De kostprijs van de Europese Unie - Herman Matthijs

De kostprijs van de Europese Unie - Herman Matthijs

Vorige week was er de Europese feestdag en dat als gevolg van de verklaring van de Franse Minister van Buitenlandse zaken Robert Schuman op 9 mi 1950. Maar buiten de EU-ambtenaren, die dan één dag betaald verlof hebben, is dit niet echt bijgebleven bij de meer dan 500 miljoen onderdanen van de Europese Unie. Die EU komt er de laatste jaren niet meer uit: een ongecontroleerde massa immigratie, onvoldoende gecontroleerde buitengrenzen van de Schengen zone, budgettaire monetaire problemen in diverse lidstaten, een veel lagere groei dan Noord Amerika en China, enz. Bovendien zijn de onderhandelingen gestart voor een nieuw ‘eigen middelen besluit’ en ‘meerjarig financieel kader’ vanaf 2021. De vraag vanuit de EU Commissie is duidelijk: meer geld !

Regelgeving

De huidige regeling van de financiering van de EU algemene begroting staat in het Raadsbesluit nr. 335 van 2014 betreffende de eigen middelen. Ingevolge de verdragen moet dit eigen middelenbesluit worden aangenomen met unanimiteit, met andere woorden elke lidstaat heeft een vetorecht. In het huidige besluit moeten de lidstaten 80% van de door hun nationale douane geinde douanerechten afgeven aan de EU. Op een totaal van 22,8 miljard euro betaalt Duitsland 20,7%, gevolgd door Nederland met 12% en België met 10,8%!

Daarmee is het belang van de lucht- en zeehavens in deze landen toonaangevend binnen de Unie. Het besluit bepaalt ook dat de lidstaten 0,30% van hun BTW-opbrengsten moeten afdragen. Dat levert dan 17,2 miljard op. Maar Duitsland, Nederland en Zeden betalen maar 0,15%, want deze landen hebben een uitzondering verkregen als grote netto betalers. De BNI-heffing levert in 2018 102,7 miljard op, maar met verminderingen voor Denemarken, Nederland (756 miljoen ) en Zweden. Tenslotte is er nog de correctie voor de Britten. Premier Thatcher heeft in 1984 bedongen dat het Verenigd Koninkrijk jaarlijks een bedrag terug krijgt als netto betaler (4,9 miljard in 2018). Dat bedrag moet door de andere landen worden gecompenseerd, maar niet volledig door vier landen: Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden.

Als men alle eigen middelen optelt, dan wordt dat voor 2018 begroot op 142,8 miljard euro. Tezamen met de eigen inkomsten van de EU instellingen komen we op een totaal budget van 144,6 miljard euro.    

België

Ons land betaalt in 2018 6.213 miljoen aan de EU algemene begroting. Dat komt uit de douanerechten (2.473 miljoen ), BTW (562 miljoen ), BNI-heffing (2.903 miljoen ), Belgisch aandeel in de BNI-vermindering voor de vier vermelde landen (31 miljoen), Belgisch aandeel in de Britse correctie (243 miljoen). Daarmede is België de zevende betaler aan de EU begroting met een aandeel van 4,34%. Deze cijfers staan in de goedgekeurde EU algemene begroting van 2018! Op die zevende plaats staan we al heel de eeuw. Maar ons aandeel in de financiering is steeds gestegen. Inderdaad, dat was 3,97% in 2002 en 4,02% in 2010.

De uitbreiding van de Unie tot 28 landen heeft dus geen besparing opgeleverd voor de Belgische schatkist. De reden is heel simpel, er is uitgebreid met vooral armere landen. De rijke EFTA landen willen om budgettaire redenen niet toetreden tot de dure EU.       

Wie betaalt?

Als men de totale som van de bijdragen uit de eigen middelen bekijkt (142,8 miljard euro), dan is de top tien van betalers als volgt en dit per procentueel aandeel:

1.     Duitsland:     20,7%

2.     Frankrijk:      15,35%

3.     Ver. Kon.:      12,7%

4.     Italië:            11,61%

5.     Spanje:          8,31%

6.     Nederland     5,16%

7.     België            4,34%

8.     Polen             3,25%

9.     Zweden         2,83%

10.  Oostenrijk       2,26%

Zelfs met de verminderingen voor Duitsland blijft dit land de uitgesproken eerste betaler van de EU. Opvallend is ook dat Nederland en Zweden, mits de besproken verminderingen, top tien betalers blijven. Polen is, met 40 miljoen inwoners, de enige lidstaat die de top tien haalt inzake de EU financiering. De  volgende nieuwe lidstaat van deze eeuw staat pas op plaats 15 (Tsjechië) met een aandeel van 1,25% in de financiering. De zes oorspronkelijke lidstaten van 1951 betalen nog steeds 55,5% van de begroting. Als men de 15 lidstaten van 1995 neemt, dan loopt dit op tot 89,1% !

Met andere woorden de drie uitbreidingen van deze eeuw met 13 landen, is financieel-budgettair geen succes te noemen!  Liefst elf lidstaten hebben een aandeel van minder dan 1%!

De Brexit

Als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie zou verlaten, dan valt er ruim 18 miljard euro weg aan de ontvangstenzijde. Zelfs met de ‘British rebate’ is dit land nog een zeer belangrijke netto betaler van zowat 7 miljard euro per jaar. De vraag is wie dat verschil gaat bijbetalen, want de Europese Commissie heeft geen enkel voorstel ingediend om dat bedrag weg te saneren op de uitgavenzijde.

Toekomst

Aangezien de Commissie veel geld wil voor nieuwe soorten van uitgaven, zal er ook moeten bespaard worden op de traditionele uitgaven: landbouw en regionale steun. Ten aanzien van de regionale steun gaan de vele armere lidstaten op de rem staan. Dan maar de gedeeltelijke hernationalisatie van de landbouw doorvoeren? Voor België zou dat budgettair geen slechte zaak zijn, maar het Frankrijk van Macron moet dan zelf meer geld gaan zoeken en het begrotingstekort van de vijfde Franse republiek staat op 3% BBP.

Ook Nederland en de Scandinavische landen staan niet te springen voor meer Europees geld. In feite is de BTW een relatief geharmoniseerde EU belasting en men zou beter dit eigen middel meer gaan aanspreken voor de EU financiering en dat tezamen met de douanerechten. Want het BNI kan men moeilijk beschouwen als een Europese belasting.

Conclusie

Zoals dit artikel aantoont, is de massale uitbreiding van de Unie geen budgettair succes te noemen. Hier komen we ook bij het kernpunt van de EU mislukking van deze eeuw: teveel lidstaten zijn toegelaten tot de EU, die er economisch-financieel niet klaar voor waren/zijn en enkel geïnteresseerd zijn in de Europese gelden. Zodoende moet er een duidelijkere financiering komen die minder de nadruk legt op subsidiestromen, maar op echte Europese uitdagingen. Voorbeelden van dit laatste zijn een efficiënte bewaking van de Schengen grenzen en de uitbouw van een Europese douane alsook de defensie! Met andere woorden de EU begroting moet de 20ste eeuw verlaten en zich richten op de 21ste eeuw !

 

Prof. Herman Matthijs ( UGent & VUB )

De auteur is  is hoogleraar publieke financiën aan de universiteiten van Gent en Brussel

Print Friendly and PDF
Homofobie op school - Ann Brusseel

Homofobie op school - Ann Brusseel

De moraal van het Abrahamverhaal - Dirk Verhofstadt & Paul Cliteur

De moraal van het Abrahamverhaal - Dirk Verhofstadt & Paul Cliteur