Liberalism at Large. The World According to the Economist – Alexander Zevin

Liberalism at Large. The World According to the Economist – Alexander Zevin

Ziehier een cocktail die naar de pen doet grijpen: een geschiedenis van het liberalisme gezien door de lens van the Economist, geschreven door een medewerker van de New Left Review. Liberalism at Large. The World According to the Economist is het doctoraat van Alexander Zevin, tegenwoordig professor geschiedenis aan de City University of New York.

Als het over liberalisme gaat passeert meestal een stoet denkers zoals John Locke, John S. Mill, Adam Smith, Friedrich von Hayek, Milton Friedman etc. Bij Zevin blijven die op de achtergrond en staat het licht gericht op de hoofdredacteurs van The Economist. In de loop van de 177 jaar dat het tijdschrift bestaat, zijn er dat uiteraard heel wat, waaronder veel, in de Angelsaksische wereld, bekende namen zoals de oprichter James Wilson, Walter Bagehot, Edward Johnstone, Rupert Pennant-Ray, Bill Emmott, John Micklethwaith en de huidige hoofdredacteur Zanny Minton Beddoes. Die bekendheid is op zichzelf reeds een eigenaardigheid, omdat de artikels in the Economist slechts bij hoge uitzondering ondertekend zijn. Anonimiteit is een gegeerd goed bij the Economist.

De wortels van the Economist liggen bij de Anti Corn Law League. Deze League, waarvan Richard Cobden de voortrekker was, verzette zich tegen de tarieven op de invoer van buitenlands graan. Deze taksen beschermden de grootgrondbezitters, de landadel dus, maar hielden de voedselprijzen hoog, hetgeen de levensomstandigheden en koopkracht van de arme bevolking en de ontwikkeling van de industrie belemmerde.

James Wilson, een zakenman die wat kapitaal had vergaard, was een vurig pleitbezorger van vrijhandel en ventileerde dat geloof in the Economist dat hij oprichtte in 1833. Week na week predikte the Economist de voordelen van vrijhandel en het nut van een zo afwezig mogelijke overheid. Laisser faire laisser passer in zijn meest extreme vorm. Hoog in het vaandel stonden daarbij de belangen van de City en het Empire. The Economist was een pleitbezorger van Londen als financieel centrum, van waaruit het Brits imperium van kapitaal werd voorzien.

The Economist heeft in de loop der decennia ettelijke standpunten ingenomen die misschien perfect plausibel leken in dat wereldbeeld van laisser faire laisser passer, van de City en van het British Empire, maar die nu meer dan de wenkbrauwen doen fronsen. In het huidige tijdsgewricht waarin de woke-generatie het zwijgen probeert op te leggen aan commentatoren met de verkeerde huidskleur, leeftijd en gender en vanuit de geschiedenis het heden wil veroordelen (en omgekeerd), biedt the Economist een vette kluif. Zo heeft the Economist ooit kinderarbeid normaal gevonden, heeft het de slavernij verdedigd en heeft het zich gekant tegen vrouwenemancipatie.

De historische standpunten van the Economist rond democratie zijn interessant. Ooit verzette the Economist zich tegen het algemeen stemrecht, eerst enkel voor mannen, en later tegen vrouwenstemrecht. Deze standpunten werpen de vraag op naar de rol van democratie in het liberaal wereldbeeld. Dat wordt hedendaags toch ingevuld door een geloof in enerzijds democratische waarden en anderzijds het heilzame effect van goed werkende markten. Tot in het begin van de 20e eeuw vond the Economist dat enkel burgers die voldoende kapitaalkrachtig waren een stem mochten hebben en verdedigde aldus het cijnskiesrecht zoals dat ook bij ons bestond. Het argument daarbij was dat de uitbreiding van het stemrecht tot de arbeidersbevolking zou leiden tot een fiscale aanval op de kapitaalbezitters die de motor waren van de City en het Britse imperium.

De historische onhoudbaarheid van deze denkbeelden heeft the Economist doen opschuiven naar moderne normen, meer herkenbaar liberalisme, niet langer ingebed in het concept van de nachtwakersstaat, maar gebaseerd op de notie van de welvaartsstaat. De inzichten die John Maynard Keynes in de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkelde over de gewenste rol van de overheid in de economie hebben daarin een grote rol gespeeld. Niettemin is de discussie over de relatie tussen liberalisme en democratie in de middens van the Economist ook nu nog niet beslecht en heerst er een zekere mate van dubbelzinnigheid. Zevin merkt fijntjes op dat Edmund Fawcett, een journalist van the Economist en schrijver van het boek Liberalism: The Life of an Idea (2014) democratie geen substantieel bestanddeel vindt van het liberalisme. Volgens Fawcett bestaat liberalisme uit vier elementen: het aanvaarden van onvermijdelijke ethische conflicten, het geloof in de vooruitgang van de mensheid, een wantrouwen van macht en respect voor de meningen van anderen. Democratie maakt daar volgens hem geen deel van uit en Fawcett tikte the Economist daarvoor ook op de vingers als het op een bepaald ogenblik het tegendeel beweerde.

Om terug te keren naar Keynes, hij vormt, als schrijver van periodieke bijdragen in the Economist, een mooi voorbeeld van de osmose tussen the Economist en de academische en politieke (annex ambtenarij) wereld. Journalisten van the Economist kwamen uit of stapten over naar universiteiten, het parlement of posten in het Britse rijk. De band met de liberale partij in Engeland (de ‘Whigs’) was aanvankelijk zeer groot te noemen. Later, nadat de Whigs na de verruiming van het stemrecht quasi van het politieke toneel waren verdwenen en het hiaat werd ingevuld door Labour, was the Economist niet te beroerd om Labour te steunen. Het is ondertussen traditie geworden bij the Economist om stemadvies te geven aan de lezers, niet alleen bij Britse verkiezingen, maar ook bij stembusrondes in andere landen zoals de VS of Italië. Die lezers zijn overigens meer en meer internationaal en mogen zich ervan bewust zijn dat ze zich in de voetsporen treden van figuren zoals Karl Marx, Adolf Hitler en Benito Mussolini.

De activistische houding van the Economist plaatste het ook meerdere malen aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Zo speelden enkele medewerkers tijdens de Koude Oorlog onder één hoedje met de CIA. Daarbij werden ook bewust leugens verspreid. The Economist was een enthousiaste supporter van het omverwerpen van buitenlandse regimes die niet in de smaak vielen zoals het communistische regime van Noord-Vietnam in de jaren zestig en zeventig, het Soekarno-bestuur in Indonesië, Allende in Chili en Sadam Hoessein in Irak. Voor de Belgen: the Economist vond de moord op Lumumba geen slechte zaak en verdedigde de rol van de Belgen daarbij. 

Het boek van Zevin is een eye opener. Het leert ons dat een blik op het belang van de eigen klasse altijd een substantieel onderdeel heeft uitgemaakt van het denken en schrijven van the Economist. Zeker in de beginperiode, maar ook later, kan ten goede van the Economist gezegd worden dat de krant ook overtuigend kon betogen dat wat goed was voor die klasse, het liberalisme dus, ook goed was voor de ganse samenleving. Het is de verdienste dat the Economist blijft nadenken en schrijven over het liberalisme en het aanpast aan de noden van de tijd. Zo pleit the Economist in zijn eigen overzicht van zijn 175-jarig bestaan in 2018 voor een heruitvinding van het liberalisme. Het liberalisme zoals het er nu uit ziet, schopt immers niet langer tegen de schenen van de gevestigde waarden. De liberalen zijn zelf het establishment geworden, diegenen die genieten van de verworvenheden van hetzelfde liberalisme. Dat stelt ze voor het dilemma dat ze, om hun eigen ideologie te redden, hun eigen verworvenheden op het spel moeten zetten. Om te zien hoe dat afloopt moeten we wel the Economist blijven lezen!

 

Recensie door Frank Naert, emeritus professor openbare financiën, UGent

Alexander Zevin, Liberalism at Large. The World According to the Economist, Verso, 2019

Print Friendly and PDF
Public Goods, Sustainable Development and the contribution of Business - R. Bardy, A. Rubens, R. Saner & L.

Public Goods, Sustainable Development and the contribution of Business - R. Bardy, A. Rubens, R. Saner & L.

Elke mens heeft recht op het vaccin – Sarah Verhofstadt

Elke mens heeft recht op het vaccin – Sarah Verhofstadt