De kosmische komedie – Frank Westerman
In 1977 werden twee Voyager ruimtesondes in de interstellaire ruimte gelanceerd die beide waren voorzien van een gouden langspeelplaat met boodschappen van de planeet aarde, tekens om eventuele andere ruimtebewoners ergens ver weg in de leegte, op de hoogte van ons bestaan en van onze goede bedoelingen te brengen. Deze informatiedragers werden destijds samengesteld door de filosoof Carl Sagan. Hij verzamelde enkel boodschappen en tekens die onze fraaie kant lieten zien, maar repte met geen woord over menselijk falen, over oorlogen, armoede, genocide, het vernietigen van biodiversiteit of klimaataantasting. We moeten vooral een nette indruk maken op onze exoburen. Keeping up appearances.
Frank Westerman corrigeert dat beeld in zijn De kosmische komedie, vrij naar – u begrijpt het al – De goddelijke komedie van Dante. De mens heeft immers de goden verjaagd uit het heelal maar de komedie is gebleven. Hij vertelt hoe wij naar de sterrenhemel reiken en tal van dromen koesteren maar herinnert ons er voortdurend aan dat wij mensen zijn, mensen die misschien geweldige prestaties hebben verricht maar die tegelijkertijd met hun onmiskenbaar donkere kant behept zijn. Vrij associërend leidt de schrijver ons naar de maan, naar Mars, zwarte gaten en de interstellaire ruimte maar confronteert ons tegelijkertijd met ons feilen en falen.
Via de eerste ruimtewandelaar, de fascinerende Aleksej Leonov in 1965, Eise Eisinga die zijn planetarium bouwt nadat dominee Eelco Alta de apocalyps voorspelt op 8 mei 1774 als de maan, Venus, Mars, Mercurius en Jupiter op een kluitje zullen staan in het sterrenbeeld Ram, belanden we prompt in de Holocaust via Kamp Westerbork, dat nietige dorp in Drenthe waar toevalligerwijze (?) ook iconische radiotelescopen zouden verrijzen. De radiosterrenwacht van Westerbork scant het uitspansel op signalen uit de ruimte – maar doet dat staande op een afvoergoot naar de ondergang, schrijft Westerman. Daar had je het weer: hemel en hel, verknoopt tot een maag-darmkanaal. En passant onthult hij, ik althans wist dit niet, dat de NSB ten oosten van Assen in 1935 de grootste partij werd met een kwart van de stemmen. Het geweten van Drenthe was bruin gevlekt. Er waren 210 geslaagde vluchtpogingen in Westerbork maar wie weg wist te komen kon niet blindvaren op hulpvaardige Drentse boeren.
En opnieuw raak ik gefascineerd door Christiaan Huygens die in het midden van de 17de eeuw beredeneerde dat er buitenaards leven moest zijn. Huygens berekende dat een dag op Mars 24 uur en 40 minuten duurde. Hij zat er minder dan drie minuten naast. En natuurlijk komen Giordano Bruno, Copernicus en Galileo Galilei voorbij. Heerlijke geschiedenissen. Maar vergeten we niet de 102.000 joden en Sinti die van Westerbork naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen werden gestuurd. Heel fraai is hoe Westerman via Westerbork, Etty Hillesum, Vincent van Gogh en Franse topografiekaarten op het thema ‘zwarte gaten’ komt.
Frank Westerman is een goed stilist en kan uitstekend schrijven. “De villa met de glazen kap en het fonkelende ground zero van de radiotelescopen liggen in elkaars zichtveld. Het zijn twee zenuwcentra op dezelfde open plek in het bos. De eerste stuurde zonder omwegen de hellegang aan, de tweede zoekt de hemel af op tekens en betekenissen”. Dit is mooie taal hoor. De communist Anton Pannekoek zei eens: de primitieve mens bevolkte de hemel met machtige goden, de wetenschap der sterren heeft deze vernietigd. Maar, vraagt Westerman zich af, als dat geloof de mens nu eenmaal houvast biedt voor hoe te leven, vergroot die sterrenkunde dan niet de stuurloosheid op aarde? En verderop vraagt hij zich af of de sterrenkundige Jan Oort meende dat de wetenschap in staat zal zijn om de hemel compleet te ontdoen van mythologische spinrag of dat er achter elke onthulling een nieuw raadsel opdoemt dat ruimte laat voor een God. Het klinkt alsof Westerman dit laatste hoopt of zou wensen.
Nog zo’n aardige wetenswaardigheid: Wifi is terug te voeren op een publicatie van Westerbork astronomen uit 1977! Van Oort vermoedt dan al dat er in het oog van het Melkwegstelsel een zwart gat zit. Interessant ook is de passage over de eerste foto van een zwart gat, wereldkundig gemaakt op 10 april 2018. Aan de wieg van die foto stond Heino Falcke, de Duitse astrofysicus verbonden aan de universiteit van Nijmegen. Falcke: “Wanneer de wetenschap van het heelal ons heeft laten zien hoe klein we zijn, dan zegt God tegen ons hoe waardevol we zijn”. Volgens Falcke, die gelooft dat God achter de oerknal zit, heeft God zich in het universum verstopt opdat wij ‘Haar’ zoeken.
Over Dante gesproken, wonderlijk is het verhaal over diens Goddelijke Komedie. Inmiddels is aangetoond dat Dante al die verhalen niet zelf heeft verzonnen maar dat hij zich baseerde (om het woord ‘plagiëren’ hier maar te vermijden, aan bronvermelding deed Dante niet) op een islamitische oerversie waarvan alleen de Latijnse vertaling bewaard is gebleven onder de naam Liber Scalae Machometi (Het boek van Mohammeds ladder).
Nog zo’n mooi onderwerp: de fermiparadox. Statistisch gezien moet het in het universum krioelen van het leven maar wij hebben het nog steeds maar niet gevonden en we werden nog nooit bezocht. Waar is iedereen? En het was de filosoof Carl Sagan die zei: “In een mistig verleden ontstonden in het inwendige van de sterren de atomen waaruit wij zijn opgebouwd. Als wij nu naar de ruimtereizen keren we in zekere zin terug naar onze oorsprong.” Deinococcus radiodurans. Dat is de naam van een bacterie die een ruimtereis van meer dan een jaar probleemloos overleeft. Dat gegeven tart iedere verbeelding. Westerman verzucht: “Stel je voor dat we straks op Mars kiemen van leven aantreffen die we zelf in een pandemie hebben opgepikt!” En de Duitsers noemden de hoofdweg van Kamp Westerbork de Himmelfahrtallee. Dat er ooit radiotelescopen zouden verrijzen wisten zij toen nog niet. De nazi’s waren extreem cynisch.
De eerste ruimteverkenningen waren vooral door macht en hegemonie gedreven, niet door nieuwsgierigheid, schrijft Westerman. We zaten met ons allen midden in de Koude Oorlog. Evenzogoed: vrijwel alle ruimtevaarders ontpoppen zich uiteindelijk als milieu- en klimaatactivisten! Nog zo’n fraaie formulering van Westerman: “Ruimtevaart is de voortzetting van sterrenkunde met andere middelen. De raket ligt in het verlengde van de telescoop”. Een van de grote vragen die vooralsnog onbeantwoord blijft is of de mens, eenmaal in de ruimte, zijn drang tot territoriumdrift weet te beheersen. Als wij ons in onze Melkweg of in de interstellaire ruimte begeven, nemen we onszelf mee. En zo geweldig zijn we niet. Westerman: hoe groot is de kans dat we best bedoeld een nieuwe hel stichten in de hemel?
Ik houd van dit soort boeken, zeker wanneer ze zo goed geschreven zijn als deze kosmische komedie. Het doet me denken aan de boeken van de helaas bij een ongeluk omgekomen W.G. Sebald, die al evenzeer gefascineerd was door die vrijwel onbeheersbare neiging van de mens tot het kwade, tot territoriumdrift en machtswellust. Westerman bevindt zich in uitstekend gezelschap!
Recensie door Enno Nuy
Frank Westerman, De kosmische komedie, Querido Fosfor, 2021, 281 pagina’s