Vandaag wil je opgeven. Ik begrijp je. Ik snap het helemaal. Maar ik ga je niet loslaten. Ik zal blijven inpraten op jou om dit niet te doen. Dat deze idiotie zal stoppen. En er wel toekomst is. Dat je niet alleen bent. Dat we straks nog steeds ingenieurs, artsen, veeartsen, biologen, wiskundigen, … nodig hebben.