De sluier van Cicero - Fik Meijer

De sluier van Cicero - Fik Meijer

Quo usque tandem abutere, Catilina, patientia nostra

Hoe lang nog, Catilina, zul je misbruik maken van ons geduld?

Voor iedereen die ooit het vak Latijn heeft gehad of zichzelf bestempeld als ‘romanofiel’, is deze zin een klassieker van formaat. Het is de befaamde openingszin van de eerste Catilinarische redevoering, uitgesproken op 8 november 63 v.Chr. door Marcus Tullius Cicero, Romeins politicus, advocaat en filosoof.

Fik Meijer is al jaren de populairste schrijver over de oudheid en heeft een boek geschreven over de beruchte samenzwering van Catilina. Het knappe is dat het geen geschiedenisles is, maar dat het een brug vormt tussen het verleden en de actualiteit. De aanleiding van het boek was immers de maiden speech van Thierry Baudet in de Nederlandse Tweede Kamer op 28 maart 2017, maar daarover onderaan meer. 

Ongeveer de helft van het boek bevat een mooie samenvatting van de politieke strubbelingen in Rome in de loop van het turbulente jaar 63 v.Chr. De samenzwering van Catilina werd ontmaskerd en verijdeld door Cicero, die zich zo kon opwerpen als behoeder van de staat en werd uitgeroepen tot ‘vader des vaderlands’. Ik beveel iedereen aan om dit relaas nog eens te lezen, al is het maar for old times sake. Meijer plaatst daarenboven enkele interessante kritische bedenkingen bij het gangbare verhaal.

Het siert Meijer dat hij zich niet beperkt tot het slaafs herhalen van historische bronnen, maar dat hij hen ook aan een kritisch onderzoek onderwerpt. Veruit de meest rake observatie doorheen het boek is de volgende: de teksten van Cicero vormen de belangrijkste bron van informatie over Catilina. Ook latere auteurs, zoals Sallustius, hebben zich voornamelijk op Cicero gebaseerd. Omwille van de stijgende reputatie van Cicero als martelaar voor allen die het republikeinse gedachtegoed waren toegedaan, is Catilina de geschiedenis ingegaan als de misdadiger die Cicero van hem heeft gemaakt. Heeft Cicero zich misschien reeds vergrepen aan fake news over zijn politieke tegenstrever?

Meijer vraagt zich af of deze eenzijdige negatieve beeldvorming wel volledig overeenstemt met de realiteit. Zonder een pleidooi voor zijn onschuld te willen voeren, meent Meijer dat we Catilina onrecht aandoen als we de woorden van Cicero en Sallustius klakkeloos accepteren. Is er dan geen tegenstem? Meijer bekijkt de saga vanuit een andere invalshoek. Cicero en Catilina maakten deel uit van een samenleving waarin de traditionele ongelijkheid in stand werd gehouden. Cicero stond niet bepaald bekend voor zijn inzet voor sociale hervormingen. Aldus komt een ‘sociale Catilina’ naar voren die opkomt voor groepen die buiten de boot vielen en die streed tegen het corrupte bestuurssysteem. Volgens sommigen was hij zelfs de leider van een democratische beweging. Misschien komen we ooit wel tot de conclusie dat Catilina in onze samenleving toch een positiever oordeel verdient dan in de oude Romeinse maatschappij. In het verleden is dit reeds enkele malen gebeurd, vooral in tijden van grote sociale en politieke spanningen. Maar de slinger mag niet te fel doorslaan. Moderne communisten bijvoorbeeld beschouwden Catilina en zijn medestanders als ‘de communisten van de oudheid’, die volgens hen opkwamen voor de autonomie van het individu. Het lijkt erop dat sommige groeperingen hun eigen verregaande interpretatie hebben gegeven aan de Catilinarische samenzwering, die op zijn zachtst gezegd toch wel agressief en gewelddadig was. Maar een beetje geweld is soms noodzakelijk volgens menig communist… Alleszins, de alternatieve sociale versie is niet de geschiedenis ingegaan.

Doorheen de tijd is de reputatie van Catilina veelvuldig gerecupereerd, tot op vandaag. In vogelvlucht hebben Vergilius, Juvenalis, Augustinus, enkele middeleeuwse humanisten, Voltaire, e.a. het negatieve beeld van Catilina bevestigd. Doorheen de tijd werd de sluier van Cicero alsmaar zwaarder.

Er werden bovendien doorheen de tijden ook veel politieke leiders afgeschilderd als de Catilina van hun tijd, de een al meer terecht dan de andere, o.a. Willem van Oranje, Napoleon, Robespierre, Danton, Mussolini en Hitler.

Geografisch bleef de reputatie van Catilina niet beperkt tot Europa. De Founding Fathers van de Verenigde Staten van Amerika, o.a. Washington, Madison, Jefferson, Adams, Franklin en Hamilton kenden hun klassiekers beter dan velen in Europa. Zij lieten zich dan ook gretig inspireren door de Romeinse republiek en door haar helden zoals Cincinattus, Cato en Cicero, waarmee ze zich maar al te graag identificeerden. Eigengereide politici als Caesar en Augustus, die vooral hun persoonlijke belangen hadden gediend, konden op weinig begrip rekenen.

In de Nieuwe Wereld is het sindsdien bon ton om politieke tegenstrevers te pas en te onpas het verwijt ‘Catilina’ toe te slingeren. Zo werd Barack Obama afgeschilderd als een Catilina door de republikeinse senator Ted Cruz omwille van zijn plannen voor een hervorming van het immigratiesysteem. Of hoe migratie ook toen reeds de gemoederen kon verhitten en de geesten deed dwalen… Dezelfde eer was ook George W. Bush te beurt gevallen, en misschien niet verwonderlijk ook huidig president Trump. Hij is ongetwijfeld de meest bekritiseerde president ooit, wat hem intussen vergelijkingen opleverde met beruchte figuren zoals Gracchus, Caesar, Crassus, Caligula en Nero. Meijer gaat in op al deze vergelijkingen en bestempelt ze terecht als oppervlakkig, hoewel de vergelijking met Crassus wel enigszins treffend is. Net als Trump was ook Crassus steenrijk geworden door allerlei vastgoedactiviteiten. Volgens Meijers is het wel duidelijk dat Trump geen Catilina is. Hij raadt politici aan om eerst nogmaals de Catilinarische redevoeringen grondig te lezen vooraleer ze loze beschuldigingen uiten aan het adres van hun opposanten.

Ook Thierry Baudet heeft zich gewaagd aan een hedendaagse politieke recuperatie van de bekende openingszin van Cicero.

Op 28 maart 2017 gaf hij volgende openingsspeech in de Nederlandse Tweede Kamer:

Quo usque tandem factionem cartellum et officiorum machina patientia nostra abutitur, dum navis pretoria resurrectionis ad profiscendum parata est

Nadat hij door de Kamervoorzitter werd aangespoord om Nederlands te spreken, gaf hij schoorvoetend volgende vertaling:

Hoe lang stelt het partijkartel en de baantjescarrousel ons geduld nog op de proef, terwijl het vlaggenschip van de renaissancevloot klaarligt?

De reacties in de Tweede Kamer waren lauw, want weinig Kamerleden hadden onmiddellijk de link met Cicero gelegd. Daarbuiten waren de meeste reacties kritisch, vooral van classici. Volgens hen had Baudet het Latijn mishandeld, omwille van enkele grammaticale fouten[1]. Tot daar aan toe, zou je kunnen zeggen, maar toch eerder beschamend.

Het was niet zozeer de inhoud, maar vooral het pedante optreden dat opviel. Baudet wilde vooral tonen dat hij zijn klassieken kent, waar helemaal niets mis mee is, maar het toont wel aan dat hij beschikt over een grote dosis ijdelheid, net zoals Cicero trouwens. 

[1] Donna Zuckerberg, “Teksten uit klassieke oudheid worden gebruikt om hedendaagse vrouwenhaat te verdedigen”, Volkskrant 14 april 2019, https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/donna-zuckerberg-teksten-uit-klassieke-oudheid-worden-gebruikt-om-hedendaagse-vrouwenhaat-te-verdedigen~baf7898d/.

Recensie door Frederic Heylen

Fik Meijer, De sluier van Cicero. Van Catilina tot Baudet, Athenaeum–Polak&Van Gennep, Amsterdam, 2018.

 

Print Friendly and PDF
De sluier van Baudet - Frederic Heylen

De sluier van Baudet - Frederic Heylen

't Hooge Nest - Roxane Van Iperen

't Hooge Nest - Roxane Van Iperen