Uiteindelijk betalen wij de rekening - Aimé Schrauwen
De klimaatspijbellaars beloofden een beter rapport te zullen hebben dan de regering,
het jaarrapport van de regering, de parlementaire rapporten, het begrotingsrapport en uiteindelijk het programma rapport. We worden de laatste tijd met een hele hoop beleidsbeoordelingen rond de oren geslagen. Zulks stemt voor sommige tot nadenken en zorgt bij andere voor gejuich.
Los van de eigenlijke inhoud van die beoordelingen -hoewel de scores er zeker mogen zijn- stel ik mij de vraag waarom er enkel belang wordt gehecht aan de prestaties, resultaten en cijfers vlak voor de verkiezingen.
Het ergste van al, is dat die belangstelling zich dan nog eens beperkt tot het marketinggewijs in de verf zetten van het eigen zogenaamde gelijk.
Als politiek geëngageerde burger en als jonge mens ben ik het beu dat onze toekomst wordt bepaald op basis van aantrekkelijkheid en draagvlak. Het lijkt bijna zo te zijn alsof reclamebureaus, memes en marketeers de besluitvorming harder stuwen dan de cijfers of de sociale en economische realiteit.
Begrijp me niet verkeerd, als democraat en vrijheidminnende mens heb ik het hoogste respect voor de vertegenwoordiging van het volk in de besluitvorming. Ik ben zelfs van mening dat de gewone man in de straat soms nog te weinig te zeggen heeft.
Maar kom alstublieft niet meer af met “er is een draagvlak, dus...” of “ er is geen draagvlak, dus…”
De taak van de politiek, de beleidsmakers, beslissers en vertegenwoordigers is duidelijk: Vertegenwoordig de mensen in het maken van moeilijke beslissingen en zorg voor een beleid dat problemen oplost, die we individueel niet kunnen dragen.
Daar en enkel daar zou de focus moeten liggen. Hoe ver zijn we afgedwaald van de essentie als partijen meer geld uitgeven aan hun marketing dan aan hun eigen studiedienst?
Het is te gemakkelijk om het te hebben over foute sociale-media campagnes, dure mascottes en slogans. Het wordt al snel iets banaal, maar het echte verlies zit hem bij onze toekomst, bij de mogelijkheid voor het beleid om écht in te grijpen. Want wanneer de partijen in constante verkiezingsmodus verkeren, is het eerste slachtoffer de langetermijnvisie.
In feite zou men zich maar eenmalig moeten bezighouden met het draagvlak of de populariteit van een beslissing en dat is tijdens de verkiezingen wanneer men het programma voorlegt aan de kiezer. Alle andere ogenblikken behoort men te besluiten met maar één doel voor ogen: het structureel oplossen van problemen en de toekomst van elke Belg, Vlaming, Waal en Brusselaar veiligstellen. Dat is namelijk de reden waarom we überhaupt mensen verkiezen en vergoeden met ons belastinggeld.
Hiermee zeg ik niet dat er slecht beleid wordt gevoerd, maar het is alvast geen beleid met een degelijke langetermijnvisie. Die visie stopt namelijk waar het electoraal gewin begint.
Het is daar waar het schoentje knelt.
Als optimist geloof ik ook dat het beter kan, kijk bijvoorbeeld bij onze Noorderburen waar het beleid doorrekent wordt, wat dan weer mogelijkheden schept tot langetermijndenken. Daarvoor hoeft u mij niet op het woord te geloven, u kan simpelweg onze wegenkwaliteit vergelijken.
Laten we naar Nederlands voorbeeld een stap zetten in de richting van science-based beleid, waarbij een centraal planbureau onderzoekt of financiële voorstellen het beoogde resultaat kunnen behalen en waarbij het sociaal cultureel planbureau onderzoek doet op sociaal en cultureel gebied. Op die manier moet de burger niet meer vertrouwen op de onder gefinancierde studiedienst van een partij, maar kan men met een gerust hart weten dat het beleid de realiteitstoets van het planbureau heeft doorstaan. Daarom pleit ik voor de uitbreiding van het Federaal Planbureau en de toevoeging van een Gewestelijke en Gemeenschappelijke afsplitsing. De influx van wetenschappelijke beoordeling en onafhankelijke toetsing kan een belangrijke tool zijn in de strijd tegen populisme en antidemocratische tendensen.
Wanneer de rapporten van het Rekenhof en het Federaal Planbureau meer gezag krijgen en we laten het beleid na de verkiezingen ook narekenen, dan krijgen we automatisch een beleid dat problemen structureel aanpakt. Want de cijfers liegen niet. Wanneer een voorstel na uitrekenen niet optimaal blijkt te zijn, waarom zouden we het dan behouden?
Draagvlak? Ik denk het niet. Het is net op die manier dat we holle beloftes kunnen onderscheiden van staatsmanschap. Laten we dus inderdaad onze beleid - en wetsvoorstellen officieel doorrekenen. Zodat politici niet langer enkel worden afgerekend door de achterban, maar ook door de ratio, de wetenschap en de sociaaleconomische realiteit.
We betalen in België genoeg om het beleid te krijgen dat we verdienen. Kunnen stemmen, mee kunnen doen aan het politiek proces en mensen mogen vertegenwoordigen zijn de mooiste privileges die er zijn. Maar laten we eindelijk eens terug gaan naar de essentie, politiek voeren voor de burger én niet voor de partijpeilingen of het volgende artikeltje in de krant.
Aimé Schrauwen is Ondervoorzitter Jong VLD Antwerpen en bestuurslid LVSV Antwerpen