Waarover men niet spreekt - Wim Van Rooy

Waarover men niet spreekt - Wim Van Rooy

‘Wil de liberale democratie geen mythe worden, dan mag ze reële problemen niet afdekken, ze mag niet bewegingsloos en al te omzichtig zijn, zoals ze meer dan tien jaar in verband met het multiculturalisme heeft gedaan,’ zo schreef Wim Van Rooy in 2008 in zijn ophefmakende boek De malaise van de multiculturaliteit. Daarin klaagde hij het stilzwijgen aan van de verdedigers van de islam over onder meer de religieuze moordlust van moslimfanaten, de onderdrukking van vrouwen en ongelovigen, de toepassing van de sharia, de moorden op afvalligen en homoseksuelen, het fanatiek antisemitisme, de verplichte sluiering (van niqaabs tot burka’s) die steeds vaker en op jongere leeftijd wordt opgelegd aan vrouwen en meisjes, de besnijdenis van meisjes, de verstotingen van vrouwen, de discriminatie (van al wie niet het dominerende moslimgeloof volgt), het racisme (vooral tegen zwarten), de verwerping van de vrije meningsuiting en het recht op zelfbeschikking, de schijndemocratieën, de ontkenning van de Holocaust, de verwerping van het kritisch rationalisme, de afwijzing van de wetenschap (in het bijzonder de evolutietheorie), en de totale onderwerping aan het woord van Allah en zijn vertegenwoordigers op aarde, de ayatollahs, mullahs en imams.

De malaise van de multiculturaliteit was als een ijsbreker die op volle kracht doorheen de vastgeroeste ideeën en stellingen van de politiek correcte elite vaarde en algemeen gedeelde visies op de helling zette. Het boek werd in Vlaanderen dan ook doodgezwegen, en de auteur geculpabiliseerd. Want wie de islam durft aan te klagen wordt door de linkse elite in de hoek gezet als een nestbevuiler, racist, fascist en/of islamofoob. De schuld voor de problemen waarmee de moslimwereld te maken heeft, ligt in hun ogen immers steevast bij het kapitalisme, het kolonialisme, het gebrek aan respect (van westerlingen), het individualisme, de discriminatie en het racisme op de arbeidsmarkt, het gebrek aan scholingskansen, de generalisaties, het gebrek aan kennis van de Koran, het westerse superioriteitsdenken, en vooral de vermeende onwetendheid over alle goede zaken die de islam zowel vroeger en vandaag voor de mensheid betekende en betekent. Maar een probleem bij de islam zelf? Neen toch. Want ondanks al die terreuraanslagen in naam van Allah die worden  bebebegeleid door de uitroep Allahoe Akbar stellen cultuurrelativisten dat die niets te maken hebben met de islam. Meer nog, de islam is de religie van de vrede en die terreurdaders hebben daar niets mee te maken.

In zijn nieuw boek Waarover men niet spreekt maakt Wim Van Rooy opnieuw brandhout van deze visie. Net als Aleksandr Solzjenitsyn met zijn De Goelag Archipel destijds het sprookje van het menslievende en door westerse linkse intellectuelen geadoreerde communisme doorprikte, toont Wim Van Rooy aan hoe blind en stom de huidige culturele elite blijft ten aanzien van de islam. Over ruim 600 bladzijden geeft de auteur een stroom voorbeelden van misdaden, gruwelijkheden en ongerijmdheden die aantonen dat de letterlijke lezing van de Koran de bron is van zoveel ellende die we vandaag kennen, zowel in de moslimlanden zelf als in onze eigen contreien. De aanslagen in Parijs, waarbij 130 mensen die een muziekoptreden, een etentje op een terrasje of een voetbalmatch bijwoonden koelbloedig werden vermoord, grepen pas plaats na de eindredactie van het boek. Maar ze vormen het zoveelste bewijs dat moslimterroristen – in tegenstelling tot wat de media ons willen doen geloven – wel degelijk iets te maken hebben met de islam, en omgekeerd, dat de islam wel degelijk iets te maken heeft met het moslimterrorisme.

Of men het nu graag hoort of niet, de islam is het probleem, aldus Wim Van Rooy. Het standpunt dat de islam niets te maken heeft met de terreuraanslagen van de voorbije jaren, is onhoudbaar geworden. Steeds meer blijkt dat moslimterroristen en radicale organisaties zowel in Europa als in de rest van de wereld juist op basis van een letterlijke interpretatie van de Koran hun gruwelijke daden pleegden en plegen. In die zin kunnen we niet langer een onderscheid maken tussen een gematigde en een radicale islam, want dat verschil is er volgens de auteur nauwelijks. Wel bestaan er gematigde moslims, gelovigen die de Koran niet letterlijk nemen en die net zoals zoveel gelovigen in het Westen de seculiere waarden aanvaarden en beseffen dat de liberale grondrechten de basis vormen voor een vrije en menswaardige samenleving. Maar de terreurdaders halen hun inspiratie en gedrevenheid uit dit ‘heilig’ boek. Het is de islam die jongeren aanzet om te gaan vechten in Syrië. Het is de islam die terroristische groeperingen inspireert om andersgelovigen en ongelovigen te vermoorden en een kalifaat op te richten. Denk aan de strijders van de Islamitische Staat, Boko Haram, al-Shabaab en andere groepen die liberale democratieën afwijzen en bereid zijn hun leven te geven om de Verlichtingswaarden te bestrijden. Vandaar ook het gevaar van jongeren die terugkeren uit Syrië en die de radicale ideeën van hun geestelijke leiders willen realiseren in onze contreien.

‘Dé islam betekent: er is geen godheid dan Allah, Mohammed is zijn boodschapper en de laatste profeet, de Koran is het letterlijke woord van Allah, Mohammed is de perfecte mens en iedereen moet hem navolgen,’ schrijft Wim Van Rooy. De islam is dus het probleem, en daar bestaat maar één antwoord op: we moeten met alle kracht jihadistische strijders opsporen, hun doen en laten strikt volgen en, indien nodig, uitschakelen. We moeten moslims duidelijk maken dat een letterlijke interpretatie van de Koran onaanvaardbaar is. We moeten harder dan ooit optreden tegen religieuze groepen die in naam van God of Allah menen dat ze mogen moorden en terreur verspreiden. We moeten van de imams in ons land eisen dat ze onze fundamentele grondwaarden verdedigen. We moeten de moslimgemeenschap duidelijk maken dat ze hier maar een plaats heeft als ze aanvaardt dat er kritiek moet kunnen bestaan op hun religie, dat er gespot mag worden met hun profeet, dat de evolutietheorie wetenschappelijk hoogwaardiger is dan de leer over de schepping, dat de Holocaust wel degelijk heeft plaatsgegrepen, dat vrouwen evenveel rechten hebben als mannen, dat homoseksuelen hun plaats hebben in onze samenleving, dat ongelovigheid, apostasie en blasfemie aanvaardbaar zijn en niet mogen worden bestraft omdat het in een 'heilig boek' zou staan.

Wat Wim Van Rooy stoort, is het stilzwijgen van de vele westerse intelligentia die elke link van terreur met de islam afwijzen omdat het de religie van de vrede zou zijn. Zij dragen een verpletterende verantwoordelijkheid. Zij hebben jarenlang de ogen gesloten voor gedwongen huwelijken, verplichte sluiering, genitale verminkingen, verstotingen en zelfs eremoorden die in naam van Allah gebeuren. In die zin is Waarover men niet spreekt een heuse eyeopener. Al blijft de auteur al te vriendelijk voor extreem rechtse partijen in Europa die in elke moslim een terrorist zien, vluchtelingen aanvallen met baseballbats, moskeeën in brand steken en de bevolking angst voor elke vreemdeling aanjagen. Want al bestaat er dan geen gematigde islam, er zijn ook heel wat moslims die het absoluut niet eens zijn met het virulente geweld van hun geloofsgenoten, maar die hebben vaak schrik om zich te uiten. Uit onderzoek blijkt evenwel dat ook veel zogenaamd ‘gematigde’ moslims de sharia willen invoeren en zich keren tegen gelijke rechten voor vrouwen. Toch zullen we de echt gematigde moslims nodig hebben om de radicalen eronder te krijgen. We zullen net zoals onder het katholicisme van de jaren 50 en 60 moeten rekenen op redelijke gelovigen die onze liberale grondrechten aanvaarden voor een harmonieuze samenleving. We mogen niet in de val trappen om elke moslim te culpabiliseren, want dan trappen we in de val van de terroristen. We moeten echt gematigde moslims aan onze kant krijgen.

De onvoorwaardelijke steun van zogenaamde progressieven en feministen ten aanzien van de islam blijft echter onbegrijpelijk. Wim Van Rooy heeft het inzake de hoofddoek over ‘een laffe houding ten opzichte van alle vrouwen in de moslimwereld die zich proberen te emanciperen’. Waarom protesteren die zogenaamde feministen van BOEH nooit tegen bijvoorbeeld het optreden van de Iraanse religieuze politie tegen vrouwen wegens ‘overtreding van de islamitische kledingvoorschriften’. De auteur stelt ook vast dat westerse linksgezinde homo’s voortdurend de islam verdedigen terwijl die religie ‘de meest homofobe acties op een afgrijselijke manier in de praktijk brengt’. Kijk naar de ophanging van homo’s in Iran en door IS terwijl ze in andere islamitische landen worden gestenigd, met zweepslagen bewerkt en opgesloten worden. Ook binnen de Europese moslimgemeenschap wordt homoseksualiteit afgewezen en homo’s afgetuigd. Wim Van Rooy vindt het stuitend dat bijvoorbeeld Westerse auteurs terecht oproepen om de dialoog met Poetin stop te zetten omwille van de vervolging van homo’s daar, maar dat nooit doen als het om de islam gaat. Binnen de moslimwereld is er ook geen plaats voor andere religies. De auteur geeft tal van voorbeelden van geweldplegingen op christenen, Joden, jehedi’s, atheïsten en afvalligen en anderen, van kerken en synagoge’s die in brand gestoken worden, van vervolging, onderdrukking en verdrijving van alwie zich niet plooit naar de ‘religie van de vrede’.

Wim Van Rooy heeft het ook voortdurend over de steun van links aan de Palestijnse kwestie en tegen Israël. Die lijken er van uit te gaan dat  alle Palestijnen heiligen zijn en alle Israëli’s moordenaars. Dat klopt natuurlijk niet. Israël is het enige democratische land in het Midden-Oosten en Hamas en Hezbollah zijn er enkel op uit om de Joden te vernietigen. Hun antisemitisme, maar ook dat van de andere moslimlanden en hun fellow-travellers in het Westen, is stuitend. Maar dat betekent niet dat elke inwoner van Israël onschuldig is. Ook in dat land leven er extremisten die elke oplossing met geweld verhinderen, denk aan de moord door de extreem rechtse jood Yigal Amir op de Israëlische premier Yitzhak Rabin, om te verhinderen dat er een mogelijk akkoord zou komen tussen Israël en de Palestijnen. Net zoals er Palestijnse moordenaars zijn die hun leiders afknallen als ze zich bereid zouden verklaren om tot een akkoord te komen, zo bestaan er extreme Joden (en partijen) die geen enkele toegeving dulden ten aanzien van de Palestijnen en hun verzuchtingen.

Nog een ander punt waar Wim Van Rooy zich op miskijkt, is op de Europese Unie. Hij is ronduit tegen EU-politici die ernaar streven om meer samen te werken en bepleit een hernieuwd nationalisme. Alsofdd  dat de problemen zou kunnen oplossen. Met de toenemende terreur die zich geen klap aantrekt van landsgrenzen, denk aan de aanslagen in Parijs, is er juist nood aan meer Europa. In de nasleep van 9/11 werd op 1 januari 2004 gelukkig al het Europees aanhoudingsmandaat goedgekeurd. Nu pleiten de door Van Rooy verfoeide ‘Eurofielen’ terecht voor een uitwisseling van gegevens over potentiële terroristen over de Europese landsgrenzen heen. Zo liet de Franse politie na de aanslagen in Parijs Abdesalam Salah doorrijden terwijl hij in België gezocht werd. Dat kwam omdat er geen uitwisseling van informatie bestaat op Europees vlak. Méér Europa is hier de oplossing, en niet een kortzichtig nationalisme dat de auteur bepleit. Hetzelfde geldt trouwens voor de instroom van vluchtelingen in Europa. Ook dat kan maar onder controle gebracht worden met méér Europa en niet door hekken te bouwen rond elk afzonderlijk land.   

Desondanks heeft Wim Van Rooy opnieuw een belangrijk boek geschreven. Het is een antidotum voor de stilte die er in het Westen heerst terwijl men het zou moeten hebben over de misstanden die in naam van de islam gebeuren. Waar blijft de kritische zin van veel westerse intellectuelen die vroeger wel combattief ageerden tegen de dominantie van de katholieke kerk, maar nu hun mond houden? Dit boek moet breed gelezen worden om te beseffen hoe gevaarlijk de islam is als ze letterlijk genomen wordt. Waarover men niet spreekt is een boek dat niet alleen gewone burgers, maar ook politici en intellectuelen wakker zal schudden uit hun dromen over een vredevol samenleven van mensen die nochtans hardnekkig vasthouden aan hun eeuwenoude waarheden. ‘Ik ben ervan overtuigd dat een verlichte islam mogelijk is, maar dit boek brengt mijn vertrouwen hierop in het gedrang,’ aldus Etienne Vermeersch die zelf nooit gezwegen heeft, maar net als Wim Van Rooy een roepende in de woestijn is.

    

Wim Van Rooy, Waarover men niet spreekt, De Blauwe Tijger, 2015

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
De verovering van de vrijheid - Alicja Gescinska

De verovering van de vrijheid - Alicja Gescinska

Nacht over Europa - Ernst Piper

Nacht over Europa - Ernst Piper