Diderot and the Art of Thinking Freely - Andrew S. Curran
De naam van de Franse filosoof Denis Diderot (1713-1784) is onlosmakelijk verbonden met de befaamde Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers. Jarenlang schreef en redigeerde hij tientallen artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen voor het werk. Tussendoor produceerde hij heel wat andere teksten. Zijn denkbeelden kwamen kritisch en schokkend over bij zijn tijdgenoten. De Franse overheid plaatste Diderot van juli tot november 1749 zelfs in de gevangenis. Hij besloot het voorzichtiger aan te doen en bestemde zijn meer kritisch werk (waarschijnlijk bewust) voor het nageslacht.
Jaren later doken originele manuscripten hier en daar op. Pas in 1948 kon bijvoorbeeld worden opgemaakt dat Diderot de hand had in een van de meest ophefmakende werken (gecensureerd en in het openbaar verbrand) uit de Franse Verlichting, de zogenaamde Histoire des Deux Indes van abbé Raynal. Diderot was met zijn werkkracht en zijn ideeën een van de grondleggers van het denken in de moderne tijd. En dat is zowat het uitgangspunt van de begin 2019 verschenen interessante, overzichtelijke en vlot leesbare biografie van de hand van Andrew S. Curran (Wesleyan University, Connectitut, VS). Het boek heeft niet de ambitie veel vernieuwende inzichten op te leveren. Curran heeft zijn werk wel grondig gedaan en de bestaande literatuur en kennis over Diderot in een vlot leesbare synthese gegoten met aandacht voor het biografische en het thematische. Het resultaat is een levensbeschrijving van een fascinerend man met een rijk gevuld leven.
Diderot werd op 5 oktober 1713 geboren in Langres als zoon van een ambachtsman. Vader Didier Diderot was messenmaker, gespecialiseerd in medisch gereedschap. Gezien zijn intelligentie en drang naar studie was Denis reeds op jonge leeftijd voorbestemd om als geestelijke carrière te maken. Een quasi voor hem niet mis te lopen aanstelling in Langres ontglipte hem alsnog. Diderot trok naar Parijs. Niet zozeer zijn studies (bij de jezuïeten) als wel de geest en de context van de grootstad kneedden hem voor de rest van zijn leven. Diderot bleef hangen in Parijs en scherpte zijn steeds onafhankelijker wordende geest aan. Toen Denis als weinig bemiddelde homme de lettres herhaaldelijk bij zijn vader aanklopte om financiële steun en bovendien nog eens trouwde met een vrouw die zijn ouders niet zagen zitten, was de breuk met de familie zo goed als compleet. Begin de jaren 1740 zorgde Diderot voor de vertaling van enkele Engelstalige werken naar het Frans. Maar al vlug bracht hij origineel werk. In 1746 verscheen Pensées Philosophiques (met essays rond thema’s als God, deïsme, scepticisme en atheïsme). Diverse uitdagende werken volgden elkaar nu op.
Intussen was Diderot betrokken bij het project van de Encyclopédie, ‘de Bijbel van de Verlichting’, zoals Curran het desbetreffende hoofdstuk betitelt. De filosoof was niet de bedenker of de initiator. Diderot werd er bij betrokken omdat hij de naam had van een echt ‘werkpaard’ te zijn. Hij vulde perfect de andere spilfiguur aan, Jean le Rond d’Alembert. Zijn rol bestond erin om als gereputeerd wetenschapper zijn kennis en netwerk aan te spreken. In de zogenaamde Prospectus schreef Diderot dat de Encyclopédie een collectief werk was van specialisten uit alle disciplines. Uiteindelijk schreef Diderot zelf tweeduizend artikels voor het eerste deel en wel over de meest uiteenlopende onderwerpen (aardrijkskunde, plantkunde, mythologie, tuinieren, architectuur, literatuur, enz.). Jarenlang trok hij zich terug in zijn werkkamer met boeken, gekleed in zijn kamerjas en op pantoffels.
Curran hecht veel belang aan het revolutionaire karakter van de Encyclopédie. De subtiliteit zit volgens hem niet enkel in de kritische inhoudelijke benadering maar ook in de praktische uitwerking van het hele project (alfabetisch in plaats van hiërarchische orde, een doordacht systeem van kruisverwijzingen (de zogenaamde ‘renvois’), de vernieuwende visuele aanpak met didactische platen). Het project van de Encyclopédie was voltooid in 1765 (weliswaar volgden pas in 1772 de laatste delen met platen). D’Alembert had het schip reeds lang verlaten (1758). Het succes van de Encyclopédie gaf Diderot een zekere financiële welstand. De schaduwkant van de medaille was dat hij zijn gezondheid en zijn familie verwaarloosde (al was er in zijn liefdesleven wel tijd voor maîtresses). Diderot zette zijn eigen literaire ambities opzij en kreeg bij herhaling bakken kritiek te slikken van zijn (religieuze) tegenstanders.
Het is verbluffend dat Denis Diderot tijd vond om daarnaast nog een ander oeuvre uit te bouwen. Hij was kunstcriticus (voor de exclusieve Correspondance Littéraire, een uitgave van zijn vriend Melchior Grimm) maar publiceerde ook werken over filosofie, literatuur en toneel. In die teksten lanceerde Diderot ideeën en visies die later in de evolutieleer of in de seksuologie opgang hebben gemaakt. Curran analyseert deze titels in thematische hoofdstukken in het tweede deel van het boek en koppelt Diderots denken terug naar diens persoonlijk leven.
Heel leesbaar en aantrekkelijk is het indrukwekkende verhaal over de bijzondere band die Diderot had met de Russische tsarina. Catharine De Grote steunde en zocht contact met de Franse verlichtingsfilosofen. Na herhaaldelijk aandringen (en pas na het afronden van het werk aan de Encylopédie en na het overwinnen van zijn eeuwige twijfel) maakte Diderot in de zomer van 1773 de reis naar St.-Petersburg, met een omweg via Nederland. Weken later kwam Diderot, die bijna nog nooit had gereisd, er doodziek aan. Tot spijt en nijd van de hofhouding won de Franse filosoof al vlug het vertrouwen van de vorstin. Uit de intense contacten en interessante discussies groeide bij de Franse filosoof de (ijdele) hoop met de steun van Catharine De Grote de waarden van de verlichting in praktijk te kunnen omzetten. De kloof tussen theorie en praktijk was te diep. Begin maart 1774 verliet Diderot St.-Petersburg. Hij behield steeds het grootste respect voor Catharina De Grote.
Terug in Frankrijk bleef Diderot nog tien jaar bijzonder actief. De filosoof schreef uitdagend werk of ondersteunde anderen (Histoire des Deux Indes). Diderot toonde zich een voorstander van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten (1776) en betreurde het dat hij het land zelf niet meer kon bezoeken. Op het einde van zijn levensdagen ondernam zijn omgeving nog een nutteloze en vergeefse poging om de atheïst te bekeren. Diderot stierf op 31 juli 1784 in Parijs. Volgens Curran gebeurde dit op een wijze die perfect aansloot zoals hij het zelf als filosoof en denker had gewenst: zonder priester, met humor en tot op het einde genietend van het leven.
Andrew S. Curran, Diderot and the Art of Thinking Freely, New York, Other Press, 2019
Peter Laroy is directeur van Liberas/Liberaal Archief