Identity – Francis Fukuyama

Identity – Francis Fukuyama

In de huidige tijd kunnen we niet ontkennen dat identiteit weer een prominente plek heeft gekregen. Daar waar in de 20e eeuw de grote tegenstellingen om klasse draaiden, zo draaien de tegenstellingen van de 21e eeuw om identiteit. Maar betekent het erkennen van deze ontwikkeling ook dat we het belang van identiteit (weer) zouden moeten erkennen? Over dit onderwerp gaat het nieuwe boek Identity; Contemporary Identity Politics and the Struggle for Recognition van de Amerikaanse intellectueel Francis Fukuyama.

Fukuyama is vooral bekend van zijn these van The End of History and the Last Man. Het einde van de geschiedenis, wat inhield dat de liberale democratie als systeem gewonnen had en eigenlijk geen uitdagers meer kende. Inmiddels is Fukuyama ook weer deels teruggekomen op deze these, en met reden, zoals we eveneens in de huidige tijd vast kunnen stellen. Toch is het niet zo dat Identity een breuk vormt met het voorafgaande werk. Eerder bouwt het er op voort.

Want het centrale concept van Identity, Thymos, speelt ook al een rol in The End of History. Fukuyama beschrijft hoe de ziel drie delen kent: Rede, verlangen en Thymos. Thymos, het begrip ontleent hij aan Socrates, staat voor de behoefte aan erkenning. Zowel het verlangen om als gelijke te worden erkend als het verlangen om als superieur te worden erkend vallen hieronder. Het verlangen naar erkenning, in de vorm van erkenning van de eigen identiteit, is dus iets wat ieder mens bezit, aldus Fukuyama, en we kunnen er ook niet omheen. Zeker niet omdat, zo stelt Fukuyama, het een drijvende kracht in de geschiedenis is.

Van de Arabische Lente, tot Black Lives Matter en #MeToo, van IS tot de opkomst van Trump, Brexit en politieke correctheid op Amerikaanse universiteitscampussen, allemaal worden ze volgens Fukuyama gedreven door het verlangen naar erkenning van de identiteit. Het is erkenning wat mensen, naast de ratio en verlangen, drijft. Zeker binnen het liberale discours wordt de mens als een rationeel wezen gezien. Identity maakt echter goed duidelijk dat mensen niet louter en alleen door ratio gedreven worden. Erkenning van het belang van erkenning is daarom van groot belang.  

Gebeurt dit niet dan nemen we volgens Fukuyama grote risico’s. Want in de streven naar erkenning van hun identiteit zijn mensen bereid om een hoop in de waagschaal te leggen: veiligheid, rechtvaardigheid en zelfs de democratie. Erkenning van identiteit, en het belang ervan, is dus noodzakelijk volgens Fukuyama. Hierbij pleit hij voor een inclusief, liberaal, nationalisme wat een gezamenlijk identeit versterkt, maar tegelijkertijd ook volop ruimte geeft aan individuele vrijheid en kosmopolitisme. Een assimilationistish integratiebeleid voeren, werken aan Nation Building en (grootschalige) immigratie terugdringen zijn andere zaken die volgens Fukuyama op het ‘to do’ lijstje van zowel Europa als de VS zouden moeten staan.

Fukuyama’s boek houdt hiermee een soms pijnlijke, maar wel noodzakelijke correctie op het hedendaagse liberale denken over (het belang van) identiteit in. Identiteit is terug van weggeweest, daar kunnen we niet omheen. Wanneer we Fukuyama volgen dan zouden we eveneens niet om het erkennen van belang van erkenning van identiteit als drijfveer van het menselijke handelen kunnen. En wanneer we dit erkennen dan is het ook noodzakelijk dat we gaan kijken hoe we binnen de liberale democratie dit belang van de erkenning van identiteit gaan incorporeren. Zonder op rücksightlose wijze aan identiteitspolitiek te gaan doen.

Want op het gebied van identiteitspolitiek, daar zit de grote zwakte van het boek van Fukuyama. Fukuyama is in zijn boek immers kritisch op het bedrijven van identiteitspolitiek, zowel door links als door rechts. Tegelijkertijd zou zijn boek zelf ook onder het bedrijven van identiteitspolitiek geschaard kunnen worden. Identiteitspolitiek gaat immers niet alleen over het vanuit een bepaalde identeit redeneren, maar ook over het belang van het erkennen van identiteit. Hooguit kan hierbij opgemerkt worden dat op de wijze waarop op links en rechts identiteitspoliteik wordt bedreven identiteit als een heel eng, beperkt, en statisch concept wordt gehanteerd. Fukuyama geeft echter een veel meer open en liberale invulling aan het begrip.

Identity is daarmee een stuk noodzakelijk leesvoer voor eenieder die veel van de grote ontwikkelingen in de huidige tijd beter wil begrijpen. Het boek biedt een instrumentarium om deze ontwikkelingen beter te kunnen analyseren, en biedt inzichten die je in het werk van andere hedendaagse denkers niet vindt. Ongetwijfeld is het laatste woord over het erkennen van identiteiten voorlopig nog niet gezegd, en Fukuyama’s boek heeft een belangrijke bijdrage aan die discussie geleverd.  

 

Francis Fukuyama, Identity. Contemporary Identity Politics and the Struggle for Recognition, Profile Books, 2018

Recensie door Gert Jan Geling

Print Friendly and PDF
De ogen van de Panda - Etienne Vermeersch

De ogen van de Panda - Etienne Vermeersch

Vaticaandagboeken - John Thavis

Vaticaandagboeken - John Thavis