De moraal van het Abrahamverhaal - Dirk Verhofstadt & Paul Cliteur

De moraal van het Abrahamverhaal - Dirk Verhofstadt & Paul Cliteur

In haar opiniestuk ‘Abraham is niet de oervader van het theoterrorisme’ (Trouw 9 mei) stelt Welmoed Vlieger dat het offerverhaal van Abraham die zijn zoon Izaak wou offeren, niets te maken heeft met immoraliteit, maar juist met liefde (zie: https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/abraham-is-niet-de-oervader-van-het-theoterrorisme~ae0dc395/). Het verhaal zoals verteld in Genesis 22:1-13 gaat als volgt. God geeft Abraham de opdracht om zijn zoon Izaak te offeren op een berg. Abraham gehoorzaamt onvoorwaardelijk. Hij bestijgt samen met zijn zoon de berg, bindt hem vast op een altaar, pakt een mes en wil toeslaan. Pas op het laatste moment houdt een engel hem tegen omdat hij gehoorzaam was aan Gods bevel. God zal hem hiervoor ‘rijkelijk zegenen’.

Waar ligt de samenhang met liefde? Volgens Vlieger heft God de ethiek niet op want hij heeft Izaak op het nippertje gespaard. Abraham zou hiermee de goddelijke liefde, de agape, centraal stellen. Dit is een bizarre redenering. Agape betreft de liefde die zoekt wat het beste is voor de ander. In dit geval zou Abraham juist om die reden niet de minste intentie mogen gehad hebben om zijn zoon te doden. Tenzij Abraham echt vindt dat het doden van zijn zoon juist het beste voor zijn zoon is. Agape wordt hier dus beschouwd als de voortreffelijke keuze van Abraham die zijn liefde boven alles richt op God.

Wij stellen dat eerder het Griekse ethische principe storgē van toepassing zou moeten zijn: de liefde van ouders voor hun kinderen. Een écht ethische houding van Abraham zou geweest zijn dan hij het bevel van God gewoon naast zich neer had gelegd. Want wat is er afgrijselijker dan het doden van je eigen kind?

De houding van Abraham is op twee punten moreel verwerpelijk. Ten eerste omdat hij oordeelt dat God alles mag doen en vragen, en dat hij er van uitgaat dat alles wat God vraagt in se goed is. Hij plaatst God boven de moraal, ic. boven de storgē, en schakelt zijn eigen geweten uit. Ten tweede geeft Abraham door zijn houding een vrijgeleide aan al wie in naam van God denkt dat hij het goede doet. Een voorbeeld daarvan is Pinechas zoals we kunnen lezen in Numeri 25. Hij doorboort met zijn speer een Israëlitische man die zich inlaat met een vrouw van een buurvolk. Nu is er geen engel meer die de dader tegenhoudt. Sterker nog: God prijst Pinechas voor zijn dubbele doodslag (Numeri 25:11). Van enige agape is hier geen sprake meer.

Juist het abrahamistische principe van ‘God boven de moraal’, vormt de kern van het huidige theoterrorisme. Zoals Mohammed B. die Theo Van Gogh vermoordde, de gebroeders Kouachi die in naam van God de redactieleden van Charlie Hebdo hebben gedood, en de vele andere aanslagplegers van de voorbije jaren. In ons boek In Naam van God geven we daar talloze voorbeelden van. Het zijn geen daders die ‘verward’ waren of zijn, maar gelovigen die vanuit hun oogpunt een ‘rationeel goede’ daad stellen.

Abraham, die zowel voorkomt in de Bijbel als in de Koran, is voor zover we Vlieger mogen geloven, het icoon van meer dan de helft van de wereldbevolking. Hij is de persoon die als het morele voorbeeld zou gelden voor alle drie de monotheïstische godsdiensten. In feite is Abraham een gewetenloze man die zich, net als Eichmann als uitvoerder van de Holocaust, wegsteekt achter een bevel van hogerhand om een hoogst verwerpelijke daad te stellen. 

Paul Cliteur & Dirk Verhofstadt

De auteurs schreven het boek In Naam van God (uitgeverij Houtekiet), 2018

Print Friendly and PDF
De kostprijs van de Europese Unie - Herman Matthijs

De kostprijs van de Europese Unie - Herman Matthijs

Postmodernisme en de Liberale Democratie - Mats Cuvelier

Postmodernisme en de Liberale Democratie - Mats Cuvelier