Pijn als sleutel tot het vormgeven van een moreel Esperanto - Dirk Verhofstadt
De oorsprong van moraal moeten we zoeken in ons evolutionair verleden, namelijk in de noodzaak van kleine en nadien steeds grotere groepen mensen om elkaar de kop niet in te slaan, maar om samen te werken en zo te overleven. Gemeenschappelijke regels maakten het mogelijk om eerst binnen de stam en nadien in relatie met buitenstaanders goede contacten te onderhouden. De overtreders van die regels werden gestraft omdat ze het overleven van de stam bedreigden. Morele houdingen zoals empathie, altruïsme en mededogen vinden we trouwens ook bij dieren terug omdat ze oude evolutionaire wortels hebben, specifiek gekoppeld aan het leven in groepsverband. De boeken van de Nederlandse primatoloog Frans De Waal zijn in dat verband verhelderend. “De morele wet komt niet van boven en is ook niet afgeleid uit beredeneerde principes; hij komt eerder voort uit waarden die al sinds het begin der tijden in ons zitten ingebakken. De meest fundamentele komen voort uit het belang van het groepsleven, dat de overlevingskans vergroot.”[i]
Een cruciaal element in die ‘morele wet’ is het besef en ervaren van pijn. In de medische wereld wordt pijn omschreven als een al dan niet opeenvolgende reeks van prikkels die via de pijnbanen – de tractus spinothalamicus – worden doorgegeven aan het ruggenmerg naar het schakelstation in de thalamus en zo naar de hersenschors waar ze tot het bewustzijn doordringt. Natuurlijk is pijn een persoonlijk gegeven. Elke mens ervaart pijn op een andere manier en de grens ervan verschilt naargelang van het vermogen van iemand om het te voelen, te ervaren en te verdragen. Dat neemt niet weg dat elke mens vatbaar is voor pijn. Sommigen voelen al pijn bij de aanblik van een onaangename situatie bij andere mensen of dieren, anderen voelen pas pijn als bepaalde levensfuncties in acuut gevaar komen. Hoe dan ook, er bestaat een universeel verzet tegen onvrijwillig ondergane pijn, en dit in elke cultuur, in elke religie, in elk land, bij elke mens.[ii] Ik heb het dus niet over het vrijwillig ondergaan van pijn, zoals bij sadomasochisten, flagellanten of leden van Opus Dei die een boetegordel dragen. Het empirische bewijs dat men zich tegen onvrijwillig ondergane pijn verzet, stelt men vast bij de bevalling. Tijdens de ontsluitingsfase maakt het lichaam van de vrouw endorfines aan. Deze neurotransmitters hebben in de hersenen vergelijkbare effecten als morfine en zijn dus een soort natuurlijke doping die direct inwerken op het pijncircuit, en door hun benevelend effect de pijn ook minder intens doen beleven. Hetzelfde gebeurt trouwens bij duursporters.
Deze redenering is geen woordenspel zoals je dat vaak tegenkomt in religieuze teksten. Het gaat mij om een concreet onaangenaam, ongewenst en onmenselijk gevoel dat iedereen kan ondergaan. Uit de universele afkeer daarvan leid ik alle morele bepalingen af die verbieden dat men iemand onderdrukt of als mens niet gelijkwaardig acht. Uit die vaststelling leid ik de waarde van een autonome moraal af en het bestaan van een hele reeks mensenrechten die we vanuit onze ervaring – het verwerpen van onvrijwillig ondergane pijn – als natuurlijk en evident aanvaarden. Het is uit verzet tegen onvrijwillig ondergane pijn dat we regels hebben aanvaard tegen geweld, foltering, verkrachting, moord en doodslag. Het is door van datzelfde verzet dat we ons keren tegen huiselijk geweld, gedwongen huwelijken, genitale verminkingen, kindbruiden en elke ongelijkheid tussen mensen – in het bijzonder tussen man en vrouw. Het universeel verzet tegen het ondergaan van onvrijwillige pijn is cruciaal om elk mensenrecht te begrijpen en toe te passen. Mensen zijn vrij om te geloven wat ze willen omdat ze niet (fysiek) gedwongen willen worden om iets anders te geloven. Mensen zijn vrij om hun mening te uiten omdat ze weigeren hun geest stil te leggen om iets te geloven dat hen wordt opgedrongen. Mensen zijn vrij om relaties aan te gaan met andere mensen, ongeacht hun geloof, geslacht of status.
Het verwerpen van pijn, zowel fysiek als psychisch, is een belangrijke kracht in de vorming van de moraal. Wie vanuit godsdienstige of andere geboden zegt dat vrouwen niet gelijkwaardig zijn aan mannen, wie zegt dat mannen of vrouwen geen relaties mogen aangaan met seksegenoten, of wie zegt dat ongelovigen immoreel zijn, veroorzaakt pijn en is dus immoreel. De ware moraliteit kant zich tegen elke vorm van lijden. Anders gezegd, De essentie van het mens-zijn is dat we het vermogen hebben om in te zien dat we niemand tegen zijn wil pijn mogen doen. Daarmee wil ik niet zeggen dat het verzet en het vermijden van pijn het fundament van de moraal is, wel dat het streven naar het uitschakelen van zoveel mogelijk onvrijwillig ondergaan van pijn een van de belangrijkste krachten is in de vorming van de moraal. Die morele regels, waarden en normen, moeten mensen zelf vorm geven.
Het klopt dus niet, zoals veel gelovigen beweren, dat seculieren geen waarden en normen zouden kennen. Die waarden en normen zijn door mensen vastgelegd in de liberale grondwetten van het begin van de negentiende eeuw, in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948, in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van 1950, in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind van 1989, in de doelstellingen van het Internationaal Strafhof in De Haag van 2002. Stuk voor stuk bevatten ze seculiere waarden en normen, die door het groeiende besef van de gemeenschappelijke belangen en risico’s bij de wereldgemeenschap, evolueren naar een gemeenschappelijke en universele basis voor de moraal.
De nood, maar ook de wil om samen oplossingen te vinden, over de grenzen van naties, volkeren en religies heen, neemt gelukkig toe, omdat het besef groeit dat we samen voor de enorme taak staan om onze wereld leefbaar te houden voor onszelf en onze nakomelingen. Het filosofisch liberalisme zal daarin een cruciale rol spelen omdat het steeds en consequent zal wijzen op de boodschap: op uzelf komt het aan. Niet op een God, niet op een hemels gebod, niet op een blind geloof, maar op uzelf, op het besef van uw mens-zijn en uw plicht om menselijk te zijn tegenover anderen, alle anderen. We weten immers dat we maar zullen overleven als de mensheid als geheel samenwerkt om bijvoorbeeld de opwarming van de aarde in te perken, de biodiversiteit te vrijwaren, de primaire grondstoffen zoals schoon water, gezond voedsel en niet-fossiele energiebronnen te verzekeren, om terreurdaden en oorlogen te voorkomen.
Dirk Verhofstadt
De auteur schreef onder meer de boeken Pleidooi voor individualisme, Atheïsme als basis voor de moraal en In Naam van God.
[i] Frans De Waal, De Bonobo en de Tien Geboden. Moraal is ouder dan de mens, Atlas Contact, 2013, p. 236.
[ii] Er bestaan uitzonderingen, namelijk mensen met analgesie (ongevoeligheid voor pijn) en een handvol mensen met HSAN type 5 (Hereditary Sensory Autonomic Neuropathy). Dit is een uiterst zeldzame genetischeafwijking die maakt dat pijnsignalen de hersenen niet bereiken. Zie bijvoorbeeld het kind Gaby Gingras met HSAN type 5 (docufilm A Life Without Pain).