Had het drama bij Van Hool vermeden kunnen worden? – Paul De Grauwe

Had het drama bij Van Hool vermeden kunnen worden? – Paul De Grauwe

Het is zover. Van Hool is failliet verklaard. Het onvermijdelijke is gebeurd. Of wacht… was het wel onvermijdelijk? Ik hoor vanuit linkse en rechtse hoek dat dit drama vermeden had kunnen worden. Voor linkse waarnemers had de overheid door subsidies en het veiligstellen van een lokale afzetmarkt Van Hool kunnen redden. En als dat onvoldoende bleek had diezelfde overheid het busbedrijf zelf in handen moeten nemen. Vanuit rechts klinkt een gelijkaardig verhaal, behalve de nationalisatie natuurlijk. De overheid had door een gepast industrieel beleid (lees subsidies, goedkope kredieten en aankopen van bussen door De Lijn) het tij kunnen keren en een van de parels van de Vlaamse industrie nieuw leven kunnen inblazen.

Merkwaardig toch hoe links en rechts elkaar ontmoeten. Het linkse standpunt is in zekere zin consistenter omdat in die hoek het wantrouwen tegenover de vrije markt groot is. Van Hool is voor links het bewijs dat het kapitalisme niet deugt en dat de overheid moet optreden. Voor rechts is het marktsysteem een wonderbaarlijke menselijke uitvinding die beschermd moet worden behalve wanneer datzelfde systeem slachtoffers maakt in de eigen rangen. Dan moet de overheid wel optreden, m.a.w. dan moet de vrije markt buitenspel gezet worden.

Ik kom terug tot mijn oorspronkelijke vraag. Had dit drama kunnen vermeden worden? Het antwoord is ja. De overheid had voldoende middelen om door subsidies en het aankopen van bussen Van Hool boven water te houden. De volgende vraag luidt dan: zou dit goed beleid zijn geweest? En hier is mijn antwoord nee.

De vraag of een reddingsoperatie goed beleid zou zijn geweest, is de vraag naar de rol van de overheid in de economie. Moet die de economie sturen, in de zin dat ze sectoren en bedrijven identificeert die in de toekomst succesrijk zullen zijn en na die identificatie een plan uitdoktert om die sectoren en bedrijven te steunen in hun pad naar succes? Het is de vraag naar een gepast industrieel beleid. Kan de overheid zo een industrieel beleid voeren?

De vraag of een reddingsoperatie goed beleid zou zijn geweest, is de vraag naar de rol van de overheid in de economie

Ik geloof niet dat een politieke overheid dit met succes kan doen. De belangrijkste reden heeft te maken met een informatieprobleem. De toekomst laat zich niet gemakkelijk inkapselen, zelfs niet door de meest briljante geesten. Daarom is het ontdekken van toekomstig succes het resultaat van een trial-and-errorproces. Mensen proberen iets nieuws. Soms leidt dit tot succes (een nieuw product, een nieuw productieproces). Dikwijls is het een mislukking. In een marktsysteem blijven de successen overeind omdat de initiatiefnemers rijkelijk vergoed worden. De mislukte pogingen verdwijnen snel omdat ze verlieslatend zijn. Dat is natuurlijk een pijnlijk proces voor diegenen die mislukt zijn.

De politiek heeft grote moeite met die manier van identificeren van toekomstig succes, vooral omdat het politiek moeilijk blijkt om de mislukkingen te accepteren en te laten vallen. Het laten vallen van de mislukkingen is nochtans essentieel in het identificeren van succes. Wanneer echter de politiek klaarstaat om te subsidiëren, dan krijgen diegenen die mislukken een tweede kans om toch overeind te blijven. Ze kloppen dan aan bij de politici. De kans bestaat dat dit soort industrieel beleid tot negatieve selectie leidt. Dat zou ook het geval geweest zijn had de Belgische of Vlaamse overheid Van Hool gered. Schaarse middelen zouden naar een mislukking zijn gevloeid, ten koste van andere. Het was correct dit niet te doen.

Dat betekent niet dat de overheid geen industrieel beleid kan voeren. Dat kan ze wel, als ze afstapt van de ambitie ‘to pick the winners’, en zich concentreert op die dingen die de vrije markt niet of heel slecht doet. En dat is heel wat.

Neem publieke goederen en collectieve voorzieningen zoals infrastructuur, een betrouwbaar rechtssysteem, orde en veiligheid, een goede gezondheidszorg, een performant onderwijs, en fundamenteel onderzoek. Dat zijn voorzieningen die de vrije markt niet levert, maar die nochtans essentieel zijn voor de goede werking ervan. Bedrijfsleiders met briljante nieuwe ideeën geraken nergens als die publieke voorzieningen er niet zijn, of slecht werken. En als die er zijn dan zullen er wel voldoende individuen en ondernemingen zijn die nieuwe paden bewandelen en ervoor zorgen dat de industrie zal blijven floreren.

 

Paul De Grauwe

De auteur is professor aan de London School of Economics. Deze column verscheen in De Morgen.

Print Friendly and PDF
De herberg zit vol – Roland Dauwe

De herberg zit vol – Roland Dauwe

Bitch – Lucy Cooke

Bitch – Lucy Cooke