Herboren. Hier komt een nieuwe Belg - Majd Khalifeh
De voorbije jaren worden we overspoeld met negatieve berichtgeving over allochtonen, vaak moslims, die naar het Westen komen. Denk aan het nieuws over de massale aanrandingen van Duitse vrouwen op oudejaarsavond 2015 bij het station van Keulen. Of de reeks incidenten in januari 2016 rond het zwembad van Koksijde waarbij asielzoekers vrouwen en meisjes zouden hebben lastig gevallen. Of de terreuraanslagen in Brussel op 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem, waarbij 32 dodelijke slachtoffers vielen en meer dan 300 gewonden, gepleegd door teruggekeerde Syriëgangers die gelieerd waren aan Islamitische Staat. Of recent nog de vernielingen die door Marokkaanse jongeren gepleegd werden in het hart van Brussel na de voetbalmatch Ivoorkust tegen Marokko. Het zorgt ervoor dat heel wat autochtonen in zowat elke asielzoeker, allochtoon en vreemdeling een potentiële vijand zien, een gevoel dat dan nog eens wordt aangewakkerd door nationalistische en extreemrechtse politici die daar electoraal gewin uit pogen te halen.
Maar wat doet dit nieuws met al die mensen die hun huis en haard ontvlucht zijn omwille van oorlogsdaden, zoals momenteel het geval is voor duizenden mensen in Syrië en Irak? Die zijn op zoek naar een veilige plek in de wereld waar ze niet langer de kans lopen dat ze zelf en hun kinderen vermoord worden. Overeenkomstig de Conventie van Genève die alle EU-landen ondertekend hebben, zijn we verplicht dergelijke vluchtelingen op te nemen en te beschermen. Doorgaans moeten ze een lange en tijdrovende procedure doorlopen waarbij ze tijdelijk gehuisvest worden in asielcentra om er te wachten op een finale uitspraak van de dienst Vreemdelingenzaken. Dat zorgt bij de asielzoekers voor heel wat moedeloosheid, onzekerheid, irritatie, onbegrip en vooral voor angst om teruggestuurd te worden naar de gruwel die ze ontvlucht waren.
Over de situatie van dergelijke asielzoekers, maar vooral ook over zijn persoonlijke zoektocht naar een land dat hem een kans kon geven op een betere toekomst, schreef de Palestijns-Vlaamse VRT-journalist Majd Khalifeh een bijzonder verhelderend boek onder de titel Herboren. Hier komt een nieuwe Belg. Hij werd geboren in Dubai, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, maar is een kind van Palestijnse vluchtelingen die geboren werden in de Syrische hoofdstad Damascus, waar de auteur zijn jeugd doorbracht. Dat bracht met zich mee dat Khalifeh geen nationaliteit had en dus als staatsloze door het leven ging. Het eerste deel handelt over zijn moeizame vlucht uit Syrië, teneinde een verplichte legerdienst te ontlopen in het leger van de alawitische president Bashar al-Assad, die de voorbije jaren talloze massamoorden liet plegen op zijn eigen soennietische bevolking. Dat zag hij niet zitten omdat hij bang was dat zijn toekomst stukgeslagen zou worden.
Khalifeh streefde twee doelen na: een nationaliteit bemachtigen en een diploma behalen. Na heel wat problemen en met een grote dosis geluk kon hij ons land bereiken waarna hij terechtkwam in het asielcentrum van Broechem en zijn asielaanvraag begon te lopen. Bijzonder interessant is zijn beschrijving van zijn weg naar en zijn leven in zo’n asielcentrum. En dat laatste is helemaal niet positief. Ja, die mensen hebben een bed en een dak boven hun hoofd, maar doorheen de tekst lees je de enorme berusting, gelatenheid, twijfel en spanningen onder de asielzoekers die soms jarenlang moeten wachten op een uitspraak, dus zonder uitzicht op een toekomst. En hij wijst op een aantal mankementen die nochtans gemakkelijk zouden kunnen opgelost worden zoals het aanbieden van water, een internetverbinding (met het thuisland), televisietoestellen en gevarieerd voedsel. Maar terwijl de meeste andere asielzoekers gelaten wachten ging Khalifeh aan de slag om de taal te leren, vrienden te maken, een job te vinden en een diploma te halen.
Een van de belangrijkste sleutels op een betere toekomst is immers de kennis van de taal. Keer op keer benadrukt de auteur het belang van de kennis van het Nederlands om een kans te maken in de samenleving waarin men hoopt de rest van zijn leven door te brengen. Khalifeh heeft zowat alle kansen aangegrepen om de taal te beheersen omdat hij besefte dat het halen van een diploma in ons land alleen maar mogelijk zou zijn mits kennis van de lokale taal. Die leerde hij vooral bij de chiro waar hij zich had bij aangesloten. Want dit is wat de auteur nastreeft en zoals hij het zelf zegt: “Om hier gelukkig te zijn, moet je op een of andere manier iets kunnen bijdragen aan de maatschappij, met de talenten die je hebt.” Het is een belangrijke opmerking, in het bijzonder voor de autochtonen. Het toont immers aan dat heel wat allochtonen veel kunnen bijdragen aan onze samenleving. Neem alleen al de verpleegsters van vreemde afkomst die hier niet alleen nodig zijn, maar die dat doorgaans ook bijzonder goed doen.
Khalifeh klaagt ook de vele vormen van racisme en discriminatie aan die de allochtonen ondergaan. Maar de auteur voegt er onmiddellijk aan toe: “Als er één ding is wat ik intussen geleerd heb, dan is het dat de mensen hier een grote individuele vrijheid hebben.” Al relativeert hij die vrijheid, want veel zaken waren toen nog niet mogelijk, zoals het mogen bezoeken van zijn stervende moeder in Syrië. Hij beseft heel goed dat de rechten en vrijheden die hier grondwettelijk voorzien zijn, niet evident zijn, maar wel een ongelofelijke kans bieden om iets van zijn of haar leven te maken. Het boek is trouwens doorspekt met persoonlijke visies van de huidige VRT-journalist die Khalifeh intussen geworden is, zoals een betoging van duizenden mensen in de VS tegen de moslimban van Trump. Volgens de auteur kwamen die mensen niet op straat om de islam te verdedigen, maar wel om de Amerikaanse waarden te verdedigen. Of andere zaken waarin de auteur steeds de kant kiest voor de vrijheid en niet voor de extremisten.
In het slot verwoordt Khalifeh zijn relatie ten opzichte van de islam. Hij is een gelovige moslim, al volgt hij de religieuze richtlijnen en voorschriften niet zo strak. Hij beseft dat er onderscheid bestaat tussen God en datgene wat de mens ervan gemaakt heeft. “Een druppel bloed van een mens die op een onrechtvaardige manier is gedood, is veel meer waard dan de Kaäba (de heilige steen in Mekka),” zo citeert de auteur uit de Koran, waarmee hij zich afzet tegen elke vorm van geweld en doodslag in naam van een religie. In die zin keert hij zich ook radicaal tegen landen zoals Saoedi-Arabië die het wahhabisme en salafisme ondersteunen en verspreiden. Zo hoorde hij een imam in de moskee preken dat enkel de moslims genade zou geschonken worden, terwijl alle anderen zouden vernietigd worden. Waarop hij een bijzonder liberaal standpunt inneemt door te pleiten voor een soort religieus individualisme. Waarbij religie in de eerste plaats een persoonlijke beleving zou zijn en geen collectieve. Hij keert zich vervolgens tegen de door de Saoedi’s gefinancierde Grote Moskee in Brussel die de salafistische visies op de Koran verspreidt.
Uiteindelijk verkreeg Khalifeh de Belgische nationaliteit en mocht, neen moest, hij in 2014 gaan stemmen. Het gaf hem een fantastisch gevoel. Al wijst hij erop dat dit een persoonlijke ervaring is, want veel nieuwkomers begrijpen de scheiding van machten niet. De grote kentering kwam er bij hem toen hij vaststelde dat Palestijnse ‘vrijheidsstrijders’ zelfs in staat waren om een Joods kind te vermoorden. Het was, zoals hij schrijft, “een belangrijk kantelpunt in mijn politieke bewustwording”. Hoe meer je in zijn boek leest, hoe meer je begrijpt wat het probleem is. Sommigen, zoals Khalifeh schrijft, zetten zich in om een positieve bijdrage te vormen voor het land dat hen onderdak en bescherming biedt. Maar heel wat anderen hopen enkel op een verblijfsvergunning en teren nadien op een uitkering. De auteur pleit niet zozeer voor integratie, een begrip dat nogal diffuus is, maar eerder voor wederzijds begrip.
Khalifeh werd uit zijn lood geslagen door de vreselijke beelden die hij beroepshalve te zien kreeg over de oorlog in Syrië. Gewone, onschuldige mensen zijn er het slachtoffer van een kille machtsstrijd en religieus fanatisme. Zijn vrees is dat de spanningen tussen de diverse religieuze groepen, sjiieten en soennieten, zouden overslaan naar het Westen. Maar hoopgevend is volgens hem dat tegenwoordig steeds meer hoger opgeleide mensen aan onze deur staan, en dat die kunnen bijdragen aan onze samenleving.
Khalifeh heeft een meeslepend boek geschreven, waarin hij beter dan in officiële studies, de problemen en verwachtingen van de asielzoekers beschrijft. Herboren verdient om gelezen te worden door een breed publiek, in het bijzonder, door onze beleidsmakers. Khalifeh toont aan dat allochtonen, voor zover ze gedreven zijn, een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot onze samenleving. Hij is er een levend voorbeeld van. Zijn boek is dan ook een antidotum tegen het cynisme, racisme en negativisme van nationalistische en extreemrechtse politici die dat niet willen inzien.
Majd Khalifeh, Herboren. Hier komt een nieuwe Belg, Van Halewyck, 2017
Recensie door Dirk Verhofstadt
Majd Khalifeh zal vrijdag 17 november om 20u45 deelnemen aan een debat over vooruitgang en optimisme met Johan Norberg en Gwendolyn Rutten op het Vrijheidscongres van Open Vld. Moderator is Libeth Imbo. Het Vrijheidscongres vindt plaats in De Zuiderkroon, Vlaamse Kaai 81 te Antwerpen. Iedereen, lid of geen lid van Open Vld, is welkom.