Vrij met kerstmis, niet met het offerfeest - Koert Van Espen
We leven in een welvarend land. De meeste Vlamingen hebben niet echt grote zorgen. Mijn eigen graadmeter hiervoor is het aantal "verontwaardigde reacties" op futiliteiten. Een affiche van modeketen Zara, met volgens sommigen te ronde en volgens anderen te weinig ronde vrouwen, te weinig of teveel kritiek op Unia, te dure of te goedkope wegwerpflessen, te veel of te weinig gefrunnik in Temptation Island – dát maakt de Vlaming boos. De Duitse toerist die afgelopen week in de Filippijnen met godsdienstige motieven werd onthoofd, de ellende in Aleppo, of de 800 baby- en kinderlijkjes in een Iers klooster zullen ons worst wezen. Ja, hier gebeurt dat allemaal niet, dus hebben we tijd om ons druk te maken over onbenulligheden.
Betrokkenheid
Wanneer politici bepaalde uitspraken doen, is de verontwaardiging zo mogelijk nog groter. De oppositie doet haar werk en reageert met geveinsde vurigheid, ook binnen de meerderheid ontstaat er wat tumult – we zijn immers al meer dan halfweg in de legislatuur – en de gelegenheidsbloggers scherpen hun woorden in verhouding tot de ideologische afstand tussen de target en henzelf. Zo was het ditmaal de beurt aan Vlaams Minister van onderwijs Hilde Crevits die beweerde dat er een gebrek aan betrokkenheid is van allochtone ouders bij de school van hun kinderen.
Zoals te verwachten kwam de stroom verontwaardigingen al snel op gang. Allochtonen spraken over stigmatisering en vonden dat het "allochtoon zijn" in heel de discussie te veel aandacht kreeg, moslims vonden dan weer dan het "moslim zijn" te weinig aandacht kreeg. Een fiere moeder zette de Minister stevig op haar plaats, voorwaar via een anekdote (in de ouderraad van de school van haar kinderen zetelden wel degelijk allochtone ouders). Sommige academici hekelden het "weinig onderbouwd" zijn van de bewering, zo scheef prof. Piet Van Avermaat (steunpunt Diversiteit & Leren UGent) dat de uitspraak van Crevits op geen enkel onderzoek gebaseerd was. Eigenaardig genoeg detecteerde hij zélf in deze context een identiek patroon tussen kansarmen en allochtonen. Over stigmatisering gesproken.
Misschien mogen we van een Minister inderdaad wel wat meer onderbouwde argumenten verwachten, alhoewel haar verwijzing naar de correlatie tussen migratieachtergrond en slechtere schoolresultaten wel iets aantoont. Maar als politici de politieke correctheid van hun uitspraken voortdurend dienen af te wegen op een apothekerweegschaal uit vrees voor selectieve verontwaardiging, is een inhoudelijke dialoog nagenoeg onmogelijk.
Suikerfeest
Een man van Turkse origine ging de dialoog nochtans aan, zoals gebruikelijk in een wij/zij discours. Hij gaf Crevits gelijk en stelde dat de betrokkenheid van allochtone ouders wel degelijk te laag is, en haalde als oorzaak aan dat allochtone ouders en kinderen zich onvoldoende thuisvoelen in de school. Als voorbeeld verwees hij naar halal-eten, de polemiek over hoofddoeken, en het islamitische Offer- en Suikerfeest waar vele moslims graag aan deelnemen maar wat geen officiële feestdagen zijn.
De man heeft wellicht een punt bij het stellen van zijn diagnose, maar als remedie riep hij op tot "aanpassingen aan beide kanten" en suggereerde onder meer dat leerlingen zouden moeten vrij krijgen op islamitische feestdagen. Als we het dan toch over verontwaardiging hebben, was het deze keer mijn beurt. Deze man bedoelt het misschien goed, maar vergeet dat België (evenals Turkije, vooralsnog) een seculiere staat is waarin religieuze gebruiken nooit mogen bepalend zijn voor een wet.
Het toekennen van nieuwe vakantiedagen op basis van religieuze voorkeuren zou kerk boven staat stellen, wat een ernstige aanfluiting zou zijn van onze seculiere staat, en is dus not done. Bovendien zou het nogal chaotisch worden als elkeen begint met vakantiedagen op te eisen op basis van zijn of haar persoonlijke religie: er zijn immers meer dan 200 religieuze feestdagen. Gelukkig viel dit jaar mijn eigen hoogdag (5 maart, verjaardag van Momofuku Ando, de uitvinder van de instant noodles) op een zondag zodat ik als Pastafarian ten volle mijn rituelen kon beleven.
Pasen en Kerstmis
Toen ik deze stelling plaatste op sociale media bleven de reacties niet uit. De linkerzijde – ooit waren ze progressief – leek het niet zo nauw te nemen met de waarden van de Verlichting, en stelde dat het opwaarderen van islamitische feestdagen tot officiële feestdagen zeker moest kunnen. Kerstmis en Pasen zijn toch ook religieus, niet? Dit is natuurlijk een drogreden. Historisch gezien zijn vele van onze officiële feestdagen inderdaad gebaseerd op religieuze feestdagen, maar inmiddels hebben deze grotendeels het godsdienstige karakter verloren en gelden ze evengoed voor atheïsten of andersgelovigen.
Praktiserende Christenen genieten weliswaar een licht voordeel, maar mocht men vandaag, vanuit een Rawlsiaans perspectief, van nul vertrekken en officiële feestdagen herschikken, zou onze kalender er al een heel stuk neutraler uitzien. Wat de brave Turkse vader voorstelt zou daarentegen een enorme stap achterwaarts zijn. In onze verlichte maatschappij mag een Suikerfeest, de verjaardag van Momofuku Ando, of welke religieus feest dan ook, nooit of te nimmer een geldige reden worden om afwezig te blijven op school, laat staan om een wettelijke feestdag te worden.
Moet een school dan dergelijke religieuze happening volledig negeren? Uiteraard niet. Het islamitisch offerfeest, het joodse pascha, kerstmis, ... zijn maatschappelijk relevant, en mogen, of moeten misschien zelfs, zeker meer aan bod komen. Dat zou bijvoorbeeld perfect kunnen in het vak LEF (levensbeschouwing, ethiek en filosofie), een voorstel van Prof. Patrick Loobuyck, maar in afwachting hiervan zou men wellicht ook in andere vakken de kennismaking met diverse levensbeschouwingen kunnen integreren.
Seculiere maatschappij vrijwaren
Ik kreeg al snel enkele bitsige verwijten dat ik het Vlaams Belang achterna heulde. Het willen behouden van vrije dagen met kerstmis en pasen, maar niet willen toegeven aan het offerfeest, zou immers discriminerend zijn. Nochtans heeft het harde principe van scheiding van kerk en staat niets, maar dan ook niets, te maken met het willen wegkapen van rechts-populistische ideeën, wel integendeel. Essentieel in een liberale democratie is immers de bescherming van alle levensbeschouwingen, en de garantie dat deze – binnen de grenzen van de neutrale staat –d kunnen beleefd worden. Dit zonder enig onderscheid en bijgevolg ook zonder enige voorkeursbehandeling van een of andere religie die hier nu toevallig een grote aanhang heeft.
Koert Van Espen
De auteur is kernlid van Liberales.
Links