Voorbij fort Europa - Henk Van Houtum
Zondag 1 november 2015 staat bij mij geboekstaafd als de dag waarop de meest interessante uiteenzetting van Buitenhof (de Nederlandse tegenhanger van De Zevende Dag) plaatsvond. In deze uitzending lieten de programmamakers ook Emile Roemer, voorzitter van de Leninistische partij SP, voor twintig minuten aan het woord. Echter, ik heb het vooral over het tweede deel waarin Leo Lucassen, professor migratiegeschiedenis aan de Universiteit van Leiden, de gekende Vlaamse Islamcriticus Wim Van Rooy van weerwoord bediende. Daar waar Van Rooy zijn betoog staaft met ‘verhalen uit het veld’ (het zogenaamde anekdotisch bewijs) haalt professor Lucassen talrijke studies aan waaruit blijkt dat de visie van Van Rooy achterhaald is, of ten minste genuanceerd dient te worden en er beter uitgegaan kan worden van een meer positief migratieverhaal. Deze professor Lucassen heeft samen met Henk Van Houtum (Radboud Universiteit Nijmegem) een nieuw boek geschreven: Voorbij Fort Europa waarin beide hoogleraars opteren voor een nieuwe visie op migratie.
Mr. Tusk, Tear down these walls!
De visie van Van Houtum en Lucassen is historisch logisch. Ze dromen namelijk hardop van een terugkeer naar de open samenleving van de negentiende eeuw: een periode van laisser faire op het gebied van migratie waarin er weinig belemmeringen waren voor inwoners van andere landen om zich te vestigen in een nieuw gastland. Ze argumenteren dat de papieren Europese grenzen moeten verdwijnen en dat de buitengrenzen rondom Europa niet méér bewaakt moeten worden, zoals sommige rechtse politici beweren. Integendeel, ze dienen opengezet te worden! In het boek zijn talrijke redenen vermeld waarom een open grenzenbeleid een goed idee is. Ik verwijs kort naar twee. Ten eerste is migreren iets natuurlijks: “Migratie zal blijven bestaan omdat er nu eenmaal verschillen tussen landen zijn, of die nu worden uitgedrukt in welvaart, arbeidsmarktkansen, studiemogelijkheden, cultuur of gewoon omdat men elders de liefde vindt. Migratie is goed beschouwd niets anders dan verhuizen, alleen dan over een nationale grens”.
Ten tweede werkt protectionisme niet. Verschrikkelijke toestanden als de Jungle van Calais, het bestaan van asielcentra (een onderzoek waar Philip ‘Stanford Prison Experiment’ Zimbardo verlekkerd naar uitkijkt) en de mistoestanden op het Italiaanse eiland Lampedusa tonen aan dat de administratieve rompslomp en de hekken in Ceuta mensen niet tegenhouden. Het ware beter zijn om de extra mensen te omarmen in een flexibelere arbeidsmarkt om zo meer concurrentieel te blijven. Wat, zijn er migranten die werken? Jawel, de mythe van de niet-werkende migrant is ontstaan in de jaren tachtig door een lakse overheid. Die lakse overheid gaat niet vrijuit. Volgens Van Houtum en Lucassen draagt ze een grote verantwoordelijkheid in de manier waarop de bevolking omgaat met migranten en vluchtelingen. Dit begon reeds in de jaren ’30 van de twintigste eeuw met de uitbouw van de ‘nanny state’: “Overheden namen geleidelijk de coördinatie en de verantwoordelijkheid op zich voor het verstrekken van uitkeringen aan werklozen. Daardoor kregen staten er belang bij hun eigen burgers te bevoordelen op de arbeidsmarkt”.
Daarnaast reflecteert de houding van de overheid zich op haar burgers. Wanneer een overheid een open houding aanneemt tegenover vluchtelingen en migranten, zal de bevolking dit gedrag overnemen. Het voorbeeld bij uitstek? Belgische oorlogsvluchtelingen tijdens Wereldoorlog Eén in Nederland. Echter, door haar twijfelende houding sinds 2012 en door steeds naar vluchtelingen te verwijzen als illegalen doet de overheid hen oneer aan. “Een grens oversteken zonder zich aan de geldende regels te houden is niet illegaal.” Bovendien hebben België en Nederland in 1951 het vluchtelingencharter ondertekent waarmee ze te kennen geven vluchtelingen te zullen opvangen in menswaardige omstandigheden.
Taalvouten
Hoewel ik het betoog van Van Houttum en Lucassen volledig steun, zijn er een aantal zaken die me nog van het hart moeten. Allereerst richt ik me nog tot Maarten Zeegers, recensent voor NRC Handelsblad die in zijn bespreking van dit boek de auteurs verwijt geen rekening te houden met de culturele eigenheid van steden. Meer migranten betekent de evaluatie van het straatbeeld, wat de heer Zeegers vreest. Echter, dit maakt metropolen juist interessant. Steden zijn nu eenmaal smeltkroezen van evaluatie en verandering. Migratie kan hiertoe bijdragen maar het is geen noodzakelijke voorwaarde. Ten tweede is de schrijfstijl die in dit boek gehanteerd wordt op sommige momenten abominabel. Pleonasmes, tautologieën, slecht geschreven zinnen an sich,… Het was soms een hele klus om door de komma’s en tussenzinnen de betekenis van een zin te achterhalen. Een voorbeeldje: “En dat was juist op het moment dat veel kostwinners, die door het bedrijfsleven vooral geselecteerd waren op ongeschooldheid, want goedkoop, hun baan verloren, evenals laaggeschoolde autochtonen”. Quid?
Dit boek is zeker geen tijdloos relaas omtrent migratie waar mensen over honderd jaar nog naar zouden teruggrijpen. Thuis zal ik het niet op de plank naast De Groote Oorlog van Sophie De Schaepsdrijver of Alexis De Tocqueville’s De La Democratie plaatsen. Echter, dit boek vervult een belangrijkere functie: het is een ‘denkkader 2016’ dat ik zal meezeulen naar alle artikels die ik lees omtrent migratie in kranten. Het is een wapen voor de zich gedenigreerd voelende ‘laagopgeleiden’ die door het populisme van de Wildersen en Van Griekens het bos niet meer door de bomen zien en zo vaak door experten worden opgevoerd als domme tokkies. Dit boek balt tijdloos onderzoek samen tot 163 pagina’s die deze tijd vatten.
Recensie door Dries Van Thielen
Henk Van Houtum en Leo Lucassen, Voorbij fort Europa: Een nieuwe visie op migratie, Uitgeverij Atlas Contact, 163 pagina’s, 2016