De zaak Peter Terryn: een aanval op onze grondrechten - Aimé Schrauwen
Er is sprake van een onder-de-radar-gebleven juridische crisis, waarbij gebruik van grondrechten wordt gecriminaliseerd. Zoals u hieronder uitgebreid kan lezen gaat het hier om twee rechtszaken, waarvan de meest uitzonderlijke zich woensdag 15 januari afspeelde te Antwerpen.
De échte schade aan de rechtstaat, voltrok zich toen men Peter Terryn veroordeelde tot zes maanden voorwaardelijk. Burgerrechtenactivist Peter Terryn (alias de Minister van Agitatie) werd vervolgd op basis van art. 66 en 406 van het strafwetboek omwille van een prent die hij verspreidde in 2016. Het betreft een geval van vrije meningsuiting, die geen schadelijke gevolgen had. Zijn Facebookpost van in 2016* werd de grond voor een veroordeling tot 5 jaar cel, voor het zogenaamd oproepen tot kwaadwillige sabotage. De vrije meningsuiting komt hier ontzettend in het geding.
Deze situatie is mij onder de ogen gekomen, nadat men mij heeft gecontacteerd omwille van enkele opiniestukken en mijn juridische dienstverlening,
Ik wil dan ook graag beroep doen op de kracht van de vierde macht om de man en de zaak in het licht te stellen en de onregelmatigheden op zijn minst aan de kaak te stellen. Indien deze zaak niet genoeg belicht wordt, dan staan onze burgerrechten onder druk.
Door de veroordeling wordt ook Youth for Climate, de sociale beweging, een mars tegen immigratie, verzet tegen te hoge belastingen, Gele hesjes en burgerlijke ongehoorzaamheid, de jure strafbaar tot als u via de rechtbank uw deugdelijk gebruik hebt kunnen bewijzen. Er voltrok zich hier als het ware een omkering van de principes van het betoog en het recht op verzet, alsook een begrenzing van de vrije meningsuiting. Als lid van Liberales, Open VLD en als juridisch-activist moet ik de zwaarte hiervan onderstrepen, ongeacht het feit dat de politieke strekking die hier in het geding is, niet de mijne is.
De vervolging en veroordeling illustreert een maatschappelijk evolutie waarbij fundamentele grondrechten en individuele vrijheden op de helling staan. Deze evolutie is zowel juridisch als politiek. De reactie moet dus - behalve juridisch - ook een politiek en maatschappelijk antwoord bieden. Niet alleen wordt de rechtstaat nu meer ingezet ter bescherming van het staatsbestel, het treedt ook meerdere grondrechten met de voeten. De burger kan niet, wanneer hij vervolgd wordt voor een mening, verplicht worden om door te moeten procederen tot op het cassatieniveau. Waar vroeger politieke rechtszaken werden gevoerd op het assisenniveau, worden zij nu allemaal gecorrectionaliseerd. Dit heeft tot gevolg dat de politieke-en burgerrechten in kwestie, niet mede worden beoordeeld door een burgerjury, de rechter is dan genoodzaakt om de wet in al zijn hardheid toe te passen, ongeacht het gebruik van fundamentele grondrechten, dura lex, sed lex.
De eerste historische uitspraak betreft het arrest van het Hof van Cassatie inzake de veroordeling van de voorzitter van het ABVV, Bruno Verlaeckt, voor het gebruik van stakingspiketten door hun leden. Dit zet het stakingsrecht en betogingsrecht op losse schroeven. De herbevestigde uitspraak criminaliseert op basis van belemmering van het verkeer, alle burgerlijke ongehoorzaamheid.
ABVV-secretaris Bruno Verlaeckt werd bij de staking van 2016 gearresteerd omdat de vakbond gewoontegetrouw een stakingspiket had opgezet in de Antwerpse industriezone in de haven. Sinds mensenheugenis zet de vakbond stakingspiketten op in industriezones en in het bijzonder in de Antwerpse haven. Hij werd in de boeien geslagen en administratief aangehouden. Niet omdat hij persoonlijk kwaadwillig het verkeer belemmerde, maar omdat hij als organisator werd aangeduid. Die herbevestigde uitspraak gaat radicaal in tegen eerdere jurisprudentie, bijvoorbeeld van oktober 2004, naar aanleiding van een filterblokkade op de autoweg door de socialistische Algemene Centrale in maart 2001. De vakbondsverantwoordelijke Henckaerts werd destijds eveneens veroordeeld door de correctionele rechtbank van Hasselt op basis van artikel 406 wegens het kwaadwillig belemmeren van het verkeer. Maar het Hof van Beroep in Antwerpen volgde die redenering niet en sprak de man op 28 oktober 2004 vrij. Het Hof benadrukte dat artikel 406 veronderstelt dat men het verkeer 'kwaadwillig' belemmert. Aangezien de vakbondssecretaris gebruik maakte van zijn fundamentele rechten, was die kwaadwilligheid niet bewezen. Het Hof was van oordeel dat een wegblokkade opwerpen als een 'normale vakbondsactie' kan worden bestempeld. Het Hof sprak daarop de veroordeelde vakbondssecretarissen vrij. De uitspraak tegen Bruno Verlaeckt, keert dus de normale bescherming van grondrechten om.
De tweede historische vervolging
Aanleiding is een klacht van Infrabel uit 2016 tegen een prent die de activist Peter Terryn op zijn Facebook pagina en nadien als zeefdruk verspreidde. De prent draagt als titel 'spoorwegen en treinen blokkeren' en legt uit hoe men op eenvoudige en veilige wijze treinen en sporen kan blokkeren. De satire die daarbij gebruikt wordt is meer dan overduidelijk. De post van de activist zet dus niet aan tot sabotagedaden, vernielingen, het in gevaar brengen van materieel, personeel of passagiers. Hij legt een bestaand veiligheidssysteem uit, dat overigens geen geheim is. De informatie op het pamflet is publiek beschikbaar.
Nochtans werd Peter Terryn op 10 januari 2019 tot 6 maanden gevangenisstraf en 800€ boete veroordeeld op basis van artikel 66 van het strafwetboek. Dat artikel bestraft hij die '
hetzij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen gesproken, hetzij door enigerlei geschrift, drukwerk, prent of zinnebeeld, aangeplakt, rondgedeeld of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld of door het schenken van sterke drank, misdadige kuiperijen of arglistigheden, het plegen van het feit rechtstreeks heeft uitgelokt, zelfs voor het geval dat die aanzetting zonder gevolg is gebleven.'
Het bizarre is dat er geen feiten waren, er was geen sabotage, er was geen schade aan sporen, treinen of het treinverkeer; Infrabel heeft dit ook al bevestigd. Men wordt hier dus als het ware vervolgd voor het uitbrengen van een mening die schadelijk zou zijn, hoewel er geen schade is, dit is op zichzelf al een historische verzwakking van onze Belgische grondrechten.
Het is de combinatie van deze beide zaken die burgerrechtenbescherming totaal op losse schroeven zet. De ernst van de zaak mag duidelijk zijn: Peter Terryn, alias de Minister van Agitatie, werd tot een boete en gevangenisstraf veroordeeld voor een prent (art. 66) en aansluitend voor feiten (art. 406) die niet hebben plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie had volstaan met opschorting. Infrabel vroeg slechts 1€ schadevergoeding. Het oordeel van de rechtbank in eerste aanleg is dus bijzonder zwaar. De verwachting met betrekking tot het Hof van Beroep is niet optimistisch. Het proces tegen de activist speelt zich namelijk niet af in een politiek of juridisch vacuüm. Dat is nooit zo. De repressie tegen politieke en sociale activisten dateert niet van gisteren, het is echter wenselijk dat het zo snel als mogelijk tot het verleden behoort in het belang van de individuele grondrechten van ons geëngageerde burgers.
De einduitspraak van de Peter Terryn-zaak werd uitgesteld. Ik volg dit op. Voor verdere info bel 04 86 499 453 of contacteer advocaat Dieter Vander Velpen.
Aimé Schrauwen,
Kandidaat-kernlid Liberales,
Lid Open VLD,
Raad van bestuur Jong VLD Nationaal
Master student Publiek recht
freelance sociaal-juridisch-administratief raadgever