Het ziet er naar uit dat een voor onmogelijk gewaande regeringscoalitie tussen twee radicaal tegengestelde Italiaanse partijen, de Lega Nord en Cinque Stelle, toch uit de startblokken komt. Het wordt een surrealistische coalitie die nu reeds de daver op het lijf van de financiële markten jaagt.
Het bindmiddel van deze coalitie is het diep ongenoegen van een groot deel van de Italianen ten aanzien van de politieke elite die het land gedurende decennia door wanbeleid in een economisch moeras heeft gestort. Italië is het enige land van de Eurozone dat er sinds de start van de muntunie economisch is op achteruit gegaan. Het reële inkomen van de gemiddelde Italiaan (gemeten na inflatie) is nu lager dan in 1999 toen de euro van start ging. Daarmee doet Italië het nog slechter dan Griekenland. In de Eurozone in haar geheel steeg het reële inkomen per hoofd met ongeveer 18% sinds de start van de Euro.
Deze economische achteruitgang van Italië wordt in de schoenen gestoken van de politieke en economische elite die door en door corrupt is en alleen aan zijn eigen welzijn heeft gedacht. Maar voor vele Italianen gaat het Europese beleid ook niet vrijuit. Vele kiezers van Lega Nord en Cinque Stalle staan vijandig t.a.v. Europa. De verstikkende budgettaire regels die worden opgelegd aan de lidstaten van de Eurozone worden door deze kiezers als ketens ervaren die de economische heropleving onmogelijk maken. Of dit terecht is is een andere zaak. Vandaag, zoals in zovele andere materies, is het de perceptie die telt.
Die perceptie heeft er toe geleid dat het economisch programma van de nieuwe Italiaanse regeringscoalitie een poging is om zich los te rukken uit het budgettaire keurslijf opgelegd door Europa. Indien dit programma wordt doorgevoerd krijgen we een massale stimulering van de vraag door een vermindering van de personenbelastingen, een drastische stijging van het leefloon voor de lagere inkomens, en beloftes om overheidsinvesteringen sterk op te krikken. Dat klinkt allemaal heel leuk. De keerzijde van die medaille is dat het budgettaire tekort op dramatische wijze zal toenemen. Volgens sommige schattingen met 6% van het BBP waardoor Italië ver boven de mythische 3% regel zou komen te liggen. Het hoeft niet te verwonderen dat de Brusselse Europese instanties bibberen.
Maar de Italianen hebben er iets op gevonden. Een parallelle munt die naast de euro in omloop zal komen. Een toverformule. Het regeerakkoord voorziet dat de Italiaanse schatkist “mini-BOTs” zullen uitgeven. Dit zijn certificaten die door de Italiaanse schatkist in omloop zullen gebracht worden om het budgettaire tekort te dekken. Deze certificaten zullen ook in euros worden uitgedrukt en zullen door de Italianen kunnen gebruikt worden om te betalen voor overheidsdiensten en om hun belastingen te vereffenen. Ze zullen niet het statuut van wettelijk betaalmiddel hebben. Winkeliers zullen dus deze parallelle bankbiljetten kunnen weigeren. De kans is echter groot dat ze deze toch zullen accepteren als ze een hogere euro-prijs kunnen aanrekenen aan wie met de parallelle munt betaalt. Op die manier verkrijgen ze certificaten waarmee ze hun eigen belastingen kunnen vereffenen met een korting. Het gevolg zal zijn dat er twee prijsindexen zullen ontstaan, een index die de prijsstijgingen meet voor wie de traditionele euro gebruikt, en een index voor wie de parallelle munt gebruikt.
Monetaire systemen die gebaseerd zijn op de omloop van twee parallelle munten zijn niet stabiel. Dit heeft te maken met de wet van Gresham, een van de meest robuuste economische wetmatigheden. Die wet zegt dat “bad money drives out good money”. Gresham ontwikkelde die wet toen goud en zilver parallel in omloop waren. Hij observeerde dat als er overvloed is aan zilver, de prijs van zilver daalde tegenover de prijs van goud. Goud werd dus waardevoller met het gevolg dat niemand nog goud wilde gebruiken om betalingen te doen en eerder het goedkope (de “slechte munt”) daarvoor gebruikte.
Dat risico bestaat nu ook in Italië. Als de Italiaanse schatkist teveel “mini-BOTs” uitgeeft, zal deze parallelle munt in waarde dalen. Meer en meer Italianen zullen die minderwaardige munt willen gebruiken om betalingen te doen en zullen de “echte euro” oppotten. De echte euro zal dan uit de betaalomloop verdwijnen. Dit zal ook het moment worden wanneer Italië uit de euro kan stappen. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat dit de uiteindelijke bedoeling is van de leiders van de nieuwe Italiaanse regering die hun allergie t.a.v. de euro niet onder stoelen en banken hebben gestoken.
Paul De Grauwe
De auteur is professor economie aan de Londo School of Economics