Een grondwet van, voor en door de burger - Patrick Dewael
Dinsdag 7 februari werd onze grondwet 186 jaar. Dat wil allerminst zeggen dat ze oud en versleten is. Grondwetten worden geschreven voor de eeuwigheid. Hun bepalingen zijn zo principieel en evident dat ze de tand des tijds, politieke grillen en zelfs oorlogen kunnen doorstaan.
Onze Belgische grondwet was bijzonder liberaal voor haar tijd. Locke, Montesquieu en andere denkers hadden de principes van de Verlichting al op papier gezet. Maar de Belgen waren bij de eersten op het Europese continent die de principes en vrijheden ook echt in een afdwingbare grondwet formuleerden. Dat is iets om trots op te zijn. Het gaat om de scheiding der machten, de scheiding van geloof en staat, de vrijheid van meningsuiting en religie, de gelijkwaardigheid van elke mens, het recht op zelfbeschikking enzovoort. Het zijn de fundamentele spelregels die elke burger van dit land moet respecteren om het samenleven mogelijk te maken. Dat is wat ‘normaal doen’ betekent.
186 jaar na datum zijn die spelregels nog steeds van kracht. Ze zijn inmiddels zelfs zo evident dat we soms lijken te vergeten er voor te strijden. Maar in onze diverse en complexe samenleving komen die waarden wel degelijk onder druk te staan. Vanuit verschillende hoeken. Zo stellen religieuze fanatici de gelijkheid van man en vrouw in vraag. Anderen interpreteren onze liberale vrijheden dan weer te eenzijdig, wanneer het in hun politieke kraam past. Begin 2015 waren we allemaal Charlie. Terecht overigens. Satire mag kwetsen en religies uitdagen. Maar vandaag hoor ik sommigen hardnekkig pleiten om de vrijheid van meningsuiting wel te beperken als het om radicale meningen gaat. De grondwet is er niet om de dictatuur van de meerderheid te legitimeren, maar net om elk individu te beschermen. De grondwet is er voor de goede dagen, maar ook en vooral voor de kwade. Het zou niet wijs zijn om ze op zulke momenten met beperkingen of noodtoestanden uit te hollen. Je kan onze vrijheden gewoonweg niet beschermen door ze voortdurend in te perken.
In de huidige tijdsgeest lijkt het dus nuttig om de basisprincipes van onze grondwet en samenleving opnieuw onder de aandacht te brengen. Van ons allemaal. Want of we nu hier geboren worden of aan de andere kant van de wereld, we zijn allemaal nieuwkomers in onze samenleving. We moeten ons allemaal de fundamentele spelregels eigen maken om te kunnen samenleven. Daarom startte ik begin 2016 een debat in de Kamercommissie Grondwet. We bogen ons over de vraag of principes zoals bijvoorbeeld de scheiding van geloof en staat wel voldoende expliciet in de grondwet staan geformuleerd. Volgens mij is dat niet het geval, waardoor religieuze voorschriften soms primeren op de seculiere wet. Ook het voorstel om een voorwoord aan onze grondwet toe te voegen, kwam aan bod. In zo’n preambule kunnen we de fundamentele normen en waarden oplijsten. Ze moet in essentie duidelijk maken welk land we zijn en willen zijn, welke vrijheden onze burgers genieten, binnen welke krijtlijnen iedereen vrij is zijn of haar geluk na te streven… Vandaag is de grondwet te veel verworden tot een juridisch document over onze ingewikkelde staatsvorm. Met zo’n preambule moet onze grondwet opnieuw begrijpelijk en vooral verbindend worden, een sociaal contract tussen staat en burgers.
Aanvankelijk was de politieke interesse voor dit project gering en de achterdocht bij sommigen groot. Maar tijdens de hoorzittingen met grondwetspecialisten, juristen en filosofen rijpten de geesten. N-VA-staatssecretaris Francken volgde al snel met het idee van de nieuwkomersverklaring en de Vlaams minister-president Bourgeois droomt van een Vlaamse grondwet mét preambule. CD&V-onderwijsminister Crevits laat burgerschap opnemen in de eindtermen van het onderwijs. Groen wil zelfs door iedereen een burgerschapsverklaring laten ondertekenen. In Franstalig België zijn de MR en PS ook voorstander van een preambule en meer expliciete scheiding van geloof en staat.
Een jaar later kan ik alleen maar tevreden vaststellen dat het draagvlak bij de publieke opinie en in het parlement groot is om de fundamentele beginselen van onze grondwet meer aandacht te geven. Een meerderheid van de Kamer is vandaag al gewonnen voor het opstellen van een preambule. Dit lijkt dan ook de volgende logische stap voor ons, volksvertegenwoordigers. Maar de grondwet is van en voor iedereen. Daarom moeten we de burgers betrekken in een participatief project. Dit kunnen en moeten we nog deze legislatuur opstarten. Na de volgende verkiezingen in 2019 kan het parlement de preambule dan officieel toevoegen aan onze grondwet. Een grondwet waarvan de Verlichte principes dan vooraan zullen staan, als baken voor een harmonieuze samenleving. Daar horen ze thuis.
Patrick Dewael
De auteur is fractieleider voor Open VLD in het federaal parlement.
Deze tekst verscheen eerst in De Standaard op 7 februari 2017.
Links