In Geschiedenis en utopie analyseert de Roemeense filosoof Cioran de illusies die de wereld creëert om niet aan het heden te lijden: de nostalgie naar een imaginair paradijs in het verleden en de vlucht naar voren in een utopische toekomst. Cioran mag dan de noodzaak van deze ficties voor de gemiddelde mens onderschrijven, hij haalt ze ook weer even hard onderuit. Dat is typerend voor de auteur, een extreme dialecticus die nooit tot rust komt in een geruststellende conclusie. Recensie door Dirk Verhofstadt.