Pandemic! - Slavoj Žižek
Op het hoogtepunt van de eerste covid19-golf publiceerde de Sloveen Slavoj Žižek, het enfant terrible van de hedendaagse filosofie, het kleine boekje Pandemic!.
Naast vele andere dingen noemt Žižek (geboren 1949) zich communist. Zonder reserves. Zoals ik zei, de man wordt het enfant terrible van de filosofie genoemd. Rechts vindt hem sowieso een opruier, en bij links laat hij zich kenmerken door zijn uitgesproken islam-kritische stem. Een vrijdenker dus. Zoals wij ze graag hebben.
In Pandemic! maakt Žižek een stand van zaken op. Hij analyseert het Chinese autoritaire beleid, prijst het in sommige opzichten, maar spaart de kritiek niet en vraagt zich af of wij in het Westen zullen kunnen leven met de draconische vrijheidsbeperkingen die de Chinese overheid haar burgers uit medische noodzaak oplegt. Het blijkt dat we daar toch niet teveel problemen mee gehad hebben.
Hij citeert ook een vertegenwoordiger van het Iraanse ministerie van volksgezondheid die zijn volk verzekerde dat het virus een democratisch virus is, een virus dat geen onderscheid maakt tussen arm en rijk of tussen staatsman en een gewone burger.
Dat is, terugblikkend, niet het geval. De geschiedenis van de verspreiding van dit virus laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. Eerst werd de kosmopolitische klasse getroffen, mensen die reisden voor hun werk (expats in China bijvoorbeeld) of voor hun plezier (skireisjes naar Italië, iemand?). In de tweede golf werden vooral mensen uit arme wijken besmet, mensen die geen andere keuze hebben dan dicht op elkaar te leven, mensen zonder tuin, zonder open ruimte in de omgeving, mensen die niet aan afstandswerken kunnen doen: de buschauffeurs, de winkelverkopers, de orderpickers in de haven die in omstandigheden moeten werken die niet altijd even veilig zijn. Het precariaat dus.
Het punt dat Žižek wil maken is dat we in deze tijden meer communisme nodig hebben. Deze pandemie zou wel eens het einde van het kapitalisme kunnen betekenen. Ik betwijfel dat en volg de redenering van Fredric Jameson die stelt dat we nog eerder het einde van de wereld zullen zien, dan het einde van het kapitalisme zullen meemaken. Nochtans ben ik voorstander van een nieuwe balans. Vooral grote bedrijven, corporaties maken het vandaag te bont.
Denk bijvoorbeeld aan big tech. Denk aan big oil, denk aan alle corporatocratieën. Bedrijven die winsten opstrijken maar maatschappelijke kosten afwentelen. Winsten internaliseren, kosten externaliseren, heet dat dan. “Wij zullen de auto's bouwen, bouwen jullie de wegen! Wij verkopen de sigaretten, jullie genezen de longkankers, oké? Wij leveren de olie, jullie ruimen de olielekken, goed? Wij bouwen de telecomnetwerken, maken jullie er maar reclame op zonder dat wij daar een euro winst van zien.”
“Heeft u briljante wetenschappers nodig? Geen probleem, onze universiteiten leveren ze gratis.” “Belastingen betalen. Hoezo? Wij? Waarom?” “Bank failliet? Echt waar? Ik dacht dat jullie 'too big to fail' waren? Nee, toch niet? Geen probleem, de belastingbetaler zal wel bijpassen.”
Soms lijkt het alsof we communisme hebben voor de multinationals en kapitalisme voor de armen.
Als we tijdens die eerste golf toch al communisme zagen, was het een soort van oorlogscommunisme zoals bijvoorbeeld inbeslagnames van mondmaskers door de overheid, maskers die bedoeld waren voor de export maar die plots door het eigen land werden geconfisqueerd. Of Trump die stoer sprak dat hij de private sector ging overnemen. Of de Trump-regering die opperde elke Amerikaan een cheque van duizend dollar te geven, het dichtst dat ze daar ooit bij het UBI, het universeel basisinkomen, gekomen zijn. Maar ook hier in België hebben we tijdens die eerste golf nooit dichter bij een soort van communistisch walhalla gestaan. Gratis geld voor de zelfstandigen? Geen probleem, de liberalen zaten immers in de noodregering. Gratis openbaar vervoer? Geen probleem, er is immers toch niemand om uw toegangsbewijzen te controleren. Ook thuiswerk was plots geen probleem meer, terwijl men vroeger zou gewaarschuwd hebben dat mensen thuis laten werken tot misbruik zou leiden.
Solidariteit is een sleutelwoord in dit boekje. Toch een opmerking. De beelden van de recente explosie in Beiroet hebben iedereen erg getroffen. Het deed deugd om de Franse president Macron twee dagen later in het rampgebied te zien om hulp te beloven en troost te bieden. Maar het was ook verwonderlijk. Want een paar maanden eerder troffen de beelden van Bergamo in Italië ons even diep. Vooral de op internet gedeelde emotionele oproep van een Italiaanse acteur die huilend om hulp vroeg met op de achtergrond het bed met het stoffelijk overschot van zijn overleden zuster, waar geen begrafenisondernemer voor gevonden kon worden, grepen aan. Wie blonk daar uit door zijn afwezigheid? Juist, diezelfde Macron, die zich de laatste tijd steeds meer in de voetsporen van Merkel laat opmerken als redder van Europa.
Wie waren daar wel? De Cubanen, de Chinezen en de Russen. De grote communistische mogendheden. De Russen reden met een indrukwekkende colonne legervoertuigen over de Italiaanse snelwegen naar de hel van Bergamo, inclusief wapperende Russische vlaggen. De Russen plantten diezelfde vlag in het midden van het ziekenhuis. Dat deed pijn aan de ogen! Zover was het dus gekomen met de Europese solidariteit. Noch Frankrijk, noch Duitsland, noch enig ander Europees land liet in die eerste fase van zich horen.
Pandemic! werd midden van de eerste besmettingsgolf geschreven, in volle lockdown. Žižek houdt van die modus. Hij zit liever binnen dan buiten en leest bijvoorbeeld liever een goede beschrijving van een schilderij dan midden van een overbevolkt museum er een glimp van te moeten opvangen. Niettemin vreest ook hij een dystopie waarin we “thuisblijven, werken op onze computers, communiceren via videoconferenties, sporten op een hometrainer in een hoek van ons thuiskantoor, af en toe masturberen voor een scherm met hardcore seks, eten halen bij een afhaalrestaurant en nooit meer andere mensen in levende lijve ontmoeten."
Žižek zou Žižek niet zijn, mocht hij niet een paar interessante perspectieven in dit werk binnensmokkelen. Zo verwijst hij naar de Franse situationisten — voorlopers van de mei 68'ers in Parijs — en slaagt erin hun oproep om te “leven zonder dode tijd en te genieten zonder beperkingen” te koppelen aan Heideggers gelassenheit.
En zijn raad om niet te panikeren illustreert hij dan weer aan de hand van een bloedmooi verhaal van W. Somerset Maugham:
'Er was eens koopman in Bagdad die zijn knecht naar de markt stuurde om proviand te kopen. Toen de knecht terugkwam zei die, bleek en bevend: “Meester, toen ik op het marktplein was, kreeg ik een duw van een vrouw en toen ik me omdraaide, zag ik dat het de Dood was. Ze keek me aan en maakte een dreigend gebaar. Leen me uw paard Meester en ik zal wegrijden uit deze stad en mijn lot ontwijken. Ik zal naar Samarra gaan, daar zal de Dood me niet kunnen vinden.”
De koopman leende hem zijn paard en de knecht ijlde ervandoor. Toen trok de koopman zelf naar de markt. Hij zag de Dood in de menigte staan, ging er naar toe en vroeg: “Waarom maakte je een dreigend gebaar naar mijn bediende toen je hem vanmorgen zag?” “Dat was geen dreigend gebaar,” antwoordde die, “er ging een schok van verbazing door me heen. Ik was verrast hem in Bagdad te zien, want ik had vanavond een afspraak met hem in Samarra.”'
De moraal van dit verhaal? Laten we de genezing van corona niet erger maken dan de kwaal. Maar laat ons ook voorbereid zijn. Want de corona-crisis is slechts een generale repetitie voor de klimaatcrisis. En het nieuwe normaal wordt niet zoals het oude normaal. Om het met de woorden van Michel Houllebecq te zeggen:
"Na de lockdown zullen we niet wakker worden in een nieuwe wereld. Het zal dezelfde wereld zijn, alleen een beetje erger."
De opbrengsten van Pandemic! gaan naar Artsen Zonder Grenzen. Ik zeg dat erbij omdat het een erg dun boekje geworden is en men zich als koper dus niet bekocht hoeft te voelen.
Slavoj Žižek, Pandemic! Polity Press, 2020
Recensie door Jan-Willem Geerinck