Georges Lorand: een transnationale progressieve liberaal
Mijn scriptie bestudeert het netwerk van de progressieve liberaal Georges Lorand alsook de transnationale liberale netwerken op het einde van de 19de eeuw. Na zijn dood schreef de Franse dichter André-Ferdinand Hérold de volgende woorden: “Lorand mena-t-il une des vies les plus actives qui se puissent imaginer. Rien ne lui semblait plus de naturel que de voyager. Quels pays de l’Europe ne connut-il pas? Et, presque partout, il vit qu’il y avait des injustices à réparer et il fit les plus généreux efforts pour que fussent réparées les injustices qu’il avait vues”.
In deze ‘intellectuele biografie’ over Georges Lorand, een invloedrijk figuur binnen het progressieve liberalisme van de late 19de eeuw, wordt zijn ideeënkader geanalyseerd in dialectiek met andere ideologische configuraties. Georges Lorand is een figuur die iets of wat in de vergetelheid is geraakt binnen de historiografie. Hij wordt vooral vernoemd als een criticus van het koloniale beleid van Leopold II. Door deze eenzijdige focus wordt echter afbreuk gedaan aan de complexiteit van een persoon zoals Georges Lorand; die juist vooral opvalt door zijn eclectische persoonlijkheid. In deze studie zullen we dan ook het ideeënkader van Georges Lorand bestuderen in dialoog met andere denksystemen.
Aan de hand van een thematische ordening wordt deze interactie uitgebreid bestudeerd. Tevens is het uitgangspunt van deze verhandeling om via dit singuliere perspectief, de beweegredenen te onderzoeken van een individuele actor in transnationale netwerken. Zo was Georges Lorand in vele nationale en internationale organisaties actief zoals: de Fédération nationale des Sociétés de Libre Pensée, de Ligue Belge des Droits de L’homme et du Citoyen en de Société Belge de l’Arbitrage et de la Paix. Waarbij via deze ‘egonetwerk’ benadering wordt getracht om een aanvulling te bieden op de macro-analytische internationale geschiedenis, waarbij de individuele actoren van transnationale netwerken slechts oppervlakkig worden bestudeerd.
Deze ‘intellectuele biografie’ bestudeert een breed spectrum aan thema’s, zo wordt vooral de nadruk gelegd op het feit dat nationalisme en internationalisme geen contradictoire ideeënkaders vormden. En aan de hand van deze solitaire ‘egonetwerk’ analyse wordt beargumenteerd dat België op het einde van de 19de eeuw een belangrijke voortrekkersrol vervulde op het internationale politieke toneel. Het actieve engagement van Georges Lorand, binnen de verschillende transnationale netwerken waarvan hij lid was, laat zich niet herleiden tot één centraal ideologisch element. Ook hier was er een interactie tussen verschillende ideologische configuraties zoals: antiklerikalisme, liberalisme, sociaaldemocratie en vrijzinnigheid. Maar het actieve engagement van Georges Lorand werd wel bepaald door een positivistisch vooruitgangsgeloof, dat ook terugkwam bij tijdgenoten en leden van deze transnationale netwerken. Dat vertaalde zich bij Lorand in een sterk individueel zelfbewustzijn en een geloof in de maakbaarheid van de samenleving, dat sterk samenhing met de wetenschap.
Dit zagen we bijvoorbeeld terugkomen in de verschillende transnationale netwerken zoals: de interparlementaire unie en de International Arbitration and Peace Association met zijn Belgische aftakking de Société Belge de l’Arbitrage et de la Paix. Georges Lorand was ervan overtuigd dat het internationaal recht, als een wetenschappelijke methode, chaos en conflict tussen natiestaten kon voorkomen. Hij verdedigde op internationale congressen voor de Eerste Wereldoorlog, de oprichting van juridische mechanismen voor internationale arbitrage. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleek dat het internationalisme van de decennia ervoor het opkomende nationalisme niet had kunnen indijken.
Sommige stellen dat het een utopische droom was die uitmondde in een illusie. De historica Glenda Sluga, gespecialiseerd in internationale geschiedenis formuleerde het echter anders: “Ultimately the history of internationalism travels along a characteristic narrative line from utopia to desillusionment, but no more than the tales that can be told of imagined national communities”. De ervaring van de Eerste Wereldoorlog versterkte het geloof van Georges Lorand in een internationale samenwerking. Hij stelde dat de doctrine van de absolute staatssoevereiniteit zijn bestaansrecht had verloren. In 1917 stelde hij dat het noodzakelijk was om zo snel mogelijk een internationaal juridisch kader uit te bouwen. Hij schaarde zich dan ook achter het voorstel van Woodrow Wilson voor de oprichting van een Volkenbond. Maar nog steeds bleef de natiestaat in zijn denken het enige kader voor het ideaal van een directe democratie.
Beïnvloed door een sociaalwetenschappelijk vooruitgangsoptimisme zweefde het gedachtegoed van Georges Lorand tussen idealisme en het utopische. Toch zag hij in Zwitserland de verwezenlijking van zijn ideaalbeeld. In het hoofdstuk ‘internationale solidariteit’ beargumenteren we dat het internationalisme zich niet altijd manifesteerde in een utopie en desillusie. In de besproken solidariteitsacties slaagden de verschillende non-gouvernementele actoren in hun opzet om de publieke opinie te mobiliseren over de nationale grenzen heen, ondanks de culturele en sociale verschillen. Hierbij werd het belang van de pers benadrukt als een transnationale actor in de overdracht van politieke en culturele transfers. De pers had door zijn periodieke berichtgeving een belangrijke rol in het creëren van transnationale sympathisanten. Georges Lorand hanteerde de pers om zijn politieke ideeën transnationaal te propageren, zeker als we kijken naar zijn correspondentie in verschillende buitenlandse kranten.
Hiernaast hebben we de rol van individuele actoren bestudeerd aan de hand van de activiteiten van Georges Lorand binnen deze internationale solidariteitsacties. In de zaak rond de Antwerpenaar Edward Joris nam hij mee het initiatief om de berichtgeving te sturen, invloedrijke mensen aan te spreken en een transnationale mobilisatie op gang te trekken. De interpersoonlijke contacten door de internationale congressen en denkfora, waren hierbij een cruciaal element. Dit belang van persoonlijke relaties hebben we ook aangekaart in de context van de Belgische Ligue des droits de l’Homme. Zo ontstond er pas een nauwe samenwerking tussen de Franse en Belgische liga onder het voorzitterschap van Georges Lorand.
Concluderend kunnen we stellen dat het ideeënkader van Georges Lorand zeer vooruitstrevend was, met opvattingen die in onze hedendaagse samenleving nog van tel zijn. Ondanks het feit dat het progressieve liberalisme als onafhankelijke partij een kort parlementair bestaan heeft gekend, had het een belangrijke invloed op andere politieke strekkingen. Zo was het programma van de Progressistische Congressen op vele punten vooruitstrevend en zijn tijd ver vooruit. De historici Carmen Van Praet en Bart d’Hondt stelden hierover: “Het feit dat de liberale progressisten geen rechtstreekse erfgenamen hebben in ons huidig versplinterd politiek landschap, doet niets af aan de rol die ze in de 19de eeuw hebben gespeeld bij de ‘modernisering’ en ‘humanisering’ van ons maatschappelijk denken”.
Ik tracht met deze studie een licht te werpen op een belangrijk figuur binnen deze progressief liberale stroming, waarbij ik de nadruk leg op de veelvormigheid en de heterogeniteit van ideeën binnen deze partij. Het ideeënkader van Georges Lorand kan dus niet zomaar veralgemeend worden. Daarnaast heb ik het gedachtegoed van Georges Lorand gekaderd binnen verschillende transnationale netwerken. Ik hoop dat deze bescheiden studie de eclectische persoonlijkheid en het complex ideeënkader van Georges Lorand in zekere zin verwoord heeft.
Tekst van Nathan Lauwers