Trumbo - Hoe een communist een liberale held werd – David Van Turnhout
Amerika! Het land van de vrijheid, waar ondernemen deel uitmaakt van het menselijk DNA, waar meningen vrij zijn en waar democratie het hoogste goed is. Waar je van de grondwet een wapen mag dragen en waar God nog zo belangrijk is dat hij op het geld staat gedrukt. Waar kinderen trouw moeten zweren aan hun vlag en waar het woord ‘fuck’ overal wordt gecensureerd, behalve in het dagelijks leven. Het is een land vol vreemde en inconsequente tegenstellingen waar een Europeaan kop noch staart aan krijgt.
Een van die tegenstellingen werd misschien wel het duidelijkst tussen 1938 en 1975, toen de ‘Commissie voor onamerikaanse activiteiten’ zich bezighield met het vervolgen van heel wat vermeende communisten, veelal ook gematigde sociaaldemocraten. In werkelijkheid was deze commissie niets minder dan een instrument om andersdenkenden te stigmatiseren en hen het zwijgen op te leggen. Ook Hollywood, van oudsher een propagandamachine voor Amerikaanse ideaalbeelden, ontkwam niet aan de dwang van conservatief Washington. In 2015 maakte regisseur Jay Roach een film over deze schandvlek op de Amerikaanse geschiedenis.
Trumbo verbeeldt het persoonlijke verhaal van de gelijknamige, communistische scenarist Dalton Trumbo. Samen met de Hollywood Ten, een groep linkse filmmakers, werd hij in 1947 door het House Un-American Activities Committee ter verantwoording geroepen voor zijn politieke ideeën en activiteiten. Omdat hij weigerde de vragen van de commissie te beantwoorden, belandde hij 11 maanden in de gevangenis wegens minachting voor het Huis van Afgevaardigden en kwam hij op de Hollywood Blacklist te staan. Deze lijst was een afspraak onder filmstudio’s en belangenorganisaties om niet meer samen te werken met linksdenkende filmprofessionals. Daardoor kwamen honderden getalenteerde acteurs, musici, regisseurs en schrijvers op straat te staan. Voor velen betekende dit het einde van hun carrière en het begin van een periode vol armoede en uitsluiting. Maar dat was buiten Dalton Trumbo gerekend.
Hoewel hij het financieel zwaar te verduren kreeg, slaagde hij er toch in om onder meerdere pseudoniemen b-films te schrijven. De man was echter zo getalenteerd dat zijn pseudoniemen na een tijdje boven hem uitstegen en zijn tegenstanders in de gaten kregen dat hij nog actief was in de filmwereld. Niemand minder dan John Wayne, voorzitter van The Motion Picture Alliance for the Preservation of American Ideals, startte daarop een heksenjacht tegen iedereen die met Trumbo durfde samenwerken. Wayne en co wierpen zichzelf op als de enige echte verdedigers van de Amerikaanse idealen en de democratie, maar hadden er blijkbaar geen moeite mee om ‘afwijkende’ politieke meningen kordaat en georganiseerd de kop in te drukken, en het leven van wie ze durfde uit te spreken te verwoesten.
Zo wordt nog maar eens duidelijk dat democratisch fanatisme perfect in staat is om de democratie met de grond gelijk te maken. Aan het einde van de prent stelde ik me dan ook de vraag wie Amerika de meeste schade had toegebracht. De communistische Trumbo die op een vreedzame manier ijverde voor herverdeling? Of Wayne, die er zijn hand niet voor omdraaide om andersdenkenden monddood te maken en hen het recht op werken te ontzeggen? Het antwoord kwam uit de mond van niemand minder dan de communist Trumbo zelf:
“Het House Un-American Activities Committee heeft tientallen jaren onschuldigen gestigmatiseerd en besmeurd. Dat heeft de belastingbetaler miljoenen gekost, maar wat heeft het opgebracht? Niet één veroordeling ten gronde” [NVDR Trumbo zelf werd niet veroordeeld wegens onamerikaanse activiteiten maar wegens minachting voor de commissie].
David Van Turnhout
Voorzitter Liberales
Deze film komt in aanmerking voor vertoning tijdens Cinema Liberales. Zodra de organisatie van dit evenement mogelijk is, ontvangt u hiervoor een uitnodiging. Intussen kan u de prent nog tot 4 maart online bekijken op VRTNU.