Waarom praten over het klimaat zo essentieel is - Thomas Rotthier
“Tien jaar geleden werd er over klimaat niet gesproken”, zo stelde minister-president Jan Jambon onlangs toen hij te gast was bij De Zevende Dag. Jambon sloeg de bal uiteraard mis. Bijna exact tien jaar geleden, in december 2009, kwamen alle wereldleiders in Kopenhagen samen om een klimaatakkoord te sluiten. De klimaatproblematiek was lang daarvoor al bekend bij het grote publiek. De kentering kwam op een snikhete zomerdag in 1988. Toen waarschuwde de klimaatwetenschapper James Hansen het Amerikaanse Congres voor de gevolgen van global warming. In 1992 volgde de Rio-conferentie waar het 12-jarige meisje, Severn Cullis-Suzuki, de aanwezige politici aanmaande om beter zorg te dragen voor de planeet. In 2006 was het de beurt aan Al Gore om de wereld nog eens wakker te schudden, dit keer met een klimaatfilm, An Inconvenient Truth.
Desalniettemin legde de uitspraak van Jambon – zonder het te beseffen - een pijnpunt bloot. Er is namelijk iets bizars aan de hand. De meerderheid van de bevolking beseft al jaren dat de klimaatopwarming een belangrijk en urgent probleem is. Desondanks is klimaat in de voorbije 10 jaar zelden op de voorgrond getreden in het nieuws of tijdens verkiezingscampagnes. Het was nooit één van de topprioriteiten. In Vlaanderen passeerden allerlei thema’s de revue: de tax shift, de staatshervorming, de hoofddoekendiscussies, migratie, onderwijs, terrorisme, enzovoort. De klimaatopwarming kwam sporadisch aan bod tijdens een hittegolf of een internationale klimaattop, maar de aandacht ebde meestal snel weg. Hetzelfde patroon deed zich voor in landen zoals de V.S. en het Verenigd Koninkrijk.
Uit onderzoek blijkt bovendien dat de meeste mensen zelden met anderen praten over het klimaat. Als er dan toch over gesproken wordt, bloeden de gesprekken snel dood of raken ze afgeleid naar andere onderwerpen, zoals plasticvervuiling of het gebrek aan parkeerplaatsen[1]. Deze ‘stiltespiraal’ zorgt ervoor dat het draagvlak voor daadkrachtig klimaatbeleid voorlopig te beperkt is[2].
Dit jaar werd dit patroon gelukkig doorbroken. De protesterende klimaatjongeren slaagden erin om het klimaat wekenlang in de media te houden. Ze politiseerden het thema door het gebrekkige klimaatbeleid van de regering aan te klagen. Experts schoven in primetime aan bij Lieven Van Gils om duiding te verschaffen en politici beloofden plechtig de bezorgdheid van de klimaatjongeren ernstig te nemen. Ondertussen verspreidden de klimaatmarsen zich als een lopend vuurtje over de ganse wereld.
Maar al snel volgde de tegenreactie. Op sociale media kwam er, behalve steun en aanmoediging, ook een stroom van agressieve reacties op gang van mensen die die ‘spijbelende snotneuzen’ beu waren. De jeugd moest de oudere generaties niet de les komen spellen, zo was de teneur. Het klimaatprotest was dus een tweesnijdend zwaard: het stimuleerde het debat, maar het leidde tegelijk ook tot meer polarisering. Het debat ging op de duur meer over Greta en Anuna dan over het eigenlijke klimaatbeleid.
Hoe moet het nu verder? Er loeren twee gevaren om de hoek. Het eerste is dat het klimaatthema weer op de achtergrond zal verdwijnen zodra de wereldwijde klimaatprotesten gaan liggen. Het tweede is dat de polarisering zal blijven etteren waardoor het draagvlak voor klimaatbeleid onvoldoende zal toenemen. Dit vormt dan weer een ideaal excuus voor politici om te blijven treuzelen.
Geen van deze scenario’s is wenselijk. Een van de manieren om dit te voorkomen is door gesprekken over klimaat te stimuleren en te verbeteren. Deze actie voor het klimaat wordt vaak over het hoofd gezien, hoewel ze één van de effectiefste is. Met anderen spreken over het klimaat vergroot de kans dat ook zij in actie zullen schieten. Zij kunnen op hun beurt weer anderen ‘besmetten’. Deze positieve spiraal kan uiteindelijk het draagvlak voor ambitieus klimaatbeleid bij de bevolking vergroten.
Babbelen over het klimaat is echter makkelijker gezegd dan gedaan[3]. Voor veel mensen is het een gespreksonderwerp waar ze zich niet gemakkelijk bij voelen of waar ze snel over zijn uitgepraat. Daarom wil ik een aantal tips geven over hoe je dit best aanpakt.
VRUCHTBARE KLIMAATGESPREKKEN
TIP 1: INFORMEER JEZELF EN ANDEREN
Hoewel het klimaat vaker in het nieuws komt dan vroeger, is de algemene kennis over het klimaat niet bijster goed. Uit een bevraging van Vlaamse scholieren bleek bijvoorbeeld dat veel jongeren de klimaatopwarming en het gat in de ozonlaag door elkaar flansen. Eén van de verklaringen is dat de basisfeiten over het klimaat nog onvoldoende onderwezen worden. Ook veel volwassenen zullen dus hiaten in hun kennis hebben. Daarom is het een goed idee om op voorhand na te gaan of iemand voldoende geïnformeerd is.
De volgende puntjes kunnen als een soort checklist dienen. Als blijkt dat mensen over het klimaat in de war zijn, kan het helpen om gewoon even terug te keren naar de basics:
1. De opwarming wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen[4]. De voornaamste broeikasgassen zijn CO2, methaan en lachgas. Methaan wordt vooral uitgestoten door herkauwers, zoals koeien en schapen. Lachgas komt vrij door de (over)bemesting van akkers.
2. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen broeikasgassen en ‘klassieke’ luchtvervuiling. Zwaveldioxide (SO2) bijvoorbeeld is schadelijk voor het milieu en voor onze longen, maar warmt de aarde niet op. Integendeel het zorgt voor een koelend effect dat de opwarming deels tenietdoet. Toch is luchtvervuiling tegengaan een belangrijke prioriteit. Jaarlijks zorgt die vervuiling voor miljoenen (!) vroegtijdige overlijdens.
Het belangrijkste verschil tussen luchtvervuiling en broeikasgassen zoals CO2 is de ruimte- en tijdsdimensie. Luchtvervuiling heeft een lokaal en direct effect. Fijn stof zorgt voor meer ademhalingsproblemen en longziekten op de plaats waar ze wordt uitgestoten. Het effect van CO2 is echter globaal. Alle uitgestoten CO2 wordt uiteindelijk gelijkmatig verdeeld over de aardse atmosfeer. Bovendien werkt de broeikasuitstoot door tot ver in de toekomst. De nu uitgestoten CO2 bereikt zijn grootste opwarmingseffect over tientallen jaren. Deze vertraging in de opwarming maakt het probleem des te verraderlijker.
3. Onze moderne beschaving, onze economie draait haast volledig op energie uit fossiele brandstoffen, ondanks de spectaculaire groei van hernieuwbare energie de voorbije 10 jaar. Voor zowat alles wat we vandaag maken, gebruiken we vandaag fossiele brandstoffen, zoals aardolie, gas en steenkool. Elektriciteit, warmte en transport (benzine, diesel, kerosine) zijn de bekendste voorbeelden, maar dat zijn lang niet de enige slokoppen. Ook bij de productie van allerlei, onmisbare materialen worden fossiele brandstoffen gebruikt: cement, staal, aluminium, kunstmest, kunststof, kledij, voeding, smartphones en laptops. Daarom moet niet alleen de energiesector koolstofarm worden, maar ook de industrie, de woningbouw, de landbouw en het transport.
Zodra mensen deze feiten (er)kennen is er al een goede basis gelegd voor een vruchtbaar gesprek. Daarna kunnen we nagaan welke klimaatacties de transitie naar koolstofarme energiebronnen versnellen. Veel mensen voelen zich immers machteloos zodra het over het klimaat gaat. Als ze weten welke soort acties een substantiële bijdrage leveren, kan dat gevoel verdwijnen.
TIP 2: VERSPREID KENNIS OVER DE MEEST EFFECTIEVE KLIMAATACTIES
Er is een overvloed aan informatie over de klimaat en wat eraan te doen valt. Daarin je weg vinden is allesbehalve evident. Er bestaat een heleboel tips in de vorm van ‘klimaatlijstjes’. Dit zijn lijstjes met kleine gedragswijzigingen zoals het nemen van kortere douches, je kleren drogen aan de wasdraad, kraanwater drinken, geen plastic zakken meer gebruiken en lokale seizoensgroenten kopen.[5] Al deze kleine maatregelen zetten echter weinig zoden aan de dijk. Ze verminderen je persoonlijke uitstoot hoogstens met een paar procenten.
Het is veel belangrijker om te weten welke acties wél veel effect hebben. Dan gaat het niet zozeer om gedragswijzigingen, maar om keuzes voor koolstofarme alternatieven. Het voordeel van goede keuzes is dat ze een klimaatvriendelijke levensstijl ‘vastklikken’ gedurende vele jaren.
De manier waarop je elektriciteit en verwarming wordt opgewekt is cruciaal, want beide zijn nog steeds de grootste bronnen van broeikasgassen. De volgende acties hebben de grootste impact: overschakelen op duurzame elektriciteit (groene stroom, zonnepanelen), het kopen van energiezuinige apparaten (wasmachines, droogkasten en koelkasten met een A+++ label), goed isoleren en een warmtepomp installeren.
Onze verplaatsingen zijn een andere belangrijke bron van CO2. Voor wie de fiets, bus of trein geen optie is, is een elektrische wagen de meest klimaatvriendelijke optie. Die is voorlopig nog duur in aanschaf, maar je spaart er jaarlijks wel benzinekosten en verkeersbelasting mee uit. Dat maakt dat veel elektrische wagens - over hun gehele levensduur bekeken – evenveel kosten dan een benzine-of dieselwagen. De komende jaren zal de prijs van elektrische auto’s nog verder dalen.
Bij actuele discussies worden klimaatacties vaak herleid tot minder vlees eten en minder vliegen. Dit raakt immers een gevoelige snaar bij mensen. Door deze activiteiten te minderen offer je een stukje luxe en comfort op. Wat dat betreft zijn het uitzonderingen. Voor de meeste zaken zijn er koolstofarme alternatieven die geen grote offers vergen.
Vliegen is de meest impactvolle activiteit van de twee. Een lange vliegreis stoot al snel een paar ton CO2 uit, oftewel 20 à 40% van de jaarlijkse uitstoot van een gemiddelde Belg. Elke uitgespaarde vliegreis is dus een mooie zaak. Langs de andere kant kan een verre reis je leven verrijken. Dit is soms een moeilijk dilemma.
Vlees eten is een ander heet hangijzer. Belangrijk is om een onderscheid te maken tussen de verschillende soorten vlees. De uitstoot van kip- en varkensvlees is relatief beperkt. Rundsvlees zorgt voor een veel grotere klimaatimpact omdat herkauwende koeien veel methaan uitstoten. Minder (runds)vlees eten heeft niet alleen klimaatvoordelen. Het is ook gezonder en het zorgt voor minder ontbossing, minder stikstofvervuiling en minder dierenleed. Binnenkort hoeven we zelfs de smaak niet meer te missen, want plantaardig vlees of kweekvlees (clean meat) komt alsmaar dichterbij.
TIP 3: PROBEER GEMEENSCHAPPELIJKE GROND TE VINDEN
Het klimaatdebat op sociale media is sterk gepolariseerd. Eén van de populaire discussieonderwerpen is hoe ingrijpend de klimaatverandering zal zijn. Daar zit een onzekerheidsfactor in omdat we niet weten hoeveel de uitstoot zal verminderen in de komende decennia. Een veel voorkomende valkuil in zulke discussies is om allerlei cijfers of grafieken erbij te gaan halen. De meeste mensen haken hierbij af. En het heeft nog minder zin om hardnekkige klimaatontkenners te willen overtuigen. Dat lukt in 99% van de gevallen toch niet.
Een zinvollere aanpak is om te zoeken naar de waarden die jij en je gesprekspartner delen. Ook wederzijds vertrouwen is essentieel. Vertrouwen kan je opbouwen door te luisteren naar wat de ander belangrijk vindt en wat zijn of haar bezorgdheden zijn inzake de klimaatkwestie. Op die manier geraak je ook met andersdenkenden door één deur.
Het vinden van common ground is in feite niet zo moeilijk. Een grote meerderheid van de bevolking is voorstander van hernieuwbare energie om economische redenen. Terecht want zon en wind vormen ondertussen al de goedkoopste energiebronnen op veel plaatsen. Ze verbeteren ook de luchtkwaliteit. Bovendien maken hernieuwbare bronnen ons minder afhankelijk van dubieuze regimes, zoals Saudi-Arabië, Iran en Rusland. Ook bij conservatieve burgers vindt dit laatste argument dikwijls gehoor.
Rechtvaardigheid is een andere waarde die bijna iedereen deelt. Het feit dat de landen die het minst hebben bijgedragen aan de broeikasuitstoot het meest zullen lijden onder droogtes, hittegolven en overstromingen is fundamenteel oneerlijk. Wij, die het geluk hebben om in een welvarend land geboren te worden, moeten dus ons beste beentje voorzetten om onze uitstoot te verminderen.
TIP 4: FOCUS OP NABIJHEID
De klimaatopwarming voelt voor veel mensen aan als iets dat ergens ver weg gebeurt, aan de poolkappen of in droge gebieden, maar nooit aan onze voordeur. Het lijkt een ver-van-ons-bed-show.
Nochtans heeft de opwarming ook in Vlaanderen een niet te onderschatten impact. De Morgen startte onlangs een boeiende reeks over het klimaat in Vlaanderen. Daaruit kwam naar voren dat Vlaamse boeren steeds vaker geconfronteerd worden met droogte. Er zijn ook meer hittegolven dan vroeger wat op zijn beurt zorgt voor meer luchtvervuiling, meer watertekorten en meer vroeggeboortes. Ook lokale diersoorten delen in de klappen. De heikikker zal het moeilijk krijgen. Schadelijke soorten zoals teken, processierupsen en muizen zullen dan weer beter gedijen door de stijgende temperaturen.
Er zijn ook gevolgen voor populaire vakantiebestemmingen. In de Alpen valt er steeds minder sneeuw, wat skiën bemoeilijkt. Mediterrane landen zoals Spanje, Italië en Griekenland zullen vaker getroffen worden door verschroeiende hittegolven en bosbranden. Dat maakt dat vakanties in Zuid-Europa minder aangenaam en gezond zullen worden.
Door te focussen op zaken die een directe impact hebben op onze levens, verdwijnt de illusie dat klimaatopwarming een ongrijpbaar probleem is dat zich buiten België of Europa afspeelt. Het wordt zo concreet in plaats van abstract.
BESLUIT
De bovenstaande tips zijn enkel maar richtlijnen voor alle duidelijkheid. Wie niet akkoord gaat met sommige tips kan ze gerust negeren. Het belangrijkste is om het gewoon te proberen. Praten over het klimaat met anderen is een uitgelezen manier om gevoelens van machteloosheid of apathie te bestrijden. Als dat lukt hebben we al een belangrijk klimaatgevecht gewonnen.
Thomas Rotthier
[1] Pieter Boussemaere bespreekt dit fenomeen uitgebreid in zijn boek ‘Tien klimaatacties die werken’ (2018) op p. 68 en verder. De rest van mijn stuk is erg schatplichtig aan dit uitstekende klimaatboek.
[2] Dat beperkte draagvlak blijkt uit een aantal feiten:
1. De ‘overwinningsnederlaag’ van Groen (de ‘klimaatpartij’ bij uitstek) bij de federale en Vlaamse verkiezingen van 26 mei 2019.
2. De vele tegenstand tegen voorstellen om de subsidies voor salariswagens af te bouwen.
3. De tegenstand tegen een slimme kilometerheffing.
4. De gele hesjes-protesten tegen hoge brandstoftaksen.
[3] Katharine Hayhoe presenteerde een TED-talk over de veel voorkomende valkuilen bij klimaatcommunicatie en -gesprekken.
[4] Fossiele brandstoffen zijn verantwoordelijk voor 88% van de uitstoot. Andere bronnen zijn bijvoorbeeld ontbossing en cementproductie.
[5] Boussemaere (2018), p. 24.
Belangrijke noot hierbij: deze gedragswijzigingen kunnen soms wel nuttig zijn voor het milieu. Het is echter belangrijk om milieu en klimaat gescheiden te houden. Als we die twee voortdurend vermengen kan er verwarring ontstaan. Bovendien zijn er nog een heleboel andere milieuproblemen dan het klimaat. Als je alle milieuvriendelijke maatregelen gaat opsommen kan dit mensen overrompelen, waardoor ze niet meer weten wat ze eerst moeten doen.