De vrijheid om de hoofddoek te dragen impliceert de vrijheid die ook niet te dragen - François Levrau

De vrijheid om de hoofddoek te dragen impliceert de vrijheid die ook niet te dragen - François Levrau

Naar aanleiding van het feit dat de populaire blogster Sarah Dimani haar hoofddoek publiekelijk heeft afgezet, schreef Othman Hammouchi – mede ook als reactie op een opiniestuk van Sakina Elkayouhi – een tekst waarin hij benadrukt dat die demarche van Dimani helemaal niet zo vrijblijvend is.

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/06/21/de-hoofddoek-is-geen-mode-item/

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/06/20/vlaanderens-hoofddoekendebat/

Het zit Hammouchi blijkbaar nogal hoog, want hij schuwt de harde woorden niet, net zoals toen hij verklaarde dat voor hem zijn dochter dood zou zijn indien zij de islam zou verlaten (de fameuze quote op Twitter die hem, zo vrees ik toch, nog een tijd zal achtervolgen, zeker ook omdat hij ze naderhand bleef verdedigen met het argument dat het toch ‘zijn vrijheid’ is zo te denken en te handelen).

Hammouchi definieert zichzelf graag als ‘conservatieve moslim’, waarbij hij het adjectief ‘conservatief’ als een soort eretitel lijkt te beschouwen. Het is in die zin dan ook goed te begrijpen waarom hij het heeft gemunt op de “De cultureel linkse moslims [die] de hoofddoek meer [zien] als een cultureel erfgoed dan een godsdienst.” Voor deze ‘linkse cultuurmoslims’ – waarom cultuurmoslims in zijn stuk steeds vooraf gaat door ‘links’ is me niet duidelijk en wordt ook nergens verhelderd (guilt by association?) – zou het dragen van de hoofddoek vergelijkbaar zijn met de keuze om een broek of een das te dragen, een kwestie van smaak dus. Voor Hammouchi indiceert die hoofddoek echter een religieuze plicht die door Allah aan vrouwen werd opgelegd. Wie de hoofddoek dus als een louter vestimentaire accessoire beschouwt en niet langer als een goddelijk bevel begrijpt, leeft volgens Hammouchi vanuit  islamitisch oogpunt in zonde. Dat lijkt me een nogal boude bewering want voor zover ik weet is er in de Koran geen vers te vinden waarin de hoofddoek wordt opgelegd. Eerder wordt er gesproken over ‘zedige kledij’ en over het feit dat de vrouw haar sieraden (begrijp: haar erogene zones) moet bedekken. De hoofddoek is in die zin veeleer te begrijpen als een symbool dat verwijst naar de gedachte dat een vrouw niet mag opvallen – maar ze kan natuurlijk ook ‘niet opvallen’ door geen hoofddoek te dragen (bijvoorbeeld door gewoon ‘zedige kledij’ te dragen). Los daarvan is het wel zo dat moslims de hoofddoek in toenemende mate als een religieuze plicht zijn gaan beschouwen waardoor er ook claims worden geformuleerd om, uit hoofde van de godsdienstvrijheid, een hoofddoek te mogen dragen in contexten waar dat misschien niet altijd zo evident is – wat leidt tot de gekende ‘hoofddoekdebatten’. Het punt blijft echter dat de bescherming die uitgaat van de godsdienstvrijheid het individu toekomt dat daarmee dus de vrijheid krijgt om zelfstandig te beslissen hoe hij/zij zijn geloof beleeft en veruitwendigt. Het feit dat 99% van de moslima’s geen hoofddoek zou dragen, vermindert dus niet het recht van die 1% moslima’s om de hoofddoek wel te mogen dragen en, omgekeerd, het feit dat 99% van de moslima’s ervoor zou kiezen wel een hoofddoek te dragen, vermindert niet het recht van die 1% moslima’s om geen hoofddoek te dragen (ook hun vrijheid is een recht dat moet blijven beschermd worden).

Hammouchi is in zijn stuk eigenlijk weinig consequent. Zo geeft hij aan als eerste op de barricaden te willen staan om de persoonlijke vrijheid van elk individu te verdedigen, maar is hij er blijkbaar ook als de kippen bij om moslims erop te wijzen dat ze, wanneer ze de hoofddoek niet dragen, in zonde leven. “Je bent niet minder moslim als je geen hoofddoek draagt, maar je begaat wel een ernstige zonde.” Vrouwen die de hoofddoek niet dragen kunnen dus nog steeds moslim zijn, maar ze zijn dan wel ‘zondige moslims’ en derhalve toch ook ‘mindere moslims’? Als een moslima door Hammouchi als zodanig wil worden erkend, dan draagt ze dus maar beter een hoofddoek. Dat is een beetje zoals die fameuze quote: “Ja, natuurlijk zou mijn dochter de vrijheid hebben om zich van de islam af te keren, maar als ze dat doet, dan is ze voor mij dood.” Begrijp: wil de dochter door Hammouchi als dochter worden erkend, dan blijft ze maar beter een moslima (en blijkbaar impliceert dat dus ook de hoofddoek). Dat zijn, me dunkt, uitspraken waaruit toch geen al te groot vrijheidsbesef blijkt. Het staat Hammouchi uiteraard vrij op die manier te denken, maar net zijn vrijheid maakt dat hij zijn dochter eigenlijk voor een vreselijk dilemma stelt, net zoals ook de vrijheidsgraden van moslims worden beperkt: ofwel moslim en dus hoofddoek ofwel geen hoofddoek en daarom ook geen ‘echte’ moslim meer. Hammouchi geeft immers aan niet te begrijpen dat er moslims zouden zijn die het niet dragen van de hoofddoek zouden willen steunen en normaliseren. “dat het moslims koud moet laten of een vrouwelijke geloofsgenoot al dan niet een hijab draagt is zonder meer te verwerpen”. In die zin definieert Hammouchi de contouren waarbinnen moslims hun ‘godsdienstvrijheid’ mogen beleven en bepaalt hij dus wie wel, niet en minder moslim is. Dat is een retoriek die niet zonder gevolgen is en de zaken wel erg op scherp stelt. Publieke figuren zoals de blogster Sarah Dimani, zo stelt Hammouchi, hebben een verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid geldt natuurlijk ook voor Hammouchi die in Vlaanderen steeds bekender aan het worden is.

Sarah Dimani, zo stelt Hammouchi, heeft een grote verantwoordelijkheid, zeker als men zich bedenkt dat ze een deel van haar succes te danken heeft aan het feit dat ze de hoofddoek steeds gedragen heeft. Als zij haar hoofddoek afzet, dan is het alsof ze spuwt op de groep die haar altijd heeft gesteund en die naar haar heeft opgekeken. Dimani en consoorten, hebben (dixit Hammouchi) hun groep “verraden” omdat ze zijn bezweken onder het gewicht van de secularisatie – begrijp: door de druk van een samenleving die het moeilijk heeft met zichtbare religiositeit hebben ze beslist de hoofddoek niet meer te dragen. Dat is natuurlijk maar één interpretatie; men zou immers ook kunnen denken dat Dimani aan haar ‘achterban’ net de boodschap geeft dat men zich niet zo verbonden moet voelen met die hoofddoek en dat er (voor mannen, maar zeker ook voor vrouwen) velerlei manieren zijn om zich moslim te voelen en zich als moslim te outen. Mensen mogen hun geloof op persoonlijke wijze vorm geven en moeten door niemand onder druk worden gezet. Hammouchi ziet Dimani’s demarche mogelijks als een soort hellend vlak: het begint met het afzetten van de hoofddoek en het eindigt met het verwerpen van de islam. Welnu, zelfs als dat het geval zou zijn, wat zou daar dan op tegen zijn? Gelovigen moeten andere gelovigen niet verketteren wanneer die aan het geloof zouden twijfelen, wanneer ze het geloof anders zouden interpreteren of wanneer ze het geloof zouden opgeven. Dit is – in de woorden van de onlangs 90-jaar geworden Duitse filosoof Jürgen Habermas – deel van het leerproces dat elke religie moet doormaken. Hammouchi illustreert dat dit nog geen evidentie is.

Het is dus opvallend dat Hammouchi die vurig pleit voor het recht om de hoofddoek te dragen – de vrijheid van godsdienst – die vrijheid enigszins bemoeilijkt wanneer het vrouwen betreft die de hoofddoek niet meer dragen, want dan zijn ze ‘laf’ en ‘plegen ze verraad’. De vrijheid die vrouwen dus hebben om de hoofddoek af te zetten wordt geproblematiseerd, want het is een ‘valse vrijheid’ – ze doen het slechts omdat ze zijn bezweken onder de druk van een geseculariseerde samenleving. Dat de moslims hun hoofddoek afzetten en andere concessies maken en derhalve niet bereid zijn persoonlijke scrupules en ongemakken opzij te zetten (zoals vreemde blikken als ze een glas wijn weigeren of een gebed opzeggen voor het eten) vindt hij “buitengewoon egoïstisch”, want ze bezwijken voor de secularisatie en geven een hoger doel op (i.c. leven conform het geloof dat Hammouchi dus voor die moslims invult). Maar – en dat is toch opvallend – daarmee zijn we eigenlijk beland bij de pendant van het discours van extreemrechts (de positie waartegen Hammouchi zich gewoonlijk het sterkst afzet). Immers, daar waar Hammouchi stelt dat de gesluierde vrouw haar hoofddoek afzet onder druk van een al te sterk geseculariseerde cultuur, stelt extreemrechts gewoonlijk dat de vrouw haar hoofd sluiert onder druk van een al te patriarchale cultuur. Eén van mijn favoriete quotes komt van Seyla Benhabib, “Women and their bodies are the symbolic-cultural site upon which human societies inscript their moral order.” De vrijheid van de vrouw blijft iets waarmee samenlevingen het moeilijk hebben.

Hammouchi stelt dat Dimani en aanverwanten het conservatieve moslims moeilijk maken omdat ze door de hoofddoek af te zetten indirect de boodschap overbrengen dat wie in de samenleving (als moslim) succesvol wil zijn maar beter de hoofddoek achterwege laat. “Moslims die hun religie serieus nemen zijn het zat dat die religieuze dimensie voortdurend genegeerd wordt door mensen die beweren hen te vertegenwoordigen in hun publieke domein.” Maar, is het dan zo dat elke moslim zich graag door conservatieve moslims als Hammouchi zou laten vertegenwoordigen? Dat hij er zich bovendien over beklaagt dat de conservatieve stem nauwelijks wordt opgepikt, is vreemd gezien Hammouchi zelf zowat overal aanwezig is: legio opiniestukken, lezingen, tv-optredens, en, als klap op de vuurpijl, een forum van Uitgeverij Polis om in boekvorm zijn gedachten neer te pennen. Dat hij dat allemaal als twintigjarige kan en mag, toont volgens mij net aan dat de conservatieve stem niet wordt gemarginaliseerd in het publieke debat. Mogelijks gaat het om een stem die niet zo populair is en op nogal wat weerstand botst, maar dat is nog iets anders dan zeggen dat het een stem is die persé zou worden geweerd. Overigens, dat men vaak bij Hammouchi – als representant van de conservatieve Islam – uitkomt, heeft misschien ook gewoon te maken met het feit dat er in die hoek niet zoveel mensen staan te springen om het publieke forum te betreden. Hammouchi zal mogelijks inbrengen dat ze niet worden uitgenodigd, maar, zoals gezegd, is hij zelf het beste bewijs van het feit dat hen dat forum niet a priori zou worden geweigerd. Quod erat demonstrandum.

Hammouchi stelt dat het in onze ‘religie-intolerante samenleving’ gemakkelijker is om het islamitische geïnspireerde merk te pitchen als men het voorstelt als een mode-item. Dat zal ongetwijfeld wel zo zijn, maar Hammouchi vergeet hier te vermelden dat religie (grond)wettelijk wordt beschermd – en dat is nog steeds veel belangrijker dan het opportunisme dat uitgaat van de commerciële wereld. Wie met andere woorden kan aantonen dat de hoofddoek wordt gedragen uit religieuze overwegingen, heeft nog steeds veel meer kans om geaccommodeerd te worden dan diegene die zegt een bepaald hoofddeksel te dragen omdat hij/zij het gewoon mooi en modieus vindt. Mensen hebben er met andere woorden nog steeds alle belang bij om hun claim in religieuze termen te framen – een punt dat ik elders al heb gemaakt. https://www.knack.be/nieuws/belgie/hebben-gelovigen-recht-op-iets-anders-in-vergelijking-met-niet-gelovigen/article-opinion-972741.html

Het zit hem bij Hammouchi vaak in de adjectieven: ‘conservatieve’ moslim, ‘linkse’ cultuurmoslim, ‘buitengewoon’ egoïstisch, ‘ernstige’ zonde en in het gebruik van erg scherpe woorden: ‘verraden’, ‘verwerpelijk’, etc. Het is me niet duidelijk waarom hij zich op dit radicaal taalgebruik verlaat. Ik wil graag samen met Hammouchi en vele anderen denken over een meer inclusieve en cohesieve samenleving, maar wie zijn gedachten niet eerst in ‘het maatpak van de taal’ brengt, die belandt snel in een hoek waar men alleen nog selectief zal worden gehoord (wat hetzelfde is als zeggen dat men door de andere helft al meteen zal worden genegeerd). Im Amfang war das Wort. Het begint met taal, maar het kan er ook snel mee eindigen, en dat is jammer, want, net het gesprek is een belangrijk bindmiddel; of, om met Samuel Beckett te spreken, “What is there to keep me here? ... The dialogue.”

 François Levrau is dr. in de Sociale Wetenschappen en verbonden aan de UAntwerpen

 

 

 

Print Friendly and PDF
Tijd voor meer liberale ideologie

Tijd voor meer liberale ideologie

Repliek op Kritiek Groen Liberalisme - Floris Van Den Berg

Repliek op Kritiek Groen Liberalisme - Floris Van Den Berg