Bang voor de barbaren - Bert Goossens
Migratie is een gekleurd thema. Wie een standpunt inneemt, belandt al gauw aan de ene of de andere zijde van een morele en politieke breuklijn. Door het thema vanuit een historisch perspectief te benaderen, kunnen we onze blik verruimen en de vaak verhitte debatten overstijgen. Een genuanceerde lezing van de geschiedenis sterkt ons bovendien om het vrijzinnig humanistisch ideaal van een open en vredevolle wereldsamenleving na te streven.
Prehistorische migratie
In het grootste deel van onze geschiedenis leidde de mens een nomadisch bestaan, een leven van permanente migratie. Volgens de huidige inzichten trok de homo sapiens omstreeks 200.000 jaar geleden weg uit Afrika en verspreidde zich over tienduizenden jaren met horten en stoten over de hele aardbol.
Historicus Yuval Noah Harari wijst in zijn bestseller Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid op de milieu-impact van de prehistorische migratie. De migratiebewegingen van de jager-verzamelaar gingen gepaard met ongeëvenaarde ecologische catastrofes. Vooral de grote harige dieren, waarop de mens jaagde, moesten het daarbij ontgelden. Toen onze voorouders 45.000 jaar geleden voor het eerst de oversteek naar Australië maakten, stierven drieëntwintig van de vierentwintig grote inheemse diersoorten op korte tijd uit.
De migratie- en milieuproblematiek zijn nauw verbonden. Milieuproblemen liggen historisch gezien vaak aan de basis van een volksverhuizing. Dat is vandaag niet anders. Het aantal klimaatvluchtelingen neemt de laatste jaren fors toe. Experten binnen de Verenigde Naties voorspellen dat er tegen 2050 tot tweehonderd miljoen mensen op de vlucht zullen zijn ten gevolge van klimaatverandering.
Een ander inzicht dat Harari aanbrengt, is dat de DNA-samenstelling van een moderne mens mee wordt bepaald door de migratiebewegingen van onze prehistorische voorouders. Een DNA-analyse, die je tegenwoordig gewoon online kan bestellen, laat menig white supremacist schrikken over het hoge percentage Afrikaans DNA dat hij of zij bezit. Ons DNA bevat zelfs een hoeveelheid genetisch materiaal dat afkomstig is van andere menssoorten, zoals de neanderthaler.
Dat wetenschappelijk inzicht kan ons definitief laten concluderen dat raszuiverheid een achterhaald idee is. Harari ziet echter ook een gevaar in de nieuwe ontdekkingen. We kunnen nu namelijk onderscheid maken tussen groepen op grond van DNA-verschillen die honderdduizenden jaren teruggaan. Melanesiërs hebben bijvoorbeeld DNA van de denisovamens, Europeanen van de neanderthaler. Het zou een basis kunnen vormen voor een nieuw soort onzinnig racisme.
Het einde van onze beschaving?
Het sedentair worden van de mens luidde niet het einde van de migratie in. Onze geschiedenis staat bol van avontuurlijke volksverhuizingen, gedwongen slaventransporten en mensen die elders op zoek gaan naar een beter bestaan.
Beleidsmakers die niet warmlopen voor nieuwkomers doen graag een beroep op doembeelden, waarbij ze teruggrijpen naar historische precedenten. Zo zijn er de afgelopen jaren veel vergelijkingen gemaakt tussen de toestroom aan vluchtelingen in de Europese Unie en de val van het Romeinse Rijk. Waren het immers niet de migrerende barbaren uit het Oosten die het einde vormden van het Romeinse Rijk, een wereldrijk dat maar liefst vier eeuwen floreerde en de bakermat vormt van ‘onze’ westerse beschaving? Dergelijke historische vergelijkingen kunnen inzicht brengen, maar hebben minstens even vaak tot doel een vooropgestelde politieke agenda te dekken.
Historicus Jeroen Wijnendaele stelt in zijn boek Romeinen en barbaren. De ondergang van het Romeinse Rijk in het Westen dat de opsplitsing tussen Romeinen en barbaren niet zo scherp was. Of zoals hij het formuleert: “Het Romeinse Rijk was een bruisende smeltkroes van culturen met een grote barbaarse component.” Een wij-zij-verhaal, met enerzijds hoogculturele Romeinen en anderzijds onbeschaafde barbaren, is te simplistisch. De Germaanse culturen hoefden bovendien op veel vlakken niet onder te doen voor de Romeinse.
We mogen ook niet vergeten dat de veroverende Romeinen vóór alles zelf migranten waren. In plaats van de lokale gebruiken in de veroverde gebieden te proberen uit te roeien, integreerden ze die strategisch in hun eigen Romeinse cultuur. Wijnendaele: “Wat de Laat-Romeinse staat zo’n merkwaardig succesverhaal maakte was dat het er niet toe deed of men nu een Britse soldaat, Afrikaanse boer of Syrische handelaar was. Allemaal waren ze ook Romeinen en konden ze tot de toplaag van de maatschappij doorstromen. (…) Ook voor vele barbaren was het Romeinse keizerrijk geen aartsvijand maar een carrièremogelijkheid.”
Het proberen buitensluiten van de oostelijke barbaren, samen met allerhande interne strubbelingen, was net een oorzaak van de ondergang van het Romeinse Rijk.
De oostelijke barbaren, een amalgaam van Germaanse chiefdoms, waren sinds de derde eeuw in vele gevallen bondgenoten van de Romeinen en dienden om andere invallers af te wenden. De Romeinen speelden verdeel-en-heersspelletjes met die chiefdoms, door het sluiten van snel wisselende bondgenootschappen. Op korte termijn een slimme techniek, maar op lange termijn groeide de frustratie van die volkeren omdat ze maar in zeer ongelijke mate konden profiteren van de Romeinse rijkdom. Hierdoor ontstonden groeperingen van Germaanse confederaties, wat een verhoogde migratiedruk en gewelddadige invallen tot gevolg had.
Een meer treffende gelijkenis dan diegene die populisten beweren te zien, is dat het Romeinse Rijk, noch de Europese Unie zich kon isoleren voor nieuwkomers. Alle populistische pushback-retoriek ten spijt.
Push & pull
Migratie is geen nieuw fenomeen, maar is door de tijd heen wel veranderd. Vandaag is het afleggen van grote afstanden relatief makkelijk en goedkoop. Bovendien vereist de liberalisering van de handel meer mobiele arbeidskrachten en staan alle uithoeken van de wereld met elkaar in verbinding via communicatienetwerken.
De economische uitzichtloosheid in ontwikkelingslanden roept bij velen het verlangen op om het thuisland te verlaten en op zoek te gaan naar een beter leven. Oorlog, politieke vervolging en milieuproblematiek zijn eveneens vaak voorkomende push-factoren om elders een beter lot na te streven.
Anno 2018 trekt Europa met zijn hoge concentratie rijkdom en vrije samenlevingsmodel veel mensen aan die op zoek zijn naar een beter bestaan. Dat is niet altijd zo geweest, in de achttiende en negentiende eeuw trokken Europeanen massaal naar de Nieuwe Wereld. Naast zin voor avontuur lag vooral een armoedige thuissituatie, met hoge werkloosheid en bijhorende hongersnood, aan de basis van een enkeltje richting Amerika.
Een belangrijke pull-factor vandaag is het economische gegeven dat de Europese landen kampen met een laag geboorte- en sterftecijfer, wat voor een vergrijzing van de bevolking zorgt. Vanuit dat perspectief is de aanvulling van de actieve werkende bevolking met migranten interessant. Die (jonge) werkkrachten zijn broodnodig om de sociale zekerheid te financieren.
Dat zorgt echter voor wrevel bij een deel van de autochtone bevolking. In het bijzonder bij laagopgeleide burgers, omdat zij op de arbeidsmarkt meer concurrentie van die nieuwkomers ondervinden.
Veel mensen voelen zich bovendien niet (alleen) economisch, maar ook cultureel bedreigd door migranten. Volgens die perceptie komen de eigen waarden en normen onder druk te staan.
Een kritische benadering van het fenomeen migratie, zowel economisch als cultureel, vormt geen enkel probleem in een open democratie. Diversiteit is intrinsiek waardevol, maar kan niet zonder dialoog en een open houding van de verschillende culturele en levensbeschouwelijke gemeenschappen.
Het is evenwel belangrijk om, los van de politieke overtuigingen, een humane lijn aan te houden met betrekking tot nieuwkomers. Hier wordt echter steeds vaker van afgeweken door zowel burgers als politieke leiders.
Een van de vele schrijnende voorbeelden waren sommige uitlatingen op de sociale media naar aanleiding van de geboorte van de eerste Weense nieuwjaarsbaby. De Turkse namen van de ouders en een foto van de moeder met een hoofddoek konden op intrieste reacties rekenen, zoals: “Ik hoop op een wiegendood”, “De volgende terrorist is geboren” of “Deporteer dit uitschot meteen”.
Het zijn net die individuen die zich profileren als verdedigers van ‘onze’ westerse waarden. Het thema migratie dwingt ons meer dan ooit het debat te voeren over wat die waarden nu juist zijn.
Een vrijzinnig humanistisch ideaal
Het kan verhelderend zijn om na te gaan wat de grote Verlichtingsdenkers over het thema migratie hebben geschreven. Het is immers in de Verlichting dat we de oorsprong voor onze seculiere rechtsstaat vinden.
De Duitse filosoof Immanuel Kant bijvoorbeeld schrijft in zijn boek Naar de eeuwige vrede (1795) over de mogelijkheid van een wereldgemeenschap van burgers. Hij argumenteert dat wereldwijde vrede alleen mogelijk is wanneer alle staten zich organiseren op basis van republikeinse oftewel democratische idealen, waarbij gastvrijheid een essentiële waarde is. Kant stelt niet dat migranten dezelfde rechten moeten krijgen als de inwoners van een republiek, maar plaatst in zijn filosofie de menselijke waardigheid wel steeds centraal: “Handel zo dat je de mensheid, zowel in je eigen persoon als in de persoon van ieder ander, nooit als louter middel benadert, maar steeds ook als doel.”
Terrorisme en populisme, die beide een sterke voedingsbodem in de nieuwe sociale media hebben gevonden, hebben de droom van een open wereldsamenleving de laatste jaren een ferme knauw gegeven. Toch is het idee van een wereldburgerschap of kosmopolitisme een waardevol ideaal om na te streven. Vrij verkeer van goederen en financiële transacties - denk maar aan de Panama Papers - is helemaal ingeburgerd. Waarom zijn er dan zoveel grenzen voor het verkeer van mensen?
Kosmopolitisme houdt in dat burgers over de hele wereld niet enkel op papier, maar ook in praktijk gelijken zijn. Dat impliceert dat alle mensen naar andere landen reizen als gast en ze niet langer gelabeld kunnen worden met de inhumane benaming illegaal.
Op politiek vlak moeten er nog veel kilometers worden afgelegd om dat ideaal te bereiken. We mogen echter niet berusten in het cynisme en de onverdraagzaamheid die op de sociale media vaak het hoogste woord voeren. We moeten blijven inzetten op dialoog en internationale samenwerking op het niveau van de Europese Unie en de Verenigde Naties.
De seculiere rechtsstaat, het respecteren van de mensenrechten - ook die van de nieuwkomers - en internationale samenwerking op vlak van migratie en milieu zijn de beste recepten om de droom van eeuwige vrede te kunnen realiseren.
Bert Goossens
Deze tekst verscheen eerst in deMens.nu Magazine, 2017, jg. 7, nr. 2, p. 18-21.
Meer lezen?
• Migratie. Winnaars en verliezers, Michèle Morel en Cedric Ryngaert, Acco Uitgeverij, 2011
• Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid, Yuval Noah Harari, Thomas Rap, 2011
• Romeinen en barbaren. De ondergang van het Romeinse Rijk in het Westen, Jeroen Wijnendaele, Davidsfonds Uitgeverij, 2012
• Naar de eeuwige vrede, Immanuel Kant, Uitgeverij Boom, 2012
• Waarom we alle grenzen moeten openzetten, Rutger Bregman, artikel op decorrespondent.nl, 2013