Durf te hervormen! Durf te besturen! – Philippe Nys
De nationale stakingsdag van afgelopen woensdag werd aangekondigd als ongezien. Dat is de boodschap waarmee de vakbonden het nieuwe jaar hebben ingezet. Alweer hangt hiermee in België een sfeer van sociale onvrede waarbij men al te gemakkelijk teruggrijpt naar het stakingswapen. Onvrede uiten kan en mag. Maar belangrijke, invloedrijke organisaties zoals de vakbonden moeten meer doen. Ze moeten de economische toekomst mee voorbereiden. Enkel met een fitte en gezonde economische onderbouw kunnen we belangrijke transities zoals het klimaat beantwoorden en onze welvaart veiligstellen. Zeker in tijden van internationale onzekerheid met de Brexit en de heersende handelsspanningen tussen China en Amerika. Het risico voor onze economie is reëel. We moeten echter niet achteruit deinzen, en naar aanloop van de verkiezingen later dit jaar blijven nadenken over de verdere modernisering van onze economie.
Het is in dit kader dan ook te gek om los te lopen dat in België onlangs het politiek debat zich dreigde te moeien met de hervormingsplannen van Proximus. Dit is absoluut geen kerntaak van de overheid. De overheid is niet de meest geschikte partij om een modern telecombedrijf te runnen, laat staan uit te bouwen tot mondiale koploper. Daarnaast laat men beter ook maar het bankieren en de posterijen varen. De verkoop van de aandelen in Proximus, Bpost, BNP Paribas en Belfius generen dus niet alleen extra middelen, het biedt ook de ruimte te focussen op de belangrijke uitdagingen van dit moment. Het feit dat het overheidsbeslag vandaag de 50% overstijgt is een ander teken aan de wand dat de overheid zich met te veel taken inlaat. Het verlagen van dit percentage is geen doel op zich, maar een logisch gevolg van een herwonnen focus op de kerntaken.
Begrijp me dus niet verkeerd, een blinde ontmanteling van de overheid is allerminst de ambitie, wel integendeel. Dat liberalen de overheid zouden willen dwarsbomen en decimeren is een karikatuur. Een overheid die zich focust op haar kerntaken moet dit op volle kracht kunnen. Daarom dat er geïnvesteerd moet worden in een efficiënte, moderne en performante ambtenarij. Alleen dan kan de overheid de profielen aantrekken die noodzakelijk zijn om het land goed te besturen.
Zeggen dat de overheid zich moet toeleggen op haar kerntaken is èèn ding, definiëren wat dan juist de prioriteiten voor de komende jaren moeten zijn is ander paar mouwen. Elke brede, evenwichtige hervormingsagenda zou haar focus best leggen op onder andere meer infrastructuurinvesteringen, een flexibele en moderne arbeidsmarkt, een coherente hervorming van de pensioenen, een vergroening en hervorming van de fiscaliteit en de uitbouw van een gunstig investeringsklimaat. Deze hervormingen kunnen ons land terug op de kaart zetten.
Om de Belgische economie in het koppeloton van Europa te brengen moet er vooreerst geïnvesteerd worden in cruciale infrastructuur. Denk hier bijvoorbeeld aan onze aftandse verkeersinfrastructuur, de beperkte energie-infrastructuur of de nood aan ‘digitale’ infrastructuur zoals 5G. Investeringen zijn nodig om de stilstand op onze wegen weg te werken, onze economie met haar o zo belangrijke havens aan te sluiten op het Europese hinterland, de energietransitie mogelijk te maken en binnenlandse bedrijven de mogelijkheid te geven ook hier te werken aan de technologie van de toekomst. De overheid staat er hier uiteraard niet alleen voor. Het initiatief van minister van Financiën Alexander De Croo om pensioenfondsen de mogelijkheid te geven in infrastructuur te investeren is een belangrijke stap in de goede richting.
Een volgende belangrijke werf is de arbeidsmarkt. Kort gesteld moet het aantal mensen dat effectief werkt, de participatiegraad, significant omhoog. De oplossing is duidelijk: de kost van arbeid moet naar beneden. Dit mag echter niet leiden tot een daling van de koopkracht, deze moet integendeel eveneens aangezwengeld worden. Er rest ons dus maar één weg: de lasten op arbeid moeten naar beneden. Deze inspanning moet rechtvaardig verdeeld worden over werkgever en werknemer. Meer netto voor zij die werken, minder kosten voor de bedrijven. De focus ligt hier bij voorkeur op de laagste lonen. Hier is het positief effect het grootst. Daarnaast moeten we ook oog hebben voor andere noodzakelijk hervormingen. Zo kan bijvoorbeeld de beschikbaarheid van meer goedkope kinderopvang het werkbaar houden om de life-work balance in evenwicht te houden
Het geld moet natuurlijk van ergens komen. Het terugdringen van het overheidsbeslag is een eerste maatregel, dit effect speelt echter pas op de lange termijn. Een hervorming van onze belastingen dringt zich bijgevolg op. Een vergroening van onze fiscaliteit kan hier een antwoord bieden. Het is immers logisch om de negatieve externaliteiten van vervuiling in rekening te brengen. De introductie van rekeningrijden om files te verminderen en een goed uitgedachte CO2-belasting zijn hier concrete voorstellen.
Een budgettaire oefening kan de pensioenfactuur niet onbelicht laten. Hoewel de opeenvolgende maatregelen van de voorbije jaren reeds een deel van de pensioenfactuur hebben opgelost, blijven bijkomende stappen nodig. Zeker in het licht van de te positieve toekomstvoorspellingen van de vergrijzingscommissie. Stappen die samen een coherent geheel vormen in de richting van een nieuw pensioenbeleid. Denk daarbij aan het gestaag optrekken van de pensioenleeftijd, de invoering van het deeltijds pensioen, het herzien van de verschillende pensioenregelingen met de afschaffing van de niet te verantwoorden uitzonderingen/verschillen en de invoering van het omvattend puntensysteem van de pensioencommissie.
Koken kost geld, onze bedrijven hebben geld nodig om te blijven innoveren. Als we onze bedrijven aan de top willen houden en brengen is een goed investeringsklimaat noodzakelijk. Een update van de wet Cooreman-De Clercq is hier een mogelijk piste. Beleggers en investeerders werden de laatste legislaturen onterecht stiefmoederlijk behandeld. Er moet integendeel gezocht worden naar manieren om deze investeerders een actieve rol te geven in onze economie, zeker om de vele scale-ups verder te kunnen laten doorgroeien. Vandaag stuurt de fiscaliteit het spaargeld naar de spaarboekjes. Een eerste stap zou kunnen zijn deze discriminatie weg te nemen. Daarnaast kunnen zoals reeds gesteld pensioenfondsen en andere financiële instellingen een cruciale rol spelen in de transitie van onze economie.
Een sterke Belgische economie biedt ons land de kans met luidde stem te spreken op het internationale toneel. (Vandaag is België al de twaalfde grootste exporteur ter wereld). We moeten in dit kader geen enkele kans onbenut laten om te pleiten voor een vrije internationale handel. Protectionisme kent op de lange termijn alleen maar slachtoffers, open economieën als de onze zijn extra kwetsbaar. Alleen een open wereldeconomie, waar landen van elkaar afhankelijk zijn en met elkaar handel drijven, is een garantie op vrede en welvaart.
Philippe Nys
De auteur is Politiek Secretaris van Jong VLD, Provincieraadslid van Limburg, en adviseur Macro-economie & Financiën bij de studiedienst van Open Vld