Geloof en rede: twee vleugels – Othman El Hammouchi
In zijn stuk op deze website neemt Thomas Rotthier mijn religieuze wereldbeeld op de korrel. Hij tracht aan te tonen dat geloof in God geen basis heeft door de argumenten voor zijn bestaan te weerleggen, maar ook door religieuze teksten aan te vallen. Ik zal in dit vervolg trachten me hiertegen te verweren.
Intuïtie
Laat ik om te beginnen het volgende opklaren: natuurlijk ben ik niet zeker dat God bestaat, althans niet op de manier waarop ik zeker ben van de waarheid van logische en wiskundige stellingen. Het is dan ook misplaatst om te spreken over godsbewijzen: het gaat hier veeleer om argumenten. In het Engels bestaat die moeilijkheid niet: men maakt een duidelijk onderscheid tussen proof en evidence.
Zonder in te gaan op de specificiteiten van de filosofische discussie over het bestaan van God – ik raad de benieuwde lezer in dit verband mijn boek Lastige waarheden aan – wil ik toch repliceren op Rotthiers centrale aantijging dat hun gebruik van fundamentele intuïties ze waardeloos maakt. Er zijn namelijk een heleboel proposities die iedereen zal erkennen als volkomen rationeel, maar die op geen enkele empirische wijze geconfirmeerd kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn metafysische waarheden als ‘er bestaan andere geesten’ of ‘de wereld is niet 5 seconden geleden geschapen met de schijn van anciënniteit’, maar ook fundamentele logische waarheden als de wet van de tegenspraak. Zelfs het bestaan van de externe wereld hoort hierbij, zoals traditioneel door filosofen is erkend. Onze aanvaarding van deze beweringen rust louter op intuïtie.
Daarnaast impliceert de inductieve houding die in de wetenschappen zo nuttig is gebleken dat empirische wetten steeds sterker bevestigd worden naarmate de realiteit zich er in de ervaring naar schikt. Dit geldt in het bijzonder voor de intuïtieve principes (zoals dat alles wat begint te bestaan een oorzaak heeft) die gebruikt worden in argumenten voor het bestaan van God, gezien ze in de dagelijkse realiteit ontelbare keren bevestigd worden. Het lijkt dan bijzonder arbitrair (en niet erg intellectueel eerlijk) om ze plots weg te gooien wanneer ze tot oncomfortabele conclusies leiden.
Impasse?
Rotthier stelt dat God Zelf op Zijn beurt ondermijnd wordt door de fundamentele principes die gebruikt worden om Zijn bestaan te rechtvaardigen. Het enige voorbeeld dat hij hiervan geeft, is afgeleid uit het zogenaamde kosmologische argument. Als alles wat begint te bestaan een oorzaak heeft, en het universum een begin had, dan moet het een oorzaak gehad hebben, waaraan we de naam God kunnen geven. ‘Maar wat veroorzaakte God?’, vraagt Rotthier. Wel, dat is juist de hele grap: God heeft geen begin, net zomin als de wet van de tegenspraak of de Stelling van Cayley. We arriveren juist bij een oorzaak zonder begin als noodzakelijke oplossing van het probleem.
Ten slotte lijkt Rotthier te denken dat de syllogistische argumenten voor het bestaan van God die ik aanbied op een of andere wijze verklaringen zijn die concurreren met wetenschappelijke verklaringen, zodat ze slechts triomferen zolang deze laatste gebrekkig of onbestaand zijn. Niets is echter minder waar. Neem wederom het kosmologische argument:
P1: Alles wat begint te bestaan heeft een oorzaak.
P2: Het universum begon te bestaan.
C: Bijgevolg heeft het universum een oorzaak.
Hier volgt de conclusie, krachtens de ijzeren wetten van de logica, onvermijdelijk uit de waarheid van de eerste twee premissen, of men nu vindt dat dat geen verklarende waarde heeft, niet opweegt tegen ‘wetenschappelijke’ verklaringen of onwaarschijnlijk is. Het maakt niet uit. Een argument vanuit de superioriteit van materialistische ‘wetenschappelijke’ verklaringen zou alleen werken tegen de strategie van Swinburne, die God effectief postuleert als alomvattende theorie.
Openbaring
Rotthier beticht God en de Koran ervan contradicties te bevatten en moreel verwerpelijke richtlijnen aan te bevelen. Het zou leuk zijn mocht hij er een paar geven. De website waarnaar hij linkt (wikiislam) bevat een werkelijke lachwekkende lijst van ‘tegenstrijdigheden’ die alleen afkomstig kunnen zijn van mensen die geen woord Arabisch kunnen en niets begrijpen van de hermeneutiek van heilige teksten. Het is mijn opvatting dat de Koran het letterlijke en moreel volmaakte woord van God is, terwijl Rotthier (en wellicht ook zijn doelpubliek) lijken te vertrekken van de aanname dat heilige teksten door hun anciënniteit ipso facto in verdedigingsmodus zitten. Ik aanvaard dat helemaal niet. Rotthier draagt in deze de bewijslast.
Wat wonderen betreft, volstaat het op te merken dat ze helemaal niet zo bijzonder zijn als God bestaat. In dat geval is Hij immers de Schepper van het universum die haar wetten heeft bepaald en onderhoudt. Bijgevolg kan Hij ze indien gewenst opschorten of tijdelijk wijzigen, en aan dergelijke gebeurtenissen geven we de naam ‘wonderen’. Daar hoort inderdaad het splitsen van de maan, het communiceren met mieren en het heropwekken van dode volgens bij.
God is dus helemaal niet dood, integendeel: Hij is springlevend. De wetenschappen tonen ons elke dag nieuwe aspecten van Zijn wonderbaarlijke creatie, maar ondermijnen Zijn bestaan daarbij geenszins. Zoals de meeste baanbrekende diepgelovige wetenschappers – Newton, Galileo, Riemann, Gödel, enz. – ook inzagen.
Othman El Hammouchi
Op dinsdag 11 december 2018 wordt het boek Lastige waarheden (uitgeverij Polis) van Othman El Hammouchi voorgesteld in boekhandel De Zondvloed, Onze-Lieve-Vrouwstraat 70 te Brussel voorgesteld. De auteur gaat dan in gesprek met journalist Joël De Ceulaer.