Verlicht en vilein - Marleen de Vries

Verlicht en vilein - Marleen de Vries

Er is al veel over de achttiende eeuw, de eeuw van de Verlichting, geschreven en vaak gaan publicaties gedetailleerd in op één of een beperkt aantal aspecten van die eeuw. Literatuurhistoricus en onderzoeker Marleen de Vries heeft bijvoorbeeld al diverse boeken en talloze artikelen over de literatuur en cultuur van de achttiende en de vroege negentiende eeuw op haar naam staan, Ze komt nu met Verlicht en vilein (prachtige titel!) met een biografie (zoals ze het zelf noemt in de ondertitel van haar boek) over Nederland in de achttiende-eeuw. De erenaam Verlichting staat in haar woorden ‘voor licht in de duisternis, voor meer kennis, voor een betere en gelukkiger wereld, voor waarden als vrijheid en gelijkheid en uiteindelijk voor mensenrechten en democratie.’ Vandaar dat vrijdenkers graag inspiratie halen uit deze eeuw.

Het is echter niet alles goud wat er blinkt in de achttiende eeuw: de term ‘vilein’ uit de titel van het boek van De Vries duidt daar al op. Oranjegezinden en patriotten, katholieken en protestanten (en protestanten onderling), burgers en regenten staan elkaar voortdurend naar het leven. Oorlogen brengen het land aan de rand van de afgrond. Antisemitisme, seksisme en racisme zijn eerder regel dan uitzondering; De welvaart is ongelijk verdeeld: Nederlanders zijn kooplieden bij wie het eigen kapitaal boven morele principes gaat.

Toch valt niet te ontkennen dat in de achttiende eeuw de fundamenten gelegd zijn voor onze huidige maatschappij. De Vries somt op: ‘mensenrechten, een grondwet, een scheiding tussen kerk en staat, gelijkberechtiging van alle geloven, vrijheid van meningsuiting … het gelijkheidsideaal bleef overeind, net als de eenheidsstaat, een seculiere cultuur en een publieke opinie met Nederlands als cultuurtaal.’

Wetenschappers hebben in de achttiende eeuw bijgedragen aan een samenleving met minder angst: kometen, donder en bliksem blijken verklaarbaar, vaccinaties helpen bij het terugdringen van besmettelijke ziekten. Gezien de mazelenuitbraak en de teruglopende bereidheid kinderen te laten vaccineren kunnen sommigen van onze tijdgenoten nog wel wat leren van achttiende-eeuwers. Positief is dat op het eind van de achttiende eeuw in godsdienstige kwesties meer vrijheid is, maar dat is op politiek terrein niet gelukt; regionale verschillen brengen de gemoederen steeds opnieuw in beroering. Evenmin is het gelukt de slavenhandel of de slavernij af te schaffen (dat gebeurt pas in respectievelijk 1814 en 1863). Kinderarbeid blijft tot 1874 normaal.

Vrouwen zijn volgens De Vries de grootste verliezers in de achttiende eeuw: ze hebben geen stemrecht (dat komt pas in 1919!), ze mogen niet studeren en staan onder voogdijschap van vader of echtgenoot. Teleurgesteld ziet de auteur dat hun vrijheid eerder kleiner dan groter is geworden. Ze laat zulke ontwikkelingen zien aan de hand van concrete personen, zoals in dit geval Etta Palm d’Aelders (1743-1799), een Groningse die in Parijs woont, en er als Parisienne uitziet. Ze wordt wel de eerste feministe van Nederland genoemd. Ze bemiddelt tussen Frankrijk en de Republiek, en speelt informatie over naar Frankrijk gevluchte landgenoten door aan het Haagse hof. In 1792 houdt ze een vlammend betoog voor gelijke rechten van de vrouw in het Franse parlement. Na het afzetten van de Franse koning keert ze dat jaar terug naar Nederland, waar ze de Fransen op de hoogte houdt van de politieke ontwikkelingen in Den Haag. Ze wordt daarop opgepakt en gevangengezet op het kasteel van Woerden op verdenking dat ze een dubbelspionne is.

Eind 1798 wordt ze vrijgelaten en krijgt ze het volgende verwijt naar haar hoofd geslingerd: het is ‘in deze Republiek niet gepermitteerd (…) dat een vrouw uitgebreider kennis bezat dan nodig om haar huishouding waar te nemen (…); dat, indien een vrouw veel verstand had, zij gevaarlijk was, voornamelijk in politieke zaken.’ (geciteerd uit Hardenberg, H. Etta Palm: een Hollandse Parisienne, 1743-1799, Van Gorcum, 1962). In Hoofddorp, Arnhem, Purmerend, Leiden en Velserbroek zijn straten naar Etta Palm d’Aelders vernoemd. Het Zesde Bedrijf van P.F. Thomése is een op haar leven geïnspireerde roman. De laatste twee feitjes haal ik van Wikipedia.

De Vries heeft in haar mooi geïllustreerde biografie gekozen voor een chronologische weergave van gebeurtenissen op politiek, sociaal en cultureel gebied waarbij ze zo veel mogelijk mensen uit die eeuw zelf aan het woord laat. Het is daardoor een heel levendig boek geworden, waarbij de citaten goed te begrijpen zijn omdat ze in hedendaags Nederlands weergegeven worden. Zo schrijft Jacob Campo Weyerman (1677-1747) op 11 september 1724 in Den ontleeder der gebreeken, nr. 49: “Ik, Ik ben Columbus der Liefde, Ik heb nieuwe Weerelden ontdekt in de Bedstreek der Liefde, Weerelden die meêr geconfyte Schatten, meêr handelbaare Juweelen uitleeveren, dan die der Spaansche West-indies.” In het hedendaags Nederlands van De Vries wordt dat: “Ik, ik ben de Columbus van de liefde, ik heb nieuwe werelden ontdekt in de bedstee van de liefde, werelden die meer gekonfijte schatten, meer verhandelbare juwelen opleveren dan die uit de Spaanse West-Indiën.”

Iedereen die een samenhangende biografie van de verlichte en vileine achttiende eeuw in Nederland wil lezen raad ik het informatieve en uitstekend geschreven Verlicht en vilein van harte aan.

 

Recensie door Rudy Schreijnders

Marleen de Vries, Verlicht en vilein, Balans, 2023

Print Friendly and PDF
Door Duitse puinen - Bert Cornelis

Door Duitse puinen - Bert Cornelis

Uit Berlijn. Machthebbers. Krijgsgewoel - Armando

Uit Berlijn. Machthebbers. Krijgsgewoel - Armando