan niet los gezien worden van menselijke overbevolking. Dat de overbevolking van niet-menselijke dieren meer problemen meebrengt dan alleen voor de dieren zelf, is pijnlijk duidelijk geworden door de pandemie van het coronavirus, dat naar alle waarschijnlijkheid van een dier overgesprongen is op de mens. Dit geldt overigens niet alleen voor het SARS-CoV-2-virus. De meerderheid van de infectieziekten die de afgelopen eeuw de mensheid geteisterd hebben (vogelgriep, Q-koorts, salmonella, ebola) is afkomstig van dieren, met name van boerderijdieren. Niet alleen zorgen dieren voor een overdracht van virussen, maar ook voor de mutatie ervan. Dit laatste fenomeen wordt extra versterkt door grote veestallen, waar dieren dicht op elkaar leven, overbevolking dus.
Een aantal politieke partijen stippen in hun verkiezingsprogramma de veestapel even aan en stellen een afname of halvering voor, maar heel ambitieus klinkt het niet. Hoe deze afname precies bereikt moet worden is ook niet helemaal duidelijk. In de context van de veestapel ligt de focus vooral op het milieuaspect van dierlijke overbevolking en minder op het dierenleed dat ontstaat door overbevolkte stallen. De relatie tussen dierlijke overbevolking en virusverspreiding lijkt eveneens onderbelicht in de verkiezingsprogramma’s. Voor de partijen lijkt dierlijke overbevolking vooralsnog laag op de politieke agenda te staan.
Over overbevolking is het laatste woord nog niet gezegd. Het is misschien geen olifant in de kamer, maar het lijkt alsof we niet zo goed weten wat we ermee moeten of kunnen doen. Het blijft een kwestie van keuzes maken. De grenzen dicht? Dan zal het bevolkingsaantal in Nederland zeker afnemen, maar staat ons wellicht ook een grote economische crisis te wachten. Daarbij is de milieuproblematiek van overbevolking ook niet opgelost met dichte grenzen. Dierlijke overbevolking zou daarentegen wat makkelijker te adresseren moeten zijn. De nadelen zijn immers talrijk: klimaatverandering, dierenleed en risico op pandemische virussen. Toch wordt deze vorm van overbevolking nog weinig aangekaart door de politieke partijen. Wellicht dat de coronacrisis het tij weet te keren…
Maxim Landweer is student Liberal Arts & Sciences aan de Universiteit Utrecht
Redacteur: David Van Turnhout