“Jezus-maria-jozef! Wat voor onmensen denken die neotjeven wel dat wij zijn?” - Vincent Stuer
Els van Doesburg, aanstormend talent bij N-VA, heeft er nog ‘ergens’ bewondering voor, ongelovigen zoals wij die ‘de nihilistische kilte omarmen’ en ‘het ‘ik’ als maat van alles nemen’ (De Morgen, 23/12). Mensen zoals u en ik, die nooit enige vorm van twijfel binnenlaten, want dat is ‘een typisch christelijke eigenschap’. Wij die enkel met een ‘giftige minachting’ kunnen reageren op al wat de gortdroge ratio overstijgt. Herkent u zichzelf?
Niet dat Van Doesburg zelf gelovig is, hoor. Maar bij haar is het iets anders. Want zij weet in welke godsdienst ze vergeefs probeert te geloven, en dat laat haar toe dingen te waarderen als de Antwerpse kathedraal (wat? waar?) en Bach (Johann Sebastian, heb ik ook moeten opzoeken, deed vroeger iets met kerkmuziek), waar u en ik het nut niet van inzien.
Weg naar Compostella
Haar partijgenoot, voormalig aanstormend talent Theo Francken, doet beter. “Ik ben gelovig, ja”, durfde hij onlangs op kerknet.be openlijk toe te geven, nadat een vriend hem twee dagen had meegetroond op weg naar Compostela. “Ik heb er ook geen enkel probleem mee om daarvoor uit te komen, laat staan dat ik me ervoor schaam.” De rest van de rit had hij met de auto afgelegd. Onward, Christian soldiers!
Uiteraard is er zelfs in goedgelovig Vlaanderen geen christenhond te vinden die werkelijk gelooft dat deze man in momenten van diepste twijfel bij Onze Lieve Heer te rade gaat. Maar doen alsof je gelooft, maakt nu eenmaal vanouds deel uit van de Vlaamse identiteit, dan is cultuurchristelijke nieuwlichterij niet genoeg. Als voorpost van rechts Vlaanderen moet hij het dan wél menen. Echt!
Met zingeving heeft het allemaal weinig te maken. Postpuberale onderscheidingsdrang is het, politiek ressentiment op zoek naar een identiteit.
Ze doen maar. Ik kies zelf wel waarin ik geloof – in geschiedenis en gemeenschap, in taal en cultuur, in familie en vrienden, in aantoonbare wetenschap en tegensprekelijk debat, in individuele vrijheid, recht en democratie. Ik geloof dus in min of meer alles waar zij in werkelijkheid ook in geloven, alleen geloof ik niet dat je een gewrongen, ongeloofwaardig en nodeloos verdelend godsverhaal moet zoeken om dat vol te houden. Ook geloof ik dat er honderd-en-een beweegredenen zijn voor mensen om het mooie en het goede te doen, maar dat er slechts een is die zelfs goede mensen kan aanzetten tot de lelijkste dingen: religie.
En het enige waarvoor ik een giftig misprijzen heb, is huichelarij – maar dat is, geloof ik, nog mijn christelijke kant.
Verbindend verleden
Niet alleen kerstmuziekjes en grote gebouwen gaan aan ons voorbij, waarschuwt Mia Doornaert (De Standaard, 24/12), ook Europa kan alleen christelijk zijn.
‘Rabiate antiklerikalen als een Guy Verhofstadt’ zijn volgens haar uit op het actieve vergeten van ons christelijke verleden, terwijl dat nu net het enige verhaal is dat ons bindt als Europeanen, en de voorwaarde vormt voor onze mensenrechten. De nazi’s waren immers ook tegen het christendom, weet Doornaert, en ook zij vonden ‘de mens niets bijzonders’. Dan komt het wel heel dichtbij.
In werkelijkheid zijn die mensenrechten als argument voor de Europese Unie vrij recent. Ze worden pas echt benoemd sinds ze betwist worden door hoogst christelijke regimes in Centraal-Europa. Voordien werden ze in EU-kringen eerder voor vanzelfsprekend aangenomen.
Hét verbindende verhaal van Europa zat juist in het verleden van een continent dat eeuwenlang verscheurd is door oorlogen en ontmenselijkende ideologieën. Oorlogen waarin beide kanten wisten dat ‘Gott mit uns’ stond. Ontmenselijking waarbij het geloof, en zeker de hiërarchische katholieke variant die wij zo zielloos afgevallen zijn, meer dan eens aan de kant van de haat stond.
Dat verleden vergoelijken via een kritiekloze karikatuur van het christendom is even zinloos als het vergeten. Europa vindt maar verbinding in het overstijgen van haar geschiedenis – een bewust en bijzonder betekenisvol proces, waarin mensen van alle overtuigingen een gewetensvolle rol speelden.
Christelijke deugden
Laat het niet aan uw koud, kil hart komen hoor, De Morgen-lezers. Ze geloven niet heus dat wij onmensen zijn. Toch niet zolang progressief Vlaanderen hun faux religieuze rimram een centrale plaats blijft geven in het maatschappelijke debat. Zolang we maar diep respect betuigen voor denkers die nooit zelfs maar een greintje respect hebben voor ons, andersdenkenden. Zolang we maar de ene christelijke deugd tonen die progressieven als geen ander nog bezitten: het vermogen om telkens opnieuw de andere wang te keren. Of ze nu ‘kunnen’ geloven of niet, kunnen doen alsof of niet, het zicht van mensen op hun knieën is hen liever dan de mooiste kathedraal.
Vincent Steur
De auteur is schrijver en werkt in het Europees Parlement. Hij schrijft in eigen naam.
Dit opiniestuk verscheen eerst in De Morgen van 28 december 2022.