Waarom de overheid het slachtoffer niet hoort - Elke Wambacq
De parlementaire onderzoekscommissie die de aanslagen van 22 maart onderzoekt is volop aan de gang. Op het VRT journaal zagen we een emotionele Elisabeth Lasnier die haar dochter bijna verloor tijdens de terreuractie. Ze vroeg met enige kwaadheid aan de politici om van hun iPhone en computer te blijven en te luisteren. Er is een groot beklag dat de overheid de slachtoffers niet hoort. Ze zitten gevangen in een bureaucratisch labyrint en ondertussen lopen de rekeningen op. Hoe komt het dat het zo moeilijk is om eens te luisteren naar iemand? Waarom zijn vertegenwoordigers van overheden doof?
De crime scene
Een dikke tien jaar geleden studeerde ik af als criminoloog. Een fantastische opleiding die je de kunst leert om misdrijven te bestrijden en te voorkomen. Een belangrijke vuistregel van het vak is, met een klare blik naar het plaats delict te leren kijken. Je ogen en oren open, mond toe en handen in de zakken. Kijken wat er allemaal aanwezig is en goed luisteren naar slachtoffers, getuigenissen. Maak oogcontact en dring door. En dan kan je doorvragen. Meer te weten komen en inzicht krijgen in wat er daar allemaal gebeurd is.
We krijgen de camerabeelden van de hoorcommissie. Vooraan is er een spreker, een slachtoffer. Achteraan zitten commissieleden in een theateropstelling. Naast elkaar, in rijen. De meesten zijn een beetje weggestopt. Achter een scherm of een andere persoon die net voor hem of haar zit. De spreker ziet dat. De spreker voelt elke milliseconde of er aandacht is of niet. We zijn biologisch zo geprogrammeerd om non-verbaal gedrag te scannen. Mensen zijn groepsdieren en uitsluiting is nog steeds de grootste straf die je aan iemand kunt geven. Verbannen worden, niet gehoord worden. Bij de chimpansees, waar wij op gelijken, is verbanning zelfs gelijk aan dood.
Ik bekijk de beelden van het VRT journaal meer dan tien keer opnieuw. Eerst gewoon. Ik zie de context van de zaal. En dan met de ogen toe. Ik hoor de stem waarin een lichte trilling zit van Elisabeth. In de achtergrond geroezemoes. Getik en lichte ruis. En dan kijk ik met enkel de aandacht voor het slachtoffer. Ik zie de kwaadheid en de teleurstelling. De zenuwen om daar vooraan te zitten. Je ziet dat aan het gelaat, de lichte transpiratie. De handen op de tafel die bewegen zoals ze voelt. Ik spoel terug en kijk nu enkel naar de toeschouwers. Sommigen luisteren en zitten op het punt van de stoel. Andere tikken op een laptop of maken notities op papier. Scheve blikken naar een telefoonscherm met half gestrekte arm. Vooraan op de eerste rij zie ik twee personen die iets tegen elkaar aan het zeggen zijn. Iedereen is bezig. Luisteren met geen of een half oor.
Het doet me denken aan een interview dat we onlangs deden met een pastoor. Hij had in zijn kerk de opstelling van de kerkstoelen helemaal veranderd. Voortaan moesten de mensen in een kring zitten in plaats van in rijen. Het resultaat was, dat de pastoor eerst klagers over de vloer kreeg. Iedereen kon iedereen zien en je zit zo dicht bij elkaar… Plotseling konden de kerkgangers zich niet meer verstoppen, maar werden ze sterk geconfronteerd met hun medemens en zichzelf. Na een paar weken kwamen de complimenten. Het was eigenlijk aangenamer op die manier en het zorgde voor meer verbinding en betrokkenheid.
De pijnlijke herinnering die we niet willen zien
We gaan redelijk spastisch om met slachtoffers. We weten niet hoe te reageren en ze blijven een herinnering aan iets wat iedereen eigenlijk zo snel mogelijk wil vergeten. Daders kunnen we straffen, wegstoppen. Een slachtoffer blijft zichtbaar met bijhorende littekens. De overheid sluit de ogen. Misschien zien we ze dan ook niet meer. Vergeten en vergaan. En ja, wiens verantwoordelijkheid is het feitelijk? Er zijn zoveel overheidsdiensten die een argument hebben om er niets mee te doen. Lekker ambigue regelgeving en bevoegdheden. We gaan samen naar een hoorzitting en we zitten allemaal op een rij achter onze computer. We zijn bezig, mijnheer. Ik ben een verslag aan het typen! Mijn baas belt mij voor een dringende vraag! Zou er al iets op het journaal zijn over wat we hier doen? Even opzoeken op de iPhone. Niemand iets gezien.
Iedereen heeft het gezien. Als je klanten hebt en je komt buiten, dan staan de schijnwerpers op jou gericht. Smile, you are on stage! Overheden vergeten soms dat ze klanten hebben. Ze vergeten dat omdat ze weinig inspanningen moeten doen om geld binnen te halen en hun klanten tevreden te houden. En dan zie je soms, achter het loket, iemand in zijn neus peuteren. Vergeten dat die een publieke functie uitoefent. Ooit al eens naar het programma Kroongetuigen gekeken? Vanavond is er terug een aflevering op VTM. Het is een uniek programma omdat het erin slaagt om gruwelijke misdrijven op een zeer serene en correcte manier in beeld te brengen. Slachtoffers komen er aan het woord en krijgen ruim de tijd om hun gevoelens te tonen en een visie te geven. Hulpverleners en politie krijgen er een professionele uitstraling en als kijker begrijp je hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden. Iedereen komt aan het woord.
Het is muisstil in de huiskamer. Ik luister en mijn GSM staat af. Stel je voor dat zo’n format toegepast zou worden op de inrichting van een hoorcommissie. We gaan tewerk als een echte onderzoeksjournalist en criminoloog. We zitten niet in een theateropstelling, maar iedereen komt aan het woord in zijn eigen context. We zitten er allemaal met dezelfde bedoeling: inzicht krijgen en balsem smeren op de wonden die na het voorval zijn gemaakt. We houden het simpel. We denken systematisch. Stap voor stap naar een oplossing. En we prepareren ons voor de toekomst. In een veilige omgeving.
Theatervoorstelling
Ik begrijp Elisabeth. Vorig jaar werd ik ook uitgenodigd om te getuigen in een hoorcommissie. Ik was in de pers geweest over het spreekrecht van de ambtenaar. Dat had veel losgeweekt. Binnen de ambtenarij zijn er veel stille getuigen van wantoestanden, en plots kwam dat naar buiten. Verhaal na verhaal. Ik ben niet naar de hoorcommissie gegaan. Het voelde niet juist aan. Zo’n theatervoorstelling. Het is een soort virtuele rechtspraak. Iedereen doet zijn zegje en de dag erna komt er wat fuzz in de media om vervolgens terug naar de orde van de dag te gaan.
Benoemen dat de overheid toe is aan een volledige vernieuwing, ja zelfs een volledig nieuw model is onvoldoende expliciet. We zitten in een samenleving die telkens voor nieuwe uitdagingen staat terwijl ambtenaren als muizen rondlopen in een doolhof. Wie breekt een gat in de muur dat die eindelijk eens wat zonlicht krijgen? Wat moeten we doen? In sommige Amerikaanse series worden al leuke ideeën gegeven. Denk bijvoorbeeld aan het CTU met Jack Bauer in 24. Een netwerk dat paraat staat en opgeroepen kan worden als er zich feiten voordoen. Ze voelen zich betrokken en worden ook afgerekend als het niet goed loopt. Het gaat snel. 24 uur. De klok tikt.
Binnen twee maanden is de aanslag in Zaventem een jaar geleden. Ik hoor de trillende stem van de getuigenissen in de commissie. 8760 uur gepasseerd. Waar is dat Disruptief Comité?
Elke Wambacq
De auteur is zaakvoerder van de Dinobusters, een onderneming die dinosaurussen uit organisaties verwijdert, en werkt daarnaast bij de Vlaamse overheid. Samen met Nancy De Vogelaere schreef ze onder andere het boek ‘Tot uw Dienst’ over de werking van de overheid.