Bluets. Bespiegelingen in blauw – Maggie Nelson
Een boekrecensie van het jongste werk van Maggie Nelson – van wie ik nog nooit gehoord, laat staan iets gelezen had – Over vrijheid deed me besluiten eerst dit Bluets te kopen. Ik kan slechts vermoeden hoe je dit uit moet spreken. Al heel snel lees ik over flarden blauw plastic als de vingerafdruk van God en ik moet onmiddellijk aan Annie Dillard denken. Maggie Nelson formuleert haar gedachten, haar overpeinzingen in wat zij ‘proposities’ noemt. Zij schrijft over liefde, over wat mensen bindt, wat haar bindt, over rouw en pijn, over seksualiteit en vooral ook over kleur, nog specifieker over de kleur blauw. Kleur is niet te meten, is volledig afhankelijk van de blik van de waarnemer. Houdt iets kleur als het niet wordt waargenomen?
Soms schrijft ze in klare taal maar veel vaker nog in associatieve taal, dan wordt haar proza poëzie waar ik veel minder makkelijk in doordring. Maar net als bij Dillard blijf je gebiologeerd doorlezen en veel te snel ben je dan al bij de laatste pagina aanbeland. Ik vermeld hier lukraak enkele van de waarnemingen of overpeinzingen, proposities van Maggie Nelson. ‘Maar waarom zou je überhaupt een diagnose willen stellen, als een diagnose niets anders is dan een herformulering van het probleem?’ - ‘Liefde is zoiets wanstaltigs dat het menselijk ras zou uitsterven als geliefden konden zien wat ze deden,’ aldus Leonardo da Vinci.
Nelson herinnert haar lezers er nog eens aan dat George Bush jr. twaalf dagen na 9/11 de Amerikanen voorhield dat de tijd van rouw voorbij was en dat nu de tijd was gekomen om op te treden. De meeste mensen uit haar omgeving meenden dat een echte depressie zeker zeven jaar vergde alvorens zij daaruit op konden krabbelen.
Nelson haalt Gertrude Stein aan die eens over de kleur blauw het volgende schreef: “Elk beetje blauw is vroeg wijs”. Maar zelf heb ik niets met blauw, ik vind het een harde kleur. Ik zou nooit een blauwe auto kopen maar een blauwe lucht is dan weer prachtig, hoe graag ik ook wolken zie. Maar wolken in een blauwe lucht, that comes close to perfection! Ergens noemt Nelson oranje de complementaire kleur van blauw. Oranje is in mijn ogen met afstand de lelijkst denkbare kleur! Maar complementair aan blauw? Nu ja, als je blauw optelt bij oranje, wordt het wit. Net zoals rood met groen en geel met paars.
In propositie 11 staat letterlijk deze tekst: “Sta nu eens stil bij de Nederlandse uitdrukking: ‘Dat zijn maar blauwe bloempjes’. In dat geval zijn ‘blauwe bloempjes’ uitgesproken leugens”. Ik kende deze uitdrukking niet, Nelson wel? Kennelijk, toch. En hoe stond deze overpeinzing dan in de originele tekst? Toch niet in het Nederlands. Kent het Engels eenzelfde gezegde?
Ik heb een prachtige tweedelige lexicon van Dr F.A. Stoett over spreekwoorden en gezegden maar daar komt deze uitdrukking niet in voor. Ensie.nl geeft alleen de betekenis, niet de herkomst. Blauwe bloempjes zijn hier ‘losse teksten’ of ‘bedrieglijke woorden’.
Verderop spreekt de vertaalster Nicolette Hoekmeijer van een ‘climactische afwijzing’ door Goethe’s Werther. Hoe komt ze daar bij? Het woord bestaat niet, dus wat betekent het dan? Ik zou, denk ik, gekozen hebben voor ‘ultiem’. Overigens vind ik dat Hoekmeijer een voortreffelijke vertaling van dit boek heeft afgeleverd.
In propositie 126 is sprake van ‘Samsara’. Het blijkt een begrip uit het Boeddhisme te zijn, een veelomvattend begrip nog wel dat zich niet eenvoudig uit laat leggen. Een voetnoot zou hier passend geweest zijn, ik kende de term niet en moest hem opzoeken. Ik vind opzoeken niet erg of storend. Onder het lezen van welk boek dan ook zoek ik voortdurend op wat bepaalde woorden of termen betekenen, bij namen zoek ik naar bijbehorende lemma’s en afbeeldingen of foto’s en bij geografische aanduidingen ligt Google Maps geopend naast me. Ook Nelson gunde het begrip ‘Samsara’ geen voetnoot.
Dan brengt Nelson de Toearegs ter sprake als een volk dat weigert zich tot de islam te bekeren en zichzelf Imohag noemt. Wikipedia noemt de Toeareg nadrukkelijk een islamitisch volk.
Plato, schrijft Nelson ergens, beschouwde kleur als een net zo gevaarlijk narcoticum als poëzie. De beeldenstormers van de Reformatie hielden ook al niet van kleur! Indigo werd lange tijd de duivelskleur genoemd en voordat blauw vanaf de 12de eeuw een heilige kleur werd, stond het blauw vaak symbool voor de antichrist!
Ik kan hier alleen maar erkennen dat ik lang niet alle proposities van Maggie Nelson begrijp, kan doorgronden maar desondanks zijn ze prachtig om te lezen zoals propositie 189 waarin ze schrijft: “Hoe vaak heb ik niet, in mijn eigen gedachten, een choreografie opgevoerd van zwarte en rode linten in het water, twee serieuze strengen van hart en hoofd. De inkt en het bloed in het turkooizen water: dit zijn de kleuren aan de binnenkant van de seks”. Prachtige taal maar begrijpen doe ik het niet. Is dat omdat zij een vrouw is en ik een man ben? Misschien. Maar misschien ook ligt een platvloerser verklaring meer voor de hand. Misschien is het niet meer dan de moeite die ik heb om door te dringen in poëzie.
De vergelijking met Annie Dillard liet me niet meer los, ook zij schrijft zeer associatief, hallucinant vaak en ook haar kan ik niet altijd volgen maar dat wordt net als bij Nelson nergens een probleem. Dit is mooie taal en Nelson legt zichzelf bloot, maakt zich kwetsbaar maar vooral is zij waarachtig en eerlijk. Ook de gekozen vorm, tweehonderdenveertig proposities, spreekt mij zeer aan. Meer hiervan graag, Maggie Nelson!
Recensie door Enno Nuy
Maggie Nelson, Bluets. Bespiegelingen in blauw, Atlas Contact, 2021