Zijn het liberalisme en de islam met elkaar te verenigen - Gert Jan Geling
Op de Vrijdenkersdag 2016 van de atheïstisch-humanistische vereniging De Vrije Gedachte die in Utrecht werd georganiseerd sprak ik over de vraag of een liberale islam wel bestond. Het antwoord op deze vraag is niet gemakkelijk te vinden. Immers, de islam is als religie primair het product van een 7de-eeuwse Arabische stammenmaatschappij, daar waar het liberalisme vooral tot stand is gekomen in het vroegmoderne Europa, een Europa dat zij op haar beurt ook sterk beïnvloed heeft. Om tot een antwoord op deze vraag te komen formuleerde ik acht voor het liberalisme cruciale concepten, en bekeek per concept hoe de islam hiertegenover stond. Deze concepten waren: vrijheid, individualisme, mensenrechten, secularisme, democratie, de open samenleving, het kapitalisme en sociale rechtvaardigheid.
Als we kijken naar het eerste concept, vrijheid, en naar hoe de islam hier tegenover staat dan zien we dat vrijheid niet per definitie een islamitisch concept is. Het streven naar zo groot mogelijke vrijheid is niet de centrale boodschap van de islam. Daarnaast formuleren de bronnen van de islam ook een aantal strenge regels die bepaalde vrijheden sterk inperken, regels die verder zijn uitgewerkt in de islamitische wetgeving, de Sharia. Het is zeker niet zo dat de islam per definitie onvrijheid predikt, maar het is eveneens niet het geval dat de islam een religie is die per definitie voor vrijheid staat.
Dit geldt ook voor het tweede concept, individualisme. Binnen het de islam staat het concept van de Ummah, de wereldwijde moslimgemeenschap centraal. De gemeenschap en de familie gaan boven het individu. Het individu heeft zeker bepaalde rechten, maar uiteindelijk is hij of zij op veel terreinen rekenschap verschuldigd aan de gemeenschap en de familie. Zo dient een kind in principe zijn of haar vader te gehoorzamen, en een vrouw haar man.
Mensenrechten daarentegen zijn wel degelijk aanwezig in de religie islam, ondanks dat ze vandaag de dag in de meeste islamitische landen ver te zoeken zijn. Weliswaar zijn de mensenrechten binnen de vroege islam niet exact dezelfde rechten als de liberale, internationaal vastgelegde, die voortkomen uit de Franse Revolutie, maar het onwaar zijn te stellen dat de islam aan mensen niet een bepaalde set van onvervreemdbare rechten toekent. Binnen de islam heeft het individu bepaalde plichten, maar ook bepaalde rechten.
Als we dan echter naar het secularisme kijken dan zien we dat dit dan weer geenszins aanwezig is in de islam, en op veel punten zelfs schuurt met waar de islam voor staat. Binnen de islam is een scheiding van kerk en staat grotendeels absent, en de islam dient een dominante rol te spelen in de publieke sfeer. Islamitische wetgeving geldt immers niet alleen voor de privésfeer, maar voor de gehele maatschappij. De politieke leider van de Ummah, de Kalief, was eveneens haar religieus leider. Weliswaar bestond er in de geschiedenis van de islam altijd een zeker scheiding tussen de geestelijkheid en de politieke machthebbers, maar uiteindelijk waren de Kaliefen altijd de politieke en religieuze leiders.
Of het concept van de democratie automatisch samengaat met de islam valt te betwijfelen. In principe claimt de islam net als andere religies in het antwoord te voorzien hoe de maatschappij er uit moet zien, en is God hierbij de hoogste autoriteit. Daarentegen heeft er vanaf de vroege (soennitische) islam altijd al een democratisch systeem bestaat waarbij de Kaliefen werden gekozen uit de (vrome) moslims (hoewel dit later uitmondde in erfopvolging). Het is dus niet zo dat de islam democratie pertinent afwijst.
Wat betreft de open samenleving kunnen we kort zijn, het concept zoals Popper dat voor ons uittekende, een samenleving die nooit het einde van de geschiedenis heeft bereikt, en altijd open dient te staan voor (fundamentele) verandering, strookt niet met het idee dat de islam eigenlijk al dit eindpunt is, de voltooiing van wat een reeks gezanten van God opgebouwd hebben. Het idee van dat de islam het einde van de geschiedenis vormt is zeker sterk aanwezig binnen de islam zelf.
Ook het kapitalisme is niet zozeer een systeem dat samengaat met de islam. Wanneer we kijken naar de economische aspecten van de islam zien we dat niet zozeer een vrije markt, vrijhandel, en het zo veel mogelijk realiseren van winst maken centraal staat, maar dat de islamitische visie op de economie eerder sterk socialistische trekjes kent. De islam focust bijvoorbeeld veel meer op de zorg voor de armen en zwakkeren, en rente (woekeren) is verboden.
Sociale rechtvaardigheid, ten slotte, is wel degelijk een concept dat ook belangrijk is binnen de islam (ook al is ook dit concept in het heden grotendeels afwezig in veel islamitische landen). De islam is er vanaf haar ontstaan van doordrongen. Ook in de bronnen van de islam komt dit concept geregeld naar voren. Sociale rechtvaardigheid naast een belangrijk liberaal dus ook een belangrijk islamitisch concept.
Op basis van het bovenstaande kunnen we dus concluderen dat het liberalisme en de islam zeker niet in alle opzichten eenvoudig met elkaar te verenigen zijn. Op een aantal punten raken beide elkaar, zeker daar waar het mensenrechten en sociale rechtvaardigheid betreft. Maar op andere punten liggen beide weer ver uit elkaar, of botsen ze zelfs, vooral wanneer we het over vrijheid, individualisme en de open samenleving hebben.
Hierbij dienen we echter wel de kanttekening te maken dat bovenstaande vergelijking vooral gericht op de bronnen van de islam, de vroege islam, en concepten die breed gedeeld worden binnen de islam. Uiteraard is de islam enorm divers, en kunnen op al deze punten uitzonderingen worden aangewezen binnen de geschiedenis van de islam, net als wanneer we over het liberalisme spreken, dat eveneens enorm divers is. Desalniettemin kunnen we op hoofdlijnen wel degelijk op een aantal punten de conclusie trekken dat islam en het liberalisme niet automatisch met elkaar samengaan.
Maar wanneer we dit doen is het van belang om rekening te houden met het feit dat de geschiedenis van religies duidelijk maakt dat onder de juiste omstandigheden uiteindelijk elke religie verenigd kan worden met liberale waarden. Niet zozeer dankzij de religie perse, maar vooral door het feit dat de religie aanwezig is in een cultuur waarbinnen de liberale waarden sterk aanwezig zijn. Cultuur beïnvloed altijd religie. En in de verschillende Europese culturen domineert het liberale denken sinds de tweede helft van de 20ste eeuw. Een Europese islam, een islam die sterk beïnvloed en gekleurd is door het door het liberalisme gevormde Europa, zal dan ook een overwegend liberale islam zijn.
Om dit te bereiken is het dus enerzijds van belang het liberalisme en de islam niet als absolute tegenpolen te beschouwen, maar anderzijds ook niet het in de religie sterk aanwezige, met name sociale, conservatisme te ontkennen. Het streven naar een liberale islam is een ontwikkeling van de lange adem. En het is voor zowel Europa als de islam van groot belang dat zij wordt ingezet. En we zouden er goed aan doen ons niet puur en alleen op de punten waar het liberalisme en de islam elkaar bijten blind te staren, maar vooral moeten kijken naar hoe we de islam op termijn kunnen doordringen van liberale waarden.
Gert Jan Geling