De taak van de leerkracht - Sara De Mulder
Ik deel de groeiende bezorgdheid die Stijn Van Hamme beschrijft (Knack 16 januari jl.) zoals de tendens tot langere studietijden, de eenzijdige focus van politici op diploma’s, de daaruit voortvloeiende diploma-inflatie en de falende deliberaties in het secundair. Terecht hekelt hij de kwalijke (d)evolutie in het secundair onderwijs waar eindtermen steeds minder de basis vormen om een diploma uit te reiken.
Toch zijn enige kanttekeningen noodzakelijk, bij dit bevlogen pleidooi ten voordele van kennisoverdracht. In 2007 lanceerde minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke een tweede democratiseringsgolf van het Hoger Onderwijs. Een verhoogde doorstroom naar en meer geslaagde studenten aan de Vlaamse Hogescholen en Universiteiten, was het doel. Per ingeschreven student volgden middelen, bijkomende financiering is er voor elke effectief afgestudeerde. Op basis van een puntensysteem worden extra middelen toegekend per student met functiebeperking of beursstudent; kansarme studenten en kinderen van zelfstandigen met een goede boekhouder.
Om de slaagkansen van studenten te verhogen, voorzag men extra begeleiding. Universiteiten en Hogescholen gebruiken daarvoor middelen uit het speciaal daartoe opgerichte aanmoedigingsfonds. Ondanks grote inspanningen van de instituten, zijn de middelen volstrekt ontoereikend. De begeleiding van jongeren is een zeer intensieve taak. Een stijging van het aantal inschrijvingen, vergt een stijging van het aantal studiebegeleiders, aula’s, professoren, enzovoort.
Daar loopt het al mis. In 2000 kon elke student aan de universiteit op een stoel zitten, nu puilen de aula’s uit en zitten veel studenten op de grond in de gang of op de vensterbanken. De auladeuren blijven openstaan om de professoren tenminste te kunnen horen. Ik weet niet hoe het dan precies gaat met het volgen van de PowerPointpresentaties en uiteenzettingen op het bord, of gewoon de non-verbale communicatie van de prof, die doorslaggevend kan zijn voor het memoriseren en recapituleren van lessen bij het instuderen. Ik denk dat gangstudenten dat stuk gewoon helemaal missen.
Diezelfde (gang)student werd overigens geresponsabiliseerd. Om het fenomeen “eeuwige student” tegen te gaan, werd het leerkrediet ingevoerd. Elke student krijgt bij aanvang van hogere studies 140 studiepunten. Doe je alle vakken van het eerste jaar in één keer dan betekent dat 60 studiepunten inzet. Door te slagen win je die studiepunten terug. Ben je gebuisd dan verlies je de studiepunten. Met het restant kan je van richting veranderen of je jaar overdoen. Buis je nog eens, dan ben je 120 studiepunten kwijt en hou je er 20 over. Per jaar dat er dan nog gevolgd wordt, win je 10 studiepunten. Zodat je na vier jaar opnieuw een voltijdse opleiding mag aanvatten. Het systeem biedt de mogelijkheid studiepunten te spreiden. Risicobeperking dus, met als logisch gevolg jongeren die langer studeren en diploma-inflatie als pervers gevolg van outputfinanciering. Politici zijn verbaasd, ik niet. Had men iets anders verwacht misschien?
De slaagkansen van studenten bevorder je niet door laattijdige studiebegeleiding of met kansberekening. Slaagkansen bevorder je door onderwijs als één geheel te beschouwen. Het helpt om kinderen een goede vooropleiding te bieden en studie oriëntatie au serieus te nemen. In dat geheel moet kennisoverdracht inderdaad opnieuw centraal staan.
Dhr. Van Hamme geeft ook lucht aan zijn ergernis over het feit dat hij als leerkracht verantwoordelijk wordt geacht voor het slagen van zijn leerling. Dat is onterecht. Ik ben allesbehalve pleitbezorger voor slappe deliberaties. Goed gedrag is irrelevant. Einstein was volgens zijn leraar een nietsnut. Zijn moeder gaf noodgedwongen thuisonderricht en maakte van haar “nutteloos” kind een geniaal genie, waardoor we ons niet langer druk maken om zaken die eigenlijk relatief zijn.
Het feit dat leerkrachten ervoor zorgen dat een leerling de eindtermen haalt, valt niet te relativeren. Vreemde talen, wiskunde en wetenschap bevattelijk maken voor leerlingen en hen helpen deze kennis te incorporeren, is kort samengevat diens kerntaak. In uitstekende schoolsystemen, bezit een kind aan het einde van ieder traject de nodige vaardigheden en kennis om de volgende fase in de schoolcarrière aan te vatten. Kinderen bouwen in Vlaanderen echter massaal achterstanden op, ad hoc remediëring blijft uit. Daarvan is niet de leerkracht, ouder of school de dupe maar wel het kind. Een leerling geen onderwijs en ondersteuning op maat willen of kunnen bieden, is een flagrante schending van de rechten van dat kind! Kennis kunnen overbrengen, hiaten opvullen, achterstanden wegwerken, vergt specifieke vaardigheden die in de lerarenopleiding moeten worden aangeleerd. Een lerarenopleiding die nu leerkrachten aflevert waarvan 20% binnen de vijf jaar stopt.
Een andere misvatting is dat de eindtermen behalen voldoende basiskennis biedt om het hoger onderwijs aan te vatten. De opeenvolgende wijzigingen van eindtermen, waarbij de focus verschoof van feiten uit het hoofd leren, naar verbanden leggen, is één van de meest nefaste maatregelen van de laatste 30 jaar onderwijsbeleid. Verbanden leggen tussen feiten is eigenlijk volstrekt onmogelijk, als je die feiten niet kent. Je kan het huidige conflict in Palestina niet uitleggen als je niet eerst een heleboel gebeurtenissen vat en best in chronologisch volgorde uit het hoofd leert. Enkel zo worden ze onderdeel van je parate kennis. Enkel parate kennis stelt je in staat een zinnig gesprek te voeren zonder voortdurend je smartphone te moeten raadplegen om te controleren of je geen baarlijke nonsens verkoopt. Je taalgevoel is evenmin te fiksen met google translate.
Studeren is misschien “saai”, maar laat ons als mens uitstijgen boven de doorsnee monkey in the jungle. Dat ouders en politiek kinderen willen “beschermen” tegen datgene wat ze zelf niet leuk vonden, is bijzonder tragisch. Want net door hen niet te leren dat kennis vergaren inspanningen vergt, creëer je, in een samenleving waar de toegang tot onderwijs nog nooit zo laagdrempelig was, kinderen die simpelweg niet capabel zijn dat onderwijs met vrucht te voltooien.
Sara De Mulder
De auteur is kernlid van Liberales en antropologe.