Gezond verstand graag! - Rudi Collijs

Gezond verstand graag! - Rudi Collijs

Uit een recente bevraging van 462 bedrijfsleiders van kleine ondernemingen door het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) blijkt dat zo’n 70% van de moslimwerknemers deelneemt aan de jaarlijkse ramadan. Over heel België gemeten gaat dat over om en bij de 540.000 mensen. Van die bedrijfsleiders, die vaak dichter bij hun personeel staan dan in grote bedrijven, vindt eveneens 70% dat de moslimwerknemers gedurende de ramadan minder actief en fit zijn op de werkvloer.

Zonder meteen te willen gaan sleutelen aan de vrijheid van godsdienst, hoewel het idee van filosoof Maarten Boudry om godsdienstvrijheid als expliciet vermelde vrijheid uit de grondwet te schrappen mij niet ongenegen is, vallen mij hier niet zozeer de opvattingen van de bedrijfsleiders op, als wel de verschuiving van de opvattingen die zich hierin in één jaar tijd heeft voorgedaan.

Helemaal huiverachtig word ik van de vaststelling  dat afwijkingen in attitude en productiviteit om godsdienstige redenen er toch in slagen om bedrijven binnen te sluipen en wel zo duidelijk dat zelfs de collega’s er zich aan ergeren. 51% van de werkgevers namelijk ontvangt klachten van de werknemers omtrent de ramadan-collega’s en hun verminderde prestaties. In 2016, toen het NSZ een gelijkaardige rondvraag deed, was dat ‘slechts’ 33%.

Vanwaar nu deze verschuiving van 1 op 3 naar 1 op 2 en dat in amper één jaar tijd? Heeft onze tolerantie naar moslims toe door de gestage ideologische en religieuze polarisering de zoveelste  deuk gekregen of is de houding van de moslims naar anderen toe de foute kant uitgegaan? Of, is het van beide wat? Men kan mij nu betichten van het klassieke wij-zij denken maar het staat toch vast dat de kloof weer wat verbreed is, het water weer wat dieper. Nochtans is de ergernis aan het adres van de moslims alles behalve in de hand gewerkt door de derde partij,  de werkgevers zelf. Hun arbeidsethiek is er zelfs merkelijk strenger op geworden. Waar de werkgever in 2016 in 11% van de gevallen nog korte extra pauzes aan de ramadandeelnemers toestond, is dat een jaar later gedaald naar 6%. Kortom, er wordt globaal gezien meer discipline verwacht en dat is misschien meteen mee de reden waardoor ook collega’s van mekaar hogere verwachtingen hebben gekregen.

Maar is het nu al dan niet een goede zaak en een blijk van gezonde flexibiliteit en welwillendheid dat afwijkingen in specifieke omstandigheden toegestaan worden? De vergelijking die Maarten Boudry hierbij maakt, spreekt voor mij boekdelen: “Lichter werk afdwingen op basis van je religieuze keuze, kan niet. Dan kan ik zeggen dat ik vanmijn eigen religie elke dag moet roken aan mijn bureau.”

Desondanks blijft voor mij de pijnlijke vaststelling dat in tijden als deze, waarin het op eieren lopen is om nietde verschillende overtuigingentegen mekaar de gordijnen in te jagen,  bedrijfsleiders toch nog door bv. zelfstandigenorganisatie Unizogeadviseerd wordt om moslims tijdens hun ramadan lichter werk aan te bieden of om zwaar werkzo mogelijk uit te stellen. Dit soort gedrag, hoe goed bedoeld ook, kan voor mij niet de bedoeling zijn.

 22% van de werkgevers (in 2016 nog 35%) staat toe dat de vastende collega’s hun maaltijdpauze overslaan, ondertussen doorwerken (van uitputting?) en vervolgens vroeger naar huis gaan. Dan speelt mijn eigen werkgever het gelukkig rechtvaardiger voor iedereen. Hij zal mij uiteraard nooit dwingen te lunchen als ik dat niet wil maar hij zal mij voor de tijd waarin ik, op eigen initiatief, tijdens de lunch verder werk, niet betalen en mij toch de duur van een minimum lunchpauze in mindering brengen. Dit heeft één groot positief gevolg, namelijk het besef dat er van hem uit geen enkele intentie bestaat om mij een maaltijd op het werk te doen overslaan en zo op bv. sociale verworvenheden te willen beknibbelen. Zulke zaken wekken anders dan toch terecht ergernis op. Dit hanteren van twee maten twee gewichten is, nogmaals, hoe goed bedoeld ook, soms een gevaarlijke praktijk die (zo spreken de cijfers) gelukkig op steeds minder bijval kan rekenen.

Keren we nogmaals terug naar de woorden van Maarten Boudry, die ongeveer hierop neerkomen: Iedereen is vrij om te vasten, dit gebeurt uit eigen vrije wil. Dus, denk ik dan, moet een derde partij als de werkgever of de andere werknemers hier niet mee geconfronteerd worden. Meer nog, het lijkt mij zeer ongewenst om hier als werkgever, zelfs uit eigen vrije wil, flexibeler op te reageren. Net zoals politiek hoort religie niet thuis op de werkvloer en de werkgever kan dus maar beter blijk van gelijk respect voor al zijn mensen hanteren, wil hij niet na verloop van tijd op protest vanuitandere hoek stuiten.

In een interview met  Patrick Loobuyck, datop 27 mei in De Gentenaar naar aanleiding van zijn nieuwste boek Samenleven met gezond verstand gepubliceerd werd, stelt de theoloog/moraalfilosoof dat we van de fundamentele maatschappelijke principes in onze samenleving geen millimeter mogen afwijken, bv. de afschaffing van het onderwijzen van de evolutietheorie of het afschaffen van  gemengd zwemmen in klasverband staan in geen geval ter discussie. Ik geef hem hierin uiteraard volmondig gelijk. Ook zijn pleidooi voor het serveren van halalmaaltijden in bv. studentenrestaurants komt alleen maar de keuzevrijheid ten goede en berokkent verder niemand kwaad. Het herverdelen van arbeid gedurende de ramadanperiode geeft dan misschien wel blijk van flexibiliteit en welwillendheid naar de andere cultuur toe, toch zal iemand hiervoor kind van de rekening worden.  

Loobuyck geeft in het interview voorts te kennen dat hij zich hoedt voor vormen van polarisatie met de islam-cultuur (of er althans geen win-win in terug vindt). Ook  vindt hij dat “de beste manier om vooroordelen te doen verdwijnen, is om mensen samen dingen te laten doen…Ze moeten ervoor zorgen…dat er geen aparte groepjes zijn.” Terecht! Maar laten we dan meteen ook maar stoppen met op de arbeidsvloer verschillende condities te creëren. Nog niet zo lang geleden werd in een Franstalig schooltje in Sint-Lambrechts-Woluwe beslist om het vieren van moederdag af te schaffen en dit uit respect voor culturen waar dit niet de gewoonte is of waar dit door omstandigheden moeilijk wordt (gezinnen met twee vaders ed). Als ik de vergelijking met de halalmaaltijden in de studentenrestaurants maak, dan concludeer ik dat niemand moederdag hoeft te vieren maar dat wie het viert, hiermee niemand kwaad berokkent. Bovendien, denk ik, is niemand vanuit een andere cultuur vragende partij om dit feestje maar te laten voor wat het is. Moederdag is bovendien geen religieus geïnspireerd feest. President Woodrow Wilson riep het in 1914 in het leven.

Loobuyck roept in zijn nieuwe boek op tot het gebruik van het “gezond verstand”. Onze landgenoten uit Sint-Lambrechts-Woluwe en onze belangrijkste middenstandsorganisatie hebben hier wat mij betreft nog onvoldoende notie van. Benieuwd wat  Loobuyck, wiens boek weer geen seconde te vroeg komt om ons gezond verstand alweer even op te frissen, van dit alles vindt. Op 14 juni 2017 (aanvang 20u.00) is de professor te gast in de Blauwe Zaal van het Liberaal Archief te Gent om u en mij zijn nieuwe boek voor te stellen. Ik zal, steeds zoekende naar een betere samenleving,  zeker de oren komen spitsen.

 

Rudi Collijs

De auteur is kernlid van Liberales

mailto:rudi.collijs@skynet.be

Print Friendly and PDF
Ideeën zijn superieur, mensen niet - Maarten Boudry

Ideeën zijn superieur, mensen niet - Maarten Boudry

Godsdienstoorlog - Luckas Vander Taelen