Een liberaal antwoord op migratie – Lawrence Vanhove
Migratie is een bewogen onderwerp. Wellicht is dit het meest polariserende politieke item, zeker sinds zwarte zondag in 1991. Als liberalen moeten we echter ook op minder evidente thema’s een antwoord durver formuleren. Een verhaal dat strookt met het DNA van onze partij. Voor de Liberale ideologie is ‘het zoeken naar geluk’ het verlengde van het klassieke eigendomsrecht. Jefferson en de zijnen herschreven zo de ideeën van liberaal denker John Locke bij het opstellen van de Declaration of Independence in 1776.
De liberale partij heeft in het verleden een migratieverhaal gebracht dat -kort door de bocht gesteld – een light versie was van die van onze politieke tegenstanders. Streng maar rechtvaardig was het laatste decennium het credo. Maar je kan natuurlijk niet rechtvaardig zijn als er geen rechtvaardige regels zijn, laat staan een coherent en afdoend regelgevend kader. Met dit discours hebben we onze politieke tegenstanders sterker gemaakt, die dan weer in hun beloften faalden. Waardoor alleen extreem-rechts erop kapitaliseert.
In de context van de steeds prominentere Elchardus-as moeten Liberalen zich herpositioneren. Het huidige kiespubliek staat positiever tegenover migratie, maar ook bij het kiespotentieel voor Liberalen– waaronder veel ex-kiezers - kan een goed uitgevoerd economisch verhaal rond migratie overtuigen. Na het raadplegen van diverse experten en het meevolgen van parlementaire werkzaamheden omtrent mensensmokkel en mensenhandel stel ik een liberaal alternatief voor: de Belgische Blue Card.
Wat is er fout met het systeem?
Vandaag de dag zijn er vier ‘heldere’ redenen om in België verblijfsrecht te krijgen. Je moet uit écht oorlogsgebied komen, trouwen, zwaar ziek zijn en in het land van herkomst geen perspectief op een behandeling hebben, of een échte high-potential zijn. Iemand die vlucht van een dreigende bendeoorlog bijvoorbeeld, valt binnen de huidige wettige context buiten toelaatbare migratieredenen. Het systeem heeft dermate grote gaten dat we ook geconfronteerd worden met diverse vormen van misbruik: denk maar aan de problematiek van schijnhuwelijken.
Er is intussen de Europese Blue card, voor migratie van buiten de EU, waarbij een arbeidsovereenkomst 1 jaar of onbepaalde duur van 54.000 EUR en meer alsook een scholing van meer dan 3 jaar hoger onderwijs gevraagd wordt. Van dit systeem worden asielaanvragers uitgesloten. Zij moeten buiten de arbeidsmarkt blijven staan. Werkgevers geven dan weer aan dat het systeem te log en te traag is.
Bij subsidiaire bescherming doet men dan weer een beoordeling van een toekomstig risico : dit is puur speculatief. In de praktijk zien we dat Afghanen nog steeds teruggestuurd worden, ook al is de Taliban nu opnieuw aan de macht en dreigt daar op korte termijn een hongersnood te ontstaan.
Kortom: de wettelijke criteria om bescherming te krijgen zijn arbitrair. Ze waren dan ook de uitkomst van lange onderhandelingen na WOII in een specifieke geopolitieke context, en vormen dus geen sluitend en logisch consistent geheel meer. Een kluwen aan procedures dat vaak jarenlang aansleept en waar uiteindelijk zelfs de autoriteiten zelf en gespecialiseerde advocaten soms kop noch staart aan kunnen krijgen. Zo herstart de procedure als men een andere ‘grond’ wil inroepen voor het verkrijgen van verblijfsrecht. Lange procedures slepen zo nog langer aan.
Het is wachten op het eengemaakte wetboek dat nieuwbakken staatssecretaris Nicole de Moor hoopt klaar te hebben tegen 2023. Een wetboek dat zij intussen al minstens als derde staatssecretaris op rij belooft.
Achter iedere asielzoeker of migrant zit een heel levensverhaal
Het is belangrijk om te beseffen dat de keuze om te migreren geen ‘check the box’-oefening is, voor de mensen die migreren. Heel veel mensen vallen tussen de mazen van het net en leveren we zo de facto over aan de mensensmokkel en mensenhandel. Ze hebben individuele ervaringen en inschatting op basis waarvan ze hun trade-off hebben gemaakt; de uiterst moeilijke beslissing om weg te gaan. Terwijl ze de jure (nog) niet als vluchteling kunnen bestempeld worden.
We verwachten van hen niet te vroeg te vertrekken, de situatie moet dermate escaleren dat het veelal te laat werd om nog te kunnen vertrekken. Vanaf dan zijn ze overgelaten aan de arbitraire wil van de despoten. We zitten dus met een soort ‘timing issue’: pas wanneer het te laat is om nog te kunnen vluchten, zouden ze hier beschouwd worden als een echte vluchteling.
Ook dwingen we luchtvaartmaatschappijen om te ‘profilen’. Zo vallen veel mensen, zelfs diegenen die eigenlijk onder beschermingsregimes zouden moeten vallen, zonder mogelijkheden qua veilige en legale migratieroutes. Luchtvaartmaatschappijen handelen immers extra voorzichtig wegens boetes van drie tot vijfduizend euro per persoon, en vijfhonderdduizend euro voor systematisch ‘slecht’ beleid. Ultiem bestaat zelfs het risico op intrekking van hun licenties. Geen wonder dat men overdreven voorzichtig wordt. Privé-bedrijven worden zo, in plaats van de overheid zelf, de gatekeepers van migratiestromen. We leveren zo mensen dus over aan mensensmokkelaars en dwingen de hen in bootjes de zee op. Hebben we zelf niet liever veilige en controleerbare migratiekanalen via de luchthavens? Dat zou de doodssteek zijn voor de gestructureerde mensensmokkel.
Uit vrees voor een zogenaamd aanzuigeffect zegt men al eens ‘eens illegaal altijd illegaal’. Maar die visie heeft tot gevolg dat we met een grijze schemerzone met 150.000 mensen in ons land die in een precaire situatie zitten. Momenteel zijn die niet actief, men is ‘in best case’ actief in de zwarte economie maar erger: sowieso overgeleverd aan de georganiseerde misdaad, die je in stand houdt met dit soort kwaadwillig beleid.
Al deze zaken nopen ons als liberalen om ten volle een nieuw wetboek te ondersteunen. Een combinatie van eengemaakte procedure, korte beroepsprocedure alsook veilige en legale toegangswegen voor mensen met een beschermingsnood in derde landen gaat al heel wat oplossen.
Belgische ‘Blue Card’
Maar zelfs met het best geschreven nieuw migratiewetboek gaan er nog lacunes zijn in ons systeem. Zo kom ik tot een voorstel om aan legale arbeidsmigratie te doen. Het uitgangspunt is “the best social program is a job” (cfr. Ronald Reagan). We moeten een kader voor legale economische migratie creëren, naast de andere stelsels. Men kan hier dus gebruik van maken, desgevallend parallel aan een procedure in andere stelsels. Een aanvrager kan er ook op terugvallen, als een ‘fall-back’-scenario wanneer men een job heeft.
Want we zitten met een gigantisch tekort op de arbeidsmarkt, door ‘gaten’ in de bevolkingspiramide en scholingsniveau’s die niet overeenkomen met de vacatures. We zitten ook met een grote groep niet-actieven in België, maar dat vergt vooral een fiscale oplossing: de negatieve inkomstenbelasting kan hier een leidraad zijn. Maar ondanks deze ‘pool’ aan mensen die aan de slag zouden kunnen gaan, zal er Europa-wijd nog steeds een influx aan arbeid nodig zijn. De ECB adviseert om ten volle fricties weg te nemen en mensen op korte termijn in de arbeidsmarkt te integreren.
Als liberalen willen we zo weinig mogelijk bureaucratie. Een systeem moet self-sustainable zijn en weinig manuele controle vergen. Daarom erkennen we dat een overeenkomst tussen werkgever en werknemer de beste ‘proxy’ zal zijn die we hebben om potentiële integratie te representeren. Een job als eerste stap in een breder integratietraject. Recente voorstellen in die richting zijn al geformuleerd, denk aan de recent nog voorgestelde ‘single permit’. Toch blijft die te veel top-down beslissen wat knelpuntberoepen en wie de zogenaamde knappe koppen zijn. Want terwijl vroeger een war for talent woedde, is er nu een war for people.
De huidige toegelaten migratieredenen, zelfs met een nieuw wetboek, vertonen veel lacunes. De mogelijkheden voor arbeidsmigratie, zelfs die van de zogenaamde single permit, volstaan ook niet. Niet om onze oververhitte arbeidsmarkt te kunnen stutten, maar ook niet om de mensen die hier, in de schemerzone, al zijn, een uitweg te bieden. Daarom doe ik een voorstel om dit op te lossen: een Belgische Blue Card.
Lange scholing is niet strikt noodzakelijk meer om een valabele arbeidskracht te zijn. De aanvraag moet locatie-onafhankelijk aangevraagd kunnen worden, en geeft de persoon in kwestie zo een reisvergunning en een tijdelijke verblijfsvergunning.
We voeren beschermingsmechanismen in tegen misbruik. Zo moet er initieel een geblokkeerde rekening met daarop 3 maanden loon geopend worden. Bij conflict wordt die na controle van een rechter vrijgegeven; na verloop van tijd (bv in het vierde kwartaal van de tewerkstelling) komt de som vrij. We pro-rateren de gewerkte periode om tot de duur van de tijdelijke verblijfsvergunning te komen: 6 maanden werken is 6 additionele maanden . Dit om de afhankelijkheidspositie van de werknemer te reduceren.
Na deze periode valt men eventueel terug op aanvraag in andere stelsels, indien dit niet van toepassing is of de procedure wordt afgewezen start het terugkeertraject. Met een systeem als dit zorg je er net voor dat je met veel minder illegalen zal zitten, hoe meer het systeem geënt is op het principe van werk als eerste stap; hoe minder mensen in de illegaliteit die je zal ‘opbouwen’.
We are all human, after all
Ik hoop dat ik met mijn tekst heb kunnen overtuigen dat liberalen complexloos een economisch verhaal rond migratie moet durven brengen. Op termijn zal het beeld van een werkende migrant bijdragen tot het draagvlak voor asiel en migratie. Pragmatisch en principieel moeten we ook ten volle een logisch consistent nieuw wetboek met sterke vereenvoudigingen ondersteunen. Als laatste wil ik een lans breken om bij een volgende migratiecrisis een menselijker narratief te brengen. Geluk zoeken is immers de essentie van het leven.
Lawrence Vanhove
De auteur is voorzitter van Liberales en politiek secretaris van het Liberaal Vlaams Verbond. In het kader van het opleidingstraject Gangmakers van Open VLD werkte hij onder begeleiding van zijn mentor Alexia Bertrand (MR) een voorstel rond legale arbeidsmigratie uit. In eigen naam schreef hij bovenstaand stuk, een samenvatting van zijn TED talk bij het afstuderen als Gangmaker.