Ontvlechting tussen kerk en staat - Alain Vannieuwenburg

Ontvlechting tussen kerk en staat - Alain Vannieuwenburg

De reeks "Godvergeten" zorgt niet enkel voor verontwaardiging en afschuw. Deze reeks draagt ook bij tot het herschrijven van de geschiedenis van de instelling die de Rooms-Katholieke Kerk is en nodigt uit om de verregaande prerogatieven en de genereuze financiering ervan kritisch te onderzoeken. België houdt echter halsstarrig vast aan het bestaande systeem. Buurlanden hebben reeds lang komaf gemaakt met het gedateerde afsprakenpakket. Ook het Groothertogdom Luxemburg hervormde recentelijk grondig met als sluitstuk nieuwe bepalingen in de Grondwet.

Paradoxale scheiding en welwillende neutraliteit

België kent geen strikte scheiding van kerk en staat. De termen “paradoxale scheiding”, “welwillende neutraliteit” of “beschermde vrijheid” vatten de relatie samen. 

De Mechelse aartsbisschop De Méan had grote invloed op het Voorlopig Bewind en het Nationaal Congres. Een opportunistisch verbond tussen liberalen en katholieken, stuurde de constitutionele verankering van de prerogatieven van de kerk. Los van de verankering van de vrijheid van eredienst, de vrijheid van onderwijs en de niet-inmenging van de staat in kerkelijke aangelegenheden, werden financiële afspraken gemaakt die nog steeds zo goed als integraal de Rooms-Katholieke Kerk ten goede komen. Jules Bara, liberaal politicus en later minister van Justitie, waarschuwde reeds in 1859 voor de vele onduidelijkheden.

De Commissie van Wijzen (2005-2006) en de Werkgroep Magits-Christians (2009-2011) kregen de opdracht de positie van de bedienaren van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad te onderzoeken. Bracht eerstgenoemde commissie de complexe problematiek op brisante wijze in kaart, dan bevatte het rapport van de werkgroep concrete aanbevelingen en aanzetten tot vernieuwing.

De huidige kritiek focust, los van de manifeste bevoordeling van de Rooms-Katholieke Kerk via een systeem van eeuwigdurende herstelbetaling, op de onaangepastheid in het licht van de secularisering, op de lasten voor de lokale overheden, op het gebrek aan transparantie en op de ad hoc en sui generis oplossingen. Het gros van de overheidsinterventie (geschat op meer dan 800.000 euro) vloeit naar de Rooms-Katholieke Kerk. Het bestaan van een katholiek onderwijsnet laten we buiten beschouwing.

Bepaalde buurlanden hebben het noodzakelijk geacht de relatie te herbekijken. Zo actualiseerde, Nederland het systeem in 1983. Ook het Groothertogdom Luxemburg heeft een ontvlechting doorgevoerd.  Een grondwetsaanpassing – ingegaan op 1 juli 2023 – verankerde de nieuwe relatie.  

Het Groothertogdom Luxemburg

In 2013, na verkiezingen, kondigde de nieuwe coalitie hervormingen aan binnen de relatie overheid en levensbeschouwingen. De historische verworvenheden en ad hoc aanpassingen hadden geleid tot ongelijkheden en er stelde zich een budgettair probleem. Maatschappelijke ontwikkelingen waaronder levensbeschouwelijk pluralisme en secularisering, lagen mee aan de basis van de hervormingsgedachte. Vrijheid van denken, neutraliteit van de staat ten opzichte van alle denominaties en zelfbeschikking van de burgers primeerden.

Aandachtspunten waren de financiële implicaties, de hervorming van de parochies, het afschaffen van de kerkfabrieken, het verlichten van de lasten voor de gemeenten en het invoeren van één nieuw vak dat de godsdienstles en de les lekenmoraal vervangt.  De last van de wedden en de pensioenen kwam eveneens aan bod. De Grondwet diende geactualiseerd. 

Reflectiegroep

Een commissie van experten begeleidde de overheid bij de hervorming.  Op 3 oktober 2012 werd hun rapport overgemaakt.  

De experten wezen erop dat het systeem stroef is en weinig transparant is. Verwijzende naar de secularisatie en de diversiteit van overtuigingen werd benadrukt dat de overheid verplicht is tot een nauwgezet respecteren van neutraliteit. Het systeem zou best worden uitgebreid tot de niet-confessionele gemeenschappen.

Het verslag merkte op dat aan de gemeenten nog steeds de verplichting werd opgelegd financiële steun te verlenen aan de Rooms-Katholieke Kerk o.a. via de kerkfabrieken. De instandhouding van (soms ongebruikte) gebouwen en bijhorende kost veel.

Godsdienstlessen en lessen lekenmoraal zouden best worden vervangen door lessen die, op niet-confessionele wijze, de leerling in contact kon brengen met diverse doctrines, overtuigingen en zingevingssystemen.

De commissie besteedde eveneens aandacht aan de levensbeschouwelijke begeleiding. Het afwezig zijn van begeleiding voor wie zich niet terugvinden kan in het (katholieke) aanbod werd een pijnpunt geheten.

Op 20 januari 2015 stelde de Luxemburgse Premier een nieuw akkoord tussen de Luxemburgse overheid en de levensbeschouwelijke gemeenschappen voor.   

Nieuwe afspraken

De tussenkomst ten laste van de overheid werd afgebouwd en zou dalen van 24,6 miljoen euro naar 8,3 miljoen euro. De Rooms-Katholieke Kerk leverde fors in. In ruil voor financiering uit de staatsbegroting moest morele bijstand worden verleend aan eenieder.

De erkende religieuze gemeenschappen engageerden zich ertoe hun medewerkers – vanaf de datum van goedkeuring van het verdrag – niet langer ten laste van de staatsbegroting aan te werven. Nieuwe werknemers moesten een klassieke arbeidsovereenkomst krijgen. Salaris en pensioen worden enkel gewaarborgd aan het personeel dat vóór de inwerkingtreding van het verdrag in dienst werd genomen.

In het onderwijs werd het nieuwe gemeenschappelijk vak “Vie et Société” ingevoerd. De cursus zou in een eerste fase worden gegeven door die leerkrachten belast met de afgeschafte vakken godsdienst en lekenmoraal. Zij worden geleidelijk vervangen door gespecialiseerde leraren. 

Het “Fonds de la gestion des édifices religieux du culte catholique" beheert nu het patrimonium van de kerk.  Kerkfabrieken werden opgeheven. De lokale overheden dragen niet meer bij. De Rooms-Katholieke Kerk werd geresponsabiliseerd.

De nieuwe Grondwet

Een nieuwe Grondwet (van kracht geworden op 01/07/2023) verankerde de wijzigingen.

Diverse artikelen werden effectief geschrapt (artikelen GW 1868 - 22, 26, 106 en 110). Verdwenen is artikel 106 GW 1868 dat bepaalde dat de salarissen en de pensioenen van bedienaren van de eredienst door de staat worden gedragen en bij wet geregeld. Een nieuw artikel 24 en een nieuw hoofdstuk behandelen en verankeren de relatie tussen de staat en religieuze gemeenschappen. Verdwenen is ook de verwijzing naar God in de eedformule. In het nieuwe artikel 22 staat nu dat er geen eed mag worden afgelegd, behalve op grond van de wet, die de vorm van de eed bepaalt.

 

Alain Vannieuwenburg

De auteur is ethicus en doctor in de interdisciplinaire studie van het recht. Hij is lid van een atelier dat de relatie overheid en levensbeschouwingen monitort en van de humanistische denktank Kwintessens. Hij pleegt deze bijdrage in eigen naam.

Print Friendly and PDF
Is links gewoon slimmer?: Ideologie aan onze universiteiten - Andreas De Block

Is links gewoon slimmer?: Ideologie aan onze universiteiten - Andreas De Block

Oorlog - Louis-Ferdinand Céline

Oorlog - Louis-Ferdinand Céline