Het is onze morele plicht om pinguïns te redden - David Van Turnhout
Vorige week verscheen op VRTNWS een artikel over een camerateam van de BBC dat ingreep om een groep ingesloten pinguïns te redden. Daarop ontstond een discussie over het al dan niet mogen ingrijpen van documentairemakers. Ik vraag me af of die regel nog wel van deze tijd is.
Ik ben 36 jaar. Bijna mijn hele leven, of toch minstens zolang ik kan praten en begrijpen, hoor ik dat het slecht gaat met de natuur op onze planeet. Maar ook mijn zussen, die tien jaar ouder zijn dan ik, zijn opgegroeid met de gedachte dat we ons milieu langzaam maar zeker naar de knoppen helpen. Generatie na generatie lijkt het slechter te gaan. Vorige maand nog, publiceerde het WWF een rapport waaruit blijkt dat maar liefst 60% van de wereldwijde, wilde dierenpopulaties verdwenen zijn sinds 1970. Als we inzoomen op tropische gebieden in Afrika en Zuid-Amerika, loopt het verlies op tot meer dan 80%. Van het Amazoneregenwoud ging 20% verloren, ongeveer 1.000.000 km². Dat is 33 keer België (!), of 1,5 keer Frankrijk. Denk er nog eens over na als je naar het zuiden rijdt.
Maar zo’n rapport is vluchtig. Hoewel het nieuws een halve dag op de voorpagina’s van verschillende nationale en internationale media stond, waren de meeste mensen het de dag erna alweer vergeten. De zwartepietendiscussie blijft nu eenmaal beter en langer hangen omdat ze een rechtstreekse impact heeft op de manier waarop we samenleven. Nochtans heeft de dramatische afname van biodiversiteit een veel grotere impact op onze manier van leven. Want biodiversiteit is niet alleen van levensbelang, ze heeft ook een impact op onze levenskwaliteit. 40% van alle medicatie vindt haar oorsprong in de natuur. Denk maar aan Vincristrine, een geneesmiddel tegen leukemie, taxus (baccatine) tegen andere kankers of aan betulinezuur uit de zilverberk, een geneesmiddel tegen retrovirussen zoals HIV. Zelfs tegen een kater doen we een beroep op de wilg, een boom die ons de aspirine schonk. Voor het kwalitatief voortbestaan van onze soort is biodiversiteit onmisbaar.
Het lijkt zo eenvoudig dat ik het zelfs moeilijk vind het te herhalen in een opiniestuk, maar veel planten hangen op hun beurt af van dieren en omgekeerd. 60% minder wilde dieren betekent ook minder overlevingskansen voor bepaalde plantensoorten. Als we ze al niet hadden omgekapt voor onze boterham met choco, of het koekje bij onze gezellige thee. Want op de verdwenen 20% regenwoud groeit vandaag soja en palmolie die ons een beetje vlotter doen smeren. Ze worden verwerkt in producten die ons leven nu eenmaal een beetje smeuïger maken. Zo smeuïg als een orang oetan die op sociale media wanhopig tegen een bulldozer vecht voor zijn allerlaatste stukje bos. We zien het allemaal elke dag, maar we doen er bitter weinig aan.
Het prachtige canvasprogramma Er was eens toonde vorige week nog het dramatische effect van bush meat op de Congolese fauna. De professor biologie stond erbij en keek ernaar. Bij het vangen van een luis in de vacht van een baby-chimpansee, vertelde hij dat de moeder zoals gebruikelijk al was gedood. De baby was bang en zag er ongelukkig uit. Er was maar weinig aan te doen, zei hij.
Maar dat is niet wat ik verwacht van onze wetenschappers. Ik verwacht van onze wetenschappers dat ze het laatste beetje natuur dat onze planeet nog rest met hand en tand verdedigen. En ik wil dat ze lobbyen, en druk uitoefenen op politici en internationale beleidsmakers om door middel van internationale samenwerking en wetgeving levensbelangrijke wouden te redden. Dat ze zich met elk stukje DNA, dat ze voor 98% gemeen hebben met die baby-chimpansee, inzetten tegen een langzaam maar zekere moord op alles wat leeft, inclusief onze eigen soort.
De laatste Belgische wolf werd volgens de legende in 1844 door koning Albert I geschoten. Stilaan komt hij terug, na 174 jaar. Het verdwijnen van al die soorten is niet de schuld van mijn generatie. Maar laat ons de generatie zijn die de fouten van onze voorouders herstelt. Bewaren is niet genoeg. We moeten streven naar een biologische renaissance, bos aanplanten en oude soorten herintroduceren. Een tijdperk dat toont hoe groot en belangrijk de mens echt kan zijn.
De tijd dat documentairemakers dieren voor de lens lieten sterven is voorbij. Het is volkomen immoreel zich te verzetten tegen het afslachten van apen, om voor een documentaire een groep pinguïns te laten sterven. De makers van de BBC-reeks Dynasties verdienen dan ook alle respect.
David Van Turnhout
De auteur is kernlid van Liberales