De Founding Fathers draaien zich om in hun graf
De afgelopen maanden heb ik met toenemende verbazing gekeken naar het electorale schouwspel in de Verenigde Staten. Hoewel niet geheel onverwacht, was mijn ongeloof toch groot toen zittend president Trump zijn verkiezingsnederlaag steevast en staalhard bleef ontkennen. Hoe kan zoiets gebeuren in de grootste democratie met de oudste geschreven nog van kracht zijnde grondwet ter wereld, vroeg ik me af.
De dagen en weken na de verkiezingsdag in de Verenigde Staten op 3 november 2020, wou ik wat bijlezen over de Amerikaanse democratie om beter te begrijpen waar het nu eigenlijk misgelopen is. Ik stuitte op 2 boeken die ik enkele jaren geleden kocht in de bekende Strand Bookstore in New York en die volgens mij wijzen op een wijdverspreid geheugenverlies over de stichting van de Verenigde Staten door de Founding Fathers.
Ten eerste - en eerder terloops in het kader van deze tekst - het boek Nature’s God: The Heretical Origins of the American Republic van Matthew Stuart. Daarin wordt de mythe weerlegd dat de Verenigde Staten gesticht werden als een christelijke natie. De meer gekende Founding Fathers, zoals Jefferson, Franklin, Madison en Adams, maar ook enkele minder bekende namen, zoals Ethan Allen en Thomas Young, hebben zich niet alleen laten inspireren door John Locke, maar ook verregaand door het werk van seculiere filosofen als Epicurus, Lucretius en vooral Spinoza.
Ten tweede en veel belangrijker in de context van deze tekst: The Declaration of Independence and The United States Constitution, het eerste deel uit de reeks Penguin Civic Classics. Dit boekje bevat de volledige tekst van de Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776 en de Amerikaanse Grondwet uit 1787, inclusief de latere Amendementen. Alles wordt helder en vakkundig becommentarieerd en geannoteerd door professor geschiedenis Richard Beeman. Hij legt de vinger op de wonde als hij spreekt over een paradox. Enerzijds hebben de meeste Amerikanen een intens gevoel van vaderlandsliefde en een diep respect voor de Grondwet en hun democratische instellingen. Anderzijds is het niveau van hun kennis over de Amerikaanse geschiedenis en de werking van de instellingen bedroevend laag. Zo gelooft bijna een derde van hen dat de Onafhankelijkheidsverklaring geschreven werd op het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog en minder dan de helft kan de drie staatsmachten (branches of government) opsommen. Toch menen vele Amerikanen dat zij - en zij alleen - de ware kennis in pacht hebben over hun founding documents en dat zij deze moeten verdedigen tegen hun tegenstanders die zij als “un-American” bestempelen. Hier benoemt Beeman volgens mij het centrale mechanisme van de huidige polarisatie.
Beeman roept vervolgens terecht op tot meer burgerschapseducatie (civic education), net zoals bijvoorbeeld Patrick Loobuyck bij ons, en omschrijft dit als “the cultivation of the virtues, knowledge and skills necessary for carrying out one’s role as a citizen”. Hij citeert een collega historicus: “While the clamorous popular culture races on, the American past is slipping away, out of sight and out of mind. We are losing our story, forgetting who we are and what it’s taken to come this far”.
Bij het lezen van beide founding documents, vielen er mij in elk van beide teksten historische feiten op die actueler zijn dan ooit. In de Onafhankelijkheidsverklaring somt Thomas Jefferson enkele grieven op van het Amerikaanse volk tegen de Engelse koning George III. Ik maak even een kleine selectie uit de oorspronkelijke lijst van inbreuken: “The history of the present King of Great Britain is a history of repeated injuries and usurpations, all having in direct object the establishment of an absolute Tyranny over these States. To prove this, let Facts be submitted to a candid world. (…) He has refused his Assent to Laws the most wholesome and necessary for the public good. (…) He has dissolved Representative Houses repeatedly, for opposing with manly firmness his invasions on the rights of the people. (…) He has refused for a long time, after such dissolutions, to cause others to be elected. (…) He has made Judges dependent on his Will alone, for the tenure of their offices and the amount and payment of their salaries. (…) For suspending our own Legislatures (…). He has excited domestic insurrections amongst us (…). A Prince whose character is thus marked by every act which may define a Tyrant, is unfit to be the ruler of a free people.” Alle historische vergelijkingen lopen mank, maar doen deze beschuldigingen u ook aan iemand denken?
De lectuur van de Amerikaanse Grondwet en de amendementen herinnerde mij er vervolgens aan dat het stem- of kiesrecht (right to vote) het meest fundamentele democratisch recht is binnen elke rechtsstaat die naam waardig. Het stemrecht komt meermaals aan bod in de Amendementen en mag niet beperkt of uitgehold worden op basis van ras, kleur of vroegere slavernij (Amendement XV), door enige belasting (Amendement XXIV) of op basis van leeftijd (Amendement XXVI). Hoewel eerst enkel mannen mochten stemmen, werd het stemrecht stelselmatig uitgebreid, zoals in andere landen. Vanaf 1920 mochten vrouwen hun stem uitbrengen (Amendement XIX). Het duurde echter nog tot de Voting Act uit 1965 dat African Americans gelijke toegang kregen tot het stemhokje. Men kan dus stellen dat de Verenigde Staten pas recent een volwaardige democratie is geworden, maar het fundamenteel respect voor eerlijke verkiezingen is blijkbaar nog niet tot iedereen doorgedrongen.
Door de aanhoudende koppigheid van Trump - die ik hierbij niet meer wil vereren met zijn officiële ambtstitel - om zijn verkiezingsnederlaag toe te geven, heb ik het voorgaande enkele weken geleden al willen schrijven, maar na de overwinningsspeech van Joe Biden leek alles opnieuw relatief rustig. Bovendien had ik mijn handen vol met een een zeer toepasselijk kerstcadeau: de vuistdikke integrale editie van ‘Over de democratie in Amerika’ van Alexis de Tocqueville. Nog steeds één van de beste werken over democratie ooit geschreven en nog steeds pijnlijk actueel.
Tot ik afgelopen woensdag 6 januari met opengevallen mond de beelden zag van een boze meute Trump-aanhangers die het Capitool, hét symbool van de Amerikaanse democratie, bestormden. Deze hallucinante beelden spreken voor zich en staan gebrand op het netvlies van iedere rechtgeaarde democraat. Ondanks de opruiende taal van Trump, had ik dit opnieuw nooit voor mogelijk gehouden. Wat was er die dag exact gebeurd? Dit was iets helemaal anders de Boston Tea Party of de bestorming van de Bastille. Toen voelde ik toch de drang om dit stuk te schrijven.
Hoe is het zo ver kunnen komen in de Verenigde Staten? Volgens mij ligt de oorzaak in een gevaarlijke cocktail van verschillende factoren: de jarenlange opbouw van diverse negatieve gevoelens (zoals het gevoel niet mee te tellen en er niet meer bij te horen), het systematisch in twijfel trekken van de objectieve nieuwsgaring, een gebrek aan kritische massa onder de bevolking ten opzichte van de echte (nieuws)feiten, het bestaan van informatiebubbels én vooral de ondermijning van de democratische rechtsstaat door Trump en zijn entourage.
En zou dit opnieuw kunnen gebeuren? Helaas valt dit niet uit te sluiten zolang er burgers zijn die weinig of geen vertrouwen meer hebben in hun democratische instellingen. Dit vertrouwen herwinnen zal niet makkelijk zijn voor de nieuwe Biden-administratie, maar zal cruciaal zijn voor het slagen van zijn presidentschap. Het is duidelijk dat er nog veel werk aan de winkel is op vlak van burgerschapseducatie (civic education) in het algemeen en constitutionele geletterdheid in het bijzonder. Als ik Joe Biden was, zou ik zorgen dat elke Amerikaan niet alleen zo snel mogelijk de nodige corona-vaccins ontvangt, maar ook een (digitaal) exemplaar van het hierboven vermelde boekje geannoteerd door Richard Beeman.
Tot slot nog een woord over Trump. Het minste dat je kan zeggen is dat hij zijn presidentiële eed “to preserve, protect and defend the Constitution of the United States” geschonden heeft. Hij heeft meermaals bewezen dat hij een vijand is van de democratie én van de rechtsstaat, en zou verguisd en uitgestoten moeten worden door alle rechtgeaarde binnen- en buitenlandse politici, in de eerste plaats door de Republikeinen. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan ongeziene inbreuken. Ten eerste zijn recente fundamentele aanvallen op de democratie zelf, eerst door het niet respecteren van de legitieme wil van een record aantal Amerikaanse kiezers tijdens eerlijke en correct verlopen verkiezingen en vervolgens door het aanvuren van zijn gebrainwashte aanhangers om letterlijk hun stem te laten horen op het Capitool. Ten tweede én volgens mij minstens even schandalig, heeft Trump de afgelopen 4 jaar stelselmatig bepaalde principes van de rechtsstaat aan de kant proberen te schuiven, gewoon omdat ze hem hinderen in zijn machtswellust. De rechtsstaat (rule of law) houdt in dat ook de bestuurders gebonden zijn door het recht en dat er een scheiding der machten is die de drie staatsmachten in evenwicht houden (checks and balances). Trump heeft de rechterlijke macht naar zijn hand willen zetten, door de benoeming van rechters, zelfs tot in het Hooggerechtshof toe, ter bescherming van zichzelf en van zijn naaste getrouwen. Gelukkig bleek de Amerikaanse rechtsstaat voldoende robuust en formidabel. Daarnaast heeft hij jarenlang stelselmatig de vrije pers ondermijnd. Van zodra een journalist een kritische vraag stelt, is hij in de ogen van Trump en zijn handlangers een verspreider van fake news. Tot slot beschermt een rechtsstaat ook de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers, waaronder het reeds aangehaalde stemrecht (right to vote) en het recht op eerlijke verkiezingen. Dit cruciale recht is het snijpunt waar democratie en rechtsstaat elkaar ontmoeten. Zowel zijn recente poging om een staatsminister te bedreigen om de uitslag in Georgia te manipuleren als zijn oproep om het Capitool in Washington te bestormen zijn niet meer en niets minder dan regelrechte aanvallen op de democratische rechtsstaat. Ditmaal echter niet door een volk dat in opstand komt tegen een tiran, maar door een losgeslagen bende op uitdrukkelijk verzoek van een narcistische machtswellusteling.
Trump kan zijn illusie opbergen om ooit beschouwd te worden als de grootste Amerikaanse president ooit. Deze eerste - en hopelijk laatste - legislatuur van Trump zal de geschiedenis ingaan als één van de meest schandalige uit de ganse geschiedenis van de Verenigde Staten. Meer nog, er is maar één gepaste reactie en dat is de toepassing van Sectie 4 van Amendement XXV, waarbij een president kan worden afgezet als hij niet meer in staat is om de opdrachten van zijn ambt uit te voeren en waarbij de vice-president onmiddellijk zijn bevoegdheden overneemt. Hoewel de inauguratie van Joe Biden reeds zal plaatsvinden op 20 januari, is het hoog tijd dat de Amerikaanse democratische rechtsstaat zich weerbaar opstelt.
6 januari 2020 zal de geschiedenis ingaan als een nieuw triest dieptepunt in de geschiedenis van de Amerikaanse democratische rechtsstaat. De dag waarop een democratisch verkozen gevaarlijke narcist zijn onwetende kiezers opriep om de rechtmatige democratische verkiezingsuitslag met geweld aan te vechten in de ijdele hoop alsnog aan de macht te kunnen blijven, met meerdere doden tot gevolg. Of zoals president Franklin D. Roosevelt zei: “A date which will live in infamy”. Een dag vooral waarop de Founding Fathers zich collectief hebben omgedraaid in hun graf.
Frederic Heylen, advocaat en kernlid van Liberales
Links naar de vernoemde werken:
Matthew Stuart, Nature’s God: The Heretical Origins of the American Republic:
https://wwnorton.com/books/Natures-God/
Richard Beedam (ed.), The Declaration of Independence and The United States Constitution:
Alexis de Tocqueville, Over de democratie in Amerika:
https://www.lemniscaat.nl/boeken/over-de-democratie-in-amerika-2/